Traditiegetrouw is de maand mei de laatste maand van de reguliere competitie. De strijd aan de top gaat tussen Jaco Vonk (1) en Eddy Korevaar (2), terwijl Hans Karelse bezig is aan een sterk seizoen en met geringe achterstand op plaats 3 staat en nog zeker niet is afgeschreven. De nummers 4 en 5, Gela Nikoladze en Henk Boot hebben inmiddels teveel steken laten vallen om nog kans te maken op de hoofdprijs.
Over het duel tussen Jaco Vonk en Tony Else vertelde Tony dat hij voor de 2e keer op rij tegen Jaco een verkeerd stukoffer speelde. Maar Jaco vond niet de beste zetten, al kreeg hij wel de betere stelling met initiatief op de koningsvleugel en dreigingen tegen de zwarte monarch. De beslissende voortzetting naar winst vond hij niet, althans niet tijdens de partij. Er ontstond inmiddels weer een evenwichtige stelling. Op een gegeven moment dacht Tony zelfs (wat) beter te staan, maar dat was toch niet zo. Hij raakte zelfs in de problemen, omdat hij twee pionnen op de damevleugel verloor tegen slechts de d-pion van Jaco. Jaco had in theorie inmiddels wel een winnende stelling, maar het ontbrak hem aan tijd om de juiste winstweg te vinden. Hij stuurde aan op herhaling van zetten, waarmee Tony dus uiteindelijk goed weg kwam.
Henk Boot speelde tegen Eddy Korevaar een rustige opening en behaalde hieruit geen enkel voordeel. Hij twijfelde op de 12e zet tussen Pe5 en Db3 en koos het minder goede Pe5. Diagram.
Even later zat hij te dubben tussen 15. f3 of g4 en koos het minder goede g4. Hierna dwong Eddy via 15. .. Pe4 ruil van het belangrijke paard op c3 af, waarna zijn torens controle over de c-lijn kregen en Eddy significant voordeel kreeg. Vervolgens kreeg hij na 20. … e5 ook het centrum in handen en gaf hij Henk geen kans meer. Diagram.
Zijn pionnen walsten in het centrum naar voren en Henk moest lijdzaam ondervinden hoe Eddy de duimschroeven secuur aandraaide. Dat deed toenemend pijn zoals uit de eindstelling is te zien. Diagram.
Een mooie overwinning waarbij Eddy optimaal profiteerde van wat aarzelend spel bij Henk en met deze overwinning weer stuivertje heeft gewisseld met Jaco aan de kop van de ranglijst.
Het derde topduel was tussen Gela Nikoladze en Hans Karelse. In dit duel ging het enige tijd gelijk op, maar op een gegeven moment kwam Hans een kwaliteit voor. Toch had Gela wel compensatie, stelde zijn stukken actief op en kon het centrum redelijk onder controle houden. Hoewel Hans een toren op een open g-lijn had, kon er geen relevante hulp door zijn resterende stukken worden geboden. De toren “zwom” dus wat en Hans had enige zorg dat de partij hem zou ontglippen. Derhalve koos hij liever voor het halve ei, dan te worden geconfronteerd met de lege dop. Remise dus.
Na deze uitslagen in de top 6 staat Eddy weer nipt aan kop en gaat de titelstrijd nog tussen Eddy en Jaco en hebben zij een vol punt voorsprong op Hans. Maar elk puntenverlies kan Eddy of Jaco “fataal” worden.
André van Wingerden kwam tegen Louis Rutgers na een rustige opening toch vrij gemakkelijk in het voordeel toen Louis koos voor een ongelukkige passieve opzet met Kf8 en Pg8. Toen zwart 19. … De6 speelde viel zijn stelling als een kaartenhuis in elkaar. Diagram.
Want na 20. Dxe5 kan deze dame niet geslagen worden vanwege Txf7 mat en ook de zet f6 hielp niet want na 21. Pxf6 slaat wit gewoon winnend Pxf6 en er volgde na Dxe5 een vernietigende vork Pd7+. Enkele zetten moest Louis André met deze fraaie overwinning feliciteren.
Arnold van Es kwam tegen Christian Boudewijn na een in eerste instantie rustige opening steeds moeilijker te staan. Dat resulteerde in toenemend materiaal verlies. Toen dat was opgelopen tot een volle toren staakte Arnold de hopeloze strijd.
Gerard de Gans kwam tegen Michael Houweling al snel een pion achter. Maar Michael had zijn witte loper op avontuur gestuurd naar c2. En toen stond deze loper opeens in een dodelijke penning en ging verloren. Dit buitenkansje liet Gerard zich niet ontglippen en hij won vervolgens overtuigend. Anne van Heelsum had het niet makkelijk tegen Bert van Hees. Bert kwam op een gegeven moment een stuk voor en dat was voldoende om de partij te winnen.
De meest merkwaardige partij werd gespeeld door Rob van Driel en Huig Visser. Al snel kreeg Rob groot voordeel en maakte zijn witte paard via f7 een toren op h8 buit. Toen zijn witte dame daarna nog een zwart paard op g4 buitmaakte, leek de tijd rijp voor zwart om op te geven. Maar toen zwart Pe6-g5 speelde, zat er een klein addertje onder het gras. Rob speelde te nonchalant d2-d3, was hij hiermee erg vrijgevig en kon Huig zijn ogen eigenlijk niet geloven. Hij keek nog eens goed, maar liet zich het cadeautje niet ontgaan en sloeg met zijn loper de dame op g4! Diagram.
Au! voor Rob, maar hij stond toch niet eens verloren! Want na Lxg4 sloeg Rob op g5 en bracht zijn paard daarna via f7 en een vork op de zwarte toren op d8 en loper op g5 in veiligheid. En nog steeds stond hij beter! Na dit ongelofelijke “intermezzo” rukte wit op de damevleugel op en konden zijn goed samenwerkende paarden tenslotte via een grote vork de zwarte dame buitmaken. Diagram
. Tja, hoe bizar wil je het hebben als toeschouwer?