Dit verslag wil ik graag beginnen met een vraag: stel u bent in onderstaand diagram de bestuurder van de zwarte stukken en wordt na 11 (witte) zetten geconfronteerd met onderstaande stelling:
Wat zou uw antwoord zijn: 11. ….. Pxh7, 11. …. Kh8 of opgeven ? Stel dat u speelt 11. …. Kh8, hoe moet wit dan verder ? Gaat hij voor remise met zetherhaling of zijn er winst kansen voor wit ?
Deze stelling kwam recentelijk voor in een partij die ik op internet speelde. Ik speelde met wit en had mij al neergelegd bij remise door zetherhaling (11. ….. Kh8, 12. Lg6+ Kg8, 13. Lh7+ etc.). De winstvariant zie ik (uiteraard) niet, maar volgens Neef Fritz van 18 is die er wel degelijk. Het antwoord van mijn tegenstander liet even op zich wachten. Maar na 3 dagen gaf hij op ! Kennelijk zag hij de winstvariant voor wit wel.
Terug naar de actualiteit. Afgelopen dinsdag, 8 maart, stond voor het 2e SOS-team de inhaalwedstrijd tegen Muiderberg op het programma. Een wedstrijd die aanvankelijk in december 2021 stond gepland maar vanwege bekende redenen werd verdaagd. De stand in klasse 3A is onduidelijk vanwege het verschil in wedstrijden die de verschillende teams hebben gespeeld. Zo had Muiderberg tot deze ontmoeting nog maar 3 wedstrijden gespeeld en wij inmiddels 5. Muiderberg had 1 wedstrijdpunt meer dan wij (5 om 4). Na 3 opeenvolgende nederlagen werd het wel weer eens tijd om onze tanden te laten zien. Ik kan u alvast verklappen dat dat lukte, maar pas aan het einde van de avond toen het merendeel van de spelers al naar huis was. En de “matchwinner” was ….. ondergetekende ! Een paar minuten voor het einde van de reguliere speeltijd wist ik het beslissende punt binnen te hengelen. De eerlijkheid gebied mij wel te zeggen dat het niet helemaal op eigen kracht ging maar dat ik een beetje hulp kreeg van mijn tegenstander. Waarvoor uiteraard dank !
Dankzij teamleider Jan is het verloop van de score voor het nageslacht bewaard gebleven. Met dank voor zijn notities ben ik zo vrij hieruit te putten:
Bram was als eerste klaar. Hij verspeelde op een ongelukkige manier een stuk en daarmee de partij (0-1). Robin, even geen schoolverplichtingen, aan bord 3 bouwde heel rustig voordeel op, veroverde onder weg wat pionnen waarna zijn tegenstander het hopeloze van de zaak inzag en opgaf (1-1). Teamleider Jan deed wat van een teamleider verwacht mag worden: winnen ondanks de achterstand van 2 pionnen. Jan won deze pionnen inclusief een vol paard terug en toen was het uit (2-1). Helaas konden we de voorsprong niet lang behouden. Gerard kon in een spectaculaire aanvalspartij mat niet pareren (2-2). Er resteerden nog 2 partijen. Het kon alle kanten opgaan. Rob dacht op enig moment in het eindspel dat hij vrij eenvoudig een loper won. Maar zoals zo vaak, schijn bedriegt. Het loperoffer leidde uiteindelijk tot een niet te stoppen vrijpion voor de tegenstander van Rob. Met een dame tegen een loper is dat “kat in het bakkie”. Maar bij Rob dus niet. Rob rende echter met een pion naar de promotievelden met zijn koning erbij. De tegenstander kon alleen maar schaak geven om niet te verliezen want bij promotie en dameruil had Rob nog een loper extra. Heel veel zetten later en na meerdere keren remise af te hebben geslagen zag Rob wel dat hij hiermee tevreden moest zijn (2½-2½).
Op mijn frele schouders rustte toen de plicht om de prettige stelling die ik had niet te verprutsen en in winst om te zetten. Ik kan u verzekeren dat met 10 paar ogen in je rug dat nogal wat druk geeft. Tel daarbij op de tijdnood waarin ik verkeerde, dan zal het u duidelijk zijn dat het hart overuren maakte. Maar eind goed, al goed. Na 60 zetten gaf mijn tegenstander op en konden we onze derde overwinning in de boeken bijschrijven (3½-2½).
Zoals gezegd, de overwinning kwam niet helemaal op eigen kracht tot stand. Ik kreeg hierbij wat hulp van mijn tegenstander.
Na 15 zetten offert mijn tegenstander met 15. …. Lxh3 een loper. Heel avontuurlijk, maar dit leidde uiteindelijk tot niets: 16. gxh3 Dg5+, 17. Kh2 Dh4, 18. Tg1 Tb4, 19. f4 Te8 (valt pion e3 aan), 20. Dg2 (dreigt mat op g7) g6, 21. Pd1 (dekt de pionnen op b2 en e3 en het veld f3) en wit is verzekerd tegen brand en inbraak.
Verder op in de partij de volgende stelling:
Met 36. ….. Pg4+ doet zwart een paard in de aanbieding, Neen, want na 37. hxg4 hxg4+ valt de toren op f3. Afblijven dus van dat paard.
In tijdnood kwam de volgende stelling op het bord:
Zwart heeft zojuist 55. ….. a6 gespeeld en wordt het tijd voor wit voor een (beslissende) pionnenopmars 56. a4 Kg4 zelf dacht ik aan a5, wat volgens Neef Fritz van 18 toch ook niet juist is 57. b4 Kf3, 58. b5 h3 het nemen van het paard met 58. ….. Kxe2 levert zwart niets op: 59. bxa6 h3, 60. a7 h2+, 61. Kg2 en op de volgende zet haalt wit een dame 59. Pxg3 Kxg3, 60. Kh1 en de zwarte randpion kan niet promoveren. Zwart geeft op.
Na deze overwinning hebben we even rust. Op 12 april a.s. komt koploper Woerden in Giessenburg op de koffie. We zullen ze met open armen ontvangen. Op 10 mei wacht dan nog de wedstrijd tegen (nu) hekkensluiter Denk en Zet in Vinkeveen. Misschien kunnen we dan gezellig met de boot. Maken we er een dagje uit van.
Tot zover. Blijf negatief, maar tegelijkertijd ook positief in deze barre tijden.