Op 29 maart stond de uitwedstrijd tegen Kasteel Lekstroom in IJsselstein op het programma. Het leek erop dat we wel redelijk aan elkaar gewaagd zouden zijn, maar de eerlijkheid achteraf gebiedt te zeggen dat wij steeds amechtig moesten proberen een achterstand weg te werken.
Als eerste ging het mis bij Tony Else op bord 3. Hij onderschatte de dreigingen van zijn tegenstander en kwam door een fout pardoes een pion achter. Hij hoopte dankzij een open g-lijn nog tegenspel te kunnen krijgen, maar dat bleek een illusie. Na nog een fout was het over en uit.
Óp bord 2 had Henk Boot tegen Colijn Wakkee, die jarenlang competitieleider van de SGS is geweest, een interessante stelling op het bord. Wit speelde min of meer “noodgedwongen” de thematische opstoot e4-e5, een pionoffer. Henk won die pion, maar logischerwijze volgde toen d5-d6. Henk raakte enkele zetten, in overigens gelijke stelling, de draad kwijt en overzag een mooie penning van wit en na een volgende dodelijke penning was het enkele zetten later uit. Het was mooi hoe wit gebruik maakte van het onvoldoende herkennen door Henk van de witte mogelijkheden. 2-0 achter dus.
Jeroen Brandsma, deze keer op bord 5 en één van onze mannen in vorm, bond deze keer nogmaals een tegenstander aan de zegekar en bracht de spanning terug.
Dat lukte niet bij Hans Karelse op bord 4. Hij kreeg dezelfde opening als enkele weken geleden op het bord, maar er ontstond nu een geheel andere stelling die meer Franse kenmerken had. Wit kon een paard naar d6 dirigeren
fen]2rqr1k1/1p1b1p1p/p2Pp1pQ/3p4/2nP1BP1/2PB4/5P1P/R3K2R b KQkq – 0 1[/fen]. In de stelling was Df6 prima geweest om even later wel de breekzet e5 uit te voeren.
Maar we hebben in het team nog meer “puntenmachines” zoals Tijmen Schakel die deze keer op bord 6 speelde. Na een rustige opening stond wit zeker niet slechter. Het lukte Tijmen om enkele van zijn wat mindere stukken af te ruilen tegen goede witte stukken en langzaam aan stond hij wat beter en kon een pionnetje op d4 meenemen. Wit meende met h5 een sterke aanval tegen de zwarte koning te krijgen, maar dat had Tijmen allemaal wel gezien en met de venijnige zet Lb4-d2 bleek de witte dame op h6 opeens ingesloten te zijn!
Bij André van Wingerden, een andere puntenmachine van het team, ging het in eerste instantie gelijk op. Maar toen André dacht een kwaliteit tegen een pion te winnen met b5 Dxc5 en Pe2,
Restten nog de partijen van Louis Rutgers op bord 8 en Jaco Vonk op bord 1. De partij van Louis verliep moeizaam. Hij kwam niet lekker uit de opening en het ging eigenlijk van kwaad tot erger. Een pion minder, sterk in het nauw gedreven door zijn soepeltjes spelende tegenstander. Deze keer zat er helaas geen wonderbaarlijke ontsnapping in en trok zijn tegenstander aan het langste eind.
Dus alles hing nu af van Jaco Vonk. Jcao kreeg vanuit een rustige opening wel wat ruimtelijk voordeel met 2 actieve paarden, terwijl zwart het loperpaar had. Het was en werd niet duidelijk hoe Jaco dit ruimtelijke overwicht kon omzetten in een echt voordeel. Zoals het ging bleef de wedstrijd in balans en ook al had de zwartspeler beduidend minder tijd op de klok, in het eindspel maakte hij geen fouten. Er werden nog wat speldenprikjes uitgedeeld, maar remise was de terechte uitslag, waarmee we niet onterecht met 3,5-4,5 een nipte nederlaag leden.