De bekerfinale ging tussen Eddy Korevaar en Jaco Vonk die in de halve finales overtuigend Henk Boot en Henry Houweling hadden uitgeschakeld. De wedstrijd werd in huiselijke omgeving gespeeld bij Jaco.
Jaco koos met zwart een wat frivole opening die hij overigens wel vaker af en toe van stal haalt. Maar door een ongelukkige damemanoeuvre kwam hij al snel in een lastige stelling en moest opportunistisch op zoek naar tegenspel. Eddy behield een pion voorsprong en kon zijn voordeel langzaam uitbreiden, maar het lukte Jaco wel om de stelling ingewikkeld te houden. Na stukkenruil rond zet 24 was Eddy’s voordeel overigens wel wat minder geworden.
Maar rond de 32e zet speelde Eddy een aantal scherpe en sterke zetten. De spanning liep flink op en hoewel Jaco dacht dat hij terugkwam in de partij, was zijn oordeel na analyse met hulp van de computer anders. Het voordeel van Eddy was significant, maar hij miste op zet 36 de mogelijkheid beslissend voordeel te verkrijgen. Wel bleef hij duidelijk beter staan.
Op de 40e zet drong Jaco over de c-lijn binnen met de bedoeling eeuwig schaak te forceren. Dit werd door Eddy vakkundig voorkomen, maar even later miste hij opnieuw een mogelijkheid die hem winnend voordeel zou hebben opgeleverd. Niettemin hield hij nog steeds veel en potentieel beslissend voordeel en Jaco moest in deze fase nog steeds hopen met eeuwig schaak te kunnen ontsnappen.
De stelling bleef echter verre van eenvoudig, zeker gezien de inmiddels door tijdnood ontstane mistigheid, waarbij het vinden van de juiste zetten vaak niet eenvoudig is, ook al zijn zowel Jaco als Eddy behoorlijk bedreven in snelschaak. Maar op zet 53 tastte Eddy mis, drong Jaco met een tweede toren binnen op de 2erij en kon remise door eeuwig schaak forceren.
Kortom, een boeiende finale waarin Eddy met sterk spel steeds de overhand had maar tweemaal een knock-out miste waardoor Jaco alsnog met eeuwig schaak kon ontsnappen. De heren mogen het dus binnenkort nogmaals proberen!