De tweede en derde ronde van de interne competitie bleek het coronavirus uw verslaggever toch even aan huis te hebben gebonden, maar gelukkig was de ernst van het ongemak beperkt en kon na de KNSB-wedstrijd in het verre Zeeuws Vlaanderen ook weer aan de interne competitie worden deelgenomen.
In de tweede en derde ronde waren zowel Jaco Vonk als Henk Boot afwezig. In ronde 2 won Tony Else van Henry Houweling en pakte hiermee de koppositie op de ranglijst. Louis Rutgers liet Hans Karelse in het zand bijten. Andere winnaars waren André van Wingerden, Mark Couwenberg, Arjan Uittenbogaard en Bram Capelle, terwijl ook David Carlsson, Bert van Geldere en Huig Visser aan het langste eind trokken.
In de derde ronde hielden Louis Rutgers en Tony Else elkaar in evenwicht. André en Arjan wonnen opnieuw, terwijl Hans Karelse, Mattias Stolk en Egbert Meier hun nederlaag uit ronde 2 goed maakten en wonnen. Hiermee werd André de nieuwe koploper.
In de vierde ronde op 11 oktober moest koploper André het opnemen tegen Jaco Vonk. Hoewel André zelf nooit vies is van het spelen van een gambiet, kende hij de door Jaco voorgestelde opening niet en stelde zich terughoudend op. Hiermee kreeg Jaco een aanzienlijk ruimteoverwicht, maar zijn voordeel was beperkt. Echter in het Franse type stelling dat was ontstaan, had hij met een snel f7-f6 Jaco’s centrum moeten aanvallen. Toen dat niet gebeurde, bleef het voor André een klus om zich los te werken. Hoewel volgens het computeroordeel Jaco’s voordeel nog steeds beperkt was, maakte André een ernstige fout om een vergiftigde pion op g4 te slaan. Jaco’s batterij Lb1-Dd3 dreigde hierna ondekbaar mat.
Een stuk moeilijker werd het Henk Boot gemaakt door Hans Karelse. In een Siciliaanse partij werd het evenwicht de eerste twintig zetten niet verbroken. De stelling speelde echter makkelijker voor Hans die rond de 30e zet duidelijk voordeel had. Toen Henk wat onhandig manoeuvreerde, vreesde Hans zeer vage tegenkansjes van Henk tegen zijn f2 pion en “vergat” een pion op e5 te winnen. Henk verdedigde hierna die pion, waarmee het evenwicht weer was hersteld. De stelling was geheel in balans en Hans’ remise aanbod was dan ook correct, maar Henk speelde door omdat er zeker nog wel (beperkte) mogelijkheden waren. In ieder geval tikte de klok door en had Hans ruim 10 minuten minder en uiteindelijk werd dat hem bij de 53e zet fataal. Overigens was de stelling toen nog steeds in evenwicht. Jammer voor Hans, die een goede partij speelde.
Bram Capelle speelde tegen Huig Visser. In de opening verspeelde Huig met zwart al snel zijn rokade. Maar zijn koning vond een relatief veilige bescherming op veld e7 achter een gesloten pionnenstructuur. De lichte stukken i.c. het loperpaar van Huig bleken gaandeweg sterker dan paard/loper van Bram en de partij ging gelijk op. Tot het moment dat Huig één van zijn lopers offerde: dat bleek iets te lichtzinnig en de geplande aanval sloeg niet door. Vervolgens kon Bram het punt binnenhalen.
Mattias Stok speelde tegen Egbert Meijer vol op de koningsaanval na tegengestelde rokades. Ten koste van een pion kon de zwarte koning zich achter een witte pion op h6 verschuilen. Echter toen Mattias verder wilde aanvallen overzag hij een dreiging van Egbert. Een dubbele aanval leverde Egbert materieel voordeel op, maar het lukte Mattias toch nog met remise te ontsnappen.
Diezelfde avond speelde het tweede SOS-team een thuiswedstrijd tegen DBC 3 uit De Bilt. De eerste twee borden, bezet door Bert van Hees en Gerard de Gans kregen beide een remise-uitslag. Omdat Christiaan Boudewijn, Bert van Geldere en Rob van Driel het volle punt scoorden, kwam ondanks de nederlaag van David Carlsson de overwinning niet meer in gevaar. Opnieuw 4-2 winst dus!
In diezelfde week mocht het eerste SOS-team zich proberen te herstellen van de eerdere nederlaag tegen Moira-Domtoren. In Driebergen zou dat overigens tegen het eerste team van Doorn-Driebergen geen eenvoudige klus worden. Ook dit team had zijn eerste wedstrijd namelijk overtuigend gewonnen.
Als eerste was Bram Capelle klaar op bord 7. Hij stond wat makkelijker dan zijn tegenstander. Het lukt Bram niet om een gevaarlijke koningsaanval op te zetten, omdat zijn tegenstander de deur goed dicht hield. Remise was dan ook een logische uitslag. Hierna ging het helaas mis bij Arjan Uittenogaard op bord 8. Zijn stukken stonden nogal ongelukkig en zijn tegenstander pende op de lijn h1-a8 een paard op c6, stelde zijn stukken vervolgens zo op dat aan materiaal verlies voor Arjan niet viel te ontkomen. Daarmee viel voor hem het doek. Hoewel bij André van Wingerden op bord 6 een typische “André-variant” op het bord kwam, kreeg hij vanuit de opening geen voordeel. Het ging allemaal redelijk gelijk op, tot hij een “geniepige aftrek-vork” over het hoofd zag. Dat kostte materiaal en er bleef een kansloze stelling over. Louis Rutgers speelde op bord 5. Hij speelde een leuke en spannende partij. Zijn tegenstander vroeg na afloop of Louis soms het Amerikaanse kampioenschap volgde. Zijn tegenstander dus wel. “Hoezo?, vroeg Louis”, want de eerste 8 zetten bleken een exacte kopie van de partij uit de 5e ronde Liang – Aronian. Louis heeft het natuurlijk thuis nagezocht en het klopte. Na het schijnoffer Pxf7 kwam hij erg goed te staan. Geen rokade voor zwart en de toren op h8 bleef daar zo’n 20 zetten staan. Naarmate de partij vorderde kon zwart zich loswerken en was remise de logische en terechte uitslag.
Ook bij Henk Boot op bord 2 kwam er een remise uit de bus. Overigens vertelde Hans Karelse dat hij Henk’s tegenstander op hetzelfde gymnasium in Gorinchem had lesgegeven waar Henk op had gezeten! Altijd grappig dat soort “tussendoor” feitjes. Henk moest tijdens de partij goed opletten om het evenwicht te bewaren. Op de 27e zet verzuimde wit met Df3-e4 enig voordeel te bereiken. Hoewel Henk de zet 32. Txd4 niet had zien aankomen, had hij nog de aardige resource 32. Txc5 waarmee het evenwicht bewaard bleef (diagram).
Nu werden de torens via 33. Td7+ Dxd7 en Dxc5 geruild en resteerde een remise.
Jaco Vonk speelde op bord 1 een spannende partij. Via een omweg ontstond er een “Franse stelling”, waarbij Jaco zijn ruimtevoordeel op de koningsvleugel gebruikte, terwijl zwart dat op de damevleugel deed. Met 13. f4-f5 leek Jaco in het voordeel te komen, omdat nogal wat zwarte stukken op de damvleugel huisden. Het voordeel was toch niet erg tastbaar, omdat ook Jaco moeite had zijn laatste stukken naar het front te dirigeren. Het zag er goed uit toen Jaco 22. Pc5 speelde, maar dat gaf zwart de mogelijkheid tot 22. …Pxd4!
Jaco schrok van die mogelijkheid, maar zijn tegenstander durfde het toch niet aan, hoewel het achteraf volgens Fritz wel had gekund. Maar dat vereiste wel enorm veel rekenwerk en daarin is de computer de gewone stervelingen nu eenmaal de baas. Nu kon Jaco het heft weer in handen nemen en ontstonden er problemen, vooral voor de opgejaagde zwarte dame. Jaco had de partij met de mooie tussenzet 28. h6 kunnen bekronen met fatale dreigingen tegen f7 en g7. Maar Jaco speelde 28. Lg3 en dwong de zwarte dame naar h3. Er volgde met e5-e6 een dubbele aanval op f7, waarna hij gewonnen zou staan, althans dat dacht Jaco.
Zijn tegenstander miste het koelbloedige f6, waarna Fritz niet verder komt dan 0.00! Maar na het in tijdnood gespeelde Pxd4 kon Jaco met 31. Dxf7+ een mokerslag uitdelen. Het was hierna mat in 3. Kortom een spannende partij, waarbij de computer achteraf fijntjes aangeeft waar de menselijke zetten voor verbetering vatbaar waren….
Hans Karelse speelde op bord 4 een ingewikkelde partij. Al dacht uw verslaggever dat Hans moeilijk stond was hij zelf vol vertrouwen en dacht duidelijk beter te staan. Tot hij aan het eind van de avond misgreep en een kapitale fout beging, die de partij kostte.
Restte de partij van Eddy Korevaar op bord 3. Eddy zette de partij rustig op, kwam goed te staan en kon op een gegeven moment op a5 een pion winnen. Het was daarna zeker niet eenvoudig en zwart kreeg dreigingen langs de open a-lijn. En het pakte duidelijk verkeerd uit toen Eddy twee lichte stukken tegen een toren en pion ruilde. Zijn inschatting dat zijn toren via de open d-lijn actief kon worden bleek niet te kloppen, terwijl zwarts loperpaar een moordende activiteit aan de dag begon te leggen. Daar was Eddy niet tegen bestand, waardoor de einduitslag 5,5-2,5 in het voordeel van de gastheren was. De overwinning van de thuisploeg was wel verdiend, maar had ook minder groot kunnen uitvallen.
Op 18 oktober vond de 5e ronde van de interne competitie plaats. Vanwege de meerdere externe wedstrijden was de opkomst vrij beperkt. Henk Boot nam het op tegen Arjan Uittenbogaard. In tegenstelling tot het vorige seizoen pakte Henk de koe stevig bij de horens en kreeg al snel een prettige stand. Toen een paard en loper van Arjan elkaar tegenwerkten, kon Henk de loper tegen twee pionnen winnen met behoud van een overweldigende stelling. Henk richtte zijn vizier vervolgens op de zwarte koning die zijn verdediging rondom zich zag falen.
David Carlsson had het moeilijk tegen Mattias Stok en kwam 2 pionnen achter. Echter, toen Mattias met Lxb2 een 3e pion verorberde, speelde David sterk Db3, won de pion op b7 en kreeg tegenspel op de damevleugel tegen de nog niet gerokeerde zwarte koning. De partij kwam meer in balans en eindigde alsnog in remise.
Huig Visser kon tegen Christiaan Boudewijn de verleiding van een paardoffer op f7 niet weerstaan. Het offer klopte niet, Christiaan won al snel meer materiaal en de partij.
Chris Tromp nam het op tegen een oude bekende, Chris van Wieringen. Die liet zien dat hij bepaalde tactische wendingen niet is verleerd, want na een ruil kon hij met Dc5+ vervolgens de ongedekte loper op c4 meenemen. Echter, de lange partijen waren al een lange tijd geleden. Hij verloor eerst het stuk weer en gaf later op toen hij de mogelijkheden in het eindspel niet meer overzag. Echter de stelling oogde toen zeker nog niet verloren. Zo ontsnapte de ene tegen de andere Chris.
Hans Karelse bereikte tegen Rob van Driel al snel een prettige stelling en won ook nog een pion. Hans dacht er kennelijk wat makkelijk over want Rob was niet van plan zijn hoofd zomaar onder het hakblok te leggen. Hij verdedigde goed en bereikte een toreneindspel met duidelijke remise tendensen. Maar Rob liet zijn toren wat dwalen op de damevleugel, terwijl Hans zijn toren in de stelling van Rob kon laten binnendringen en een aantal pionnen van Rob’s damevleugel kon oppeuzelen. Hoewel Rob via de koningsvleugel probeerde op te rukken, kon Hans zijn b- en c-pion beslissend naar voren brengen en hiermee winnen.
André van Wingerden vergat al snel een onnauwkeurigheid van Bram af te straffen (stukwinst voor André) en bestreed Bram Capelle met een lange rokade en oprukken van zijn g-pion. Bram counterde met h5. Rond de 20e zet tastte André ernstig mis. Zijn dame was overbelast en dat kostte een volle loper. Daarna schoof Bram de partij rustig uit.
Bert van Geldere kreeg tegen Mark Couwenberg een opmars van e- en f-pion te bestrijden. Het werd een harde en langdurige strijd, waarbij gedurende lange tijd het evenwicht niet verbroken leek. Maar toen (jeugdleider) Mark het soort fout maakte waar hij de jeugd zo vaak voor waarschuwt, namelijk te veel verdiept in je eigen plannen en niet letten op de dreigingen van je tegenstander, kon hij eigenlijk onmiddellijk opgeven.
Nog was de schaakactiviteit deze week nog niet afgelopen, want voor de KNSB-beker reisden we af naar Waalwijk op donderdag 20 oktober. Hoewel hun team in de KNSB in de 4e klasse speelt hebben ze een sterke top met spelers met een rating > 2000-2100, dus we konden onze borst natmaken. Aan bord 4 speelde Tony Else een soliede partij. Hij kwam duidelijk wat beter te staan, maar zijn tegenstander ruilde zoveel mogelijk materiaal. Hoewel Tony een pionnetje won, moest hij die even later teruggeven en verzandde/eindigde partij in remise. Vervolgens ging het vreselijk mis bij Jaco Vonk op bord 1. Hoewel hij een hem bekende opening speelde, offerde zijn tegenstander met 4. g4 al snel een pion, joeg het paard met h3 terug naar f6 en na e4-e5 zelfs naar zijn uitgangspositie op g8. Wit voerde de druk op Jaco verder op met e5-e6. Hoewel Jaco lang nadacht, besloot hij tot het ongelukkige fxe6, waarmee hij een gat op g6 openliet. Wit speelde Lf1-d3-g6+ en de zwarte koning had hierna geen rustig moment meer. Wit pende en won met Td1 een zwarte dame op d7. Weliswaar had hij hiervoor nog wel een toren en loper en een enkel pionnetje, maar een volstrekt onderontwikkelde en niet met elkaar samenwerkende stelling. Wit joeg de zwarte koning dwars over het bord en zette hem midden op het bord mat.
Uw verslaggever heeft Jaco eigenlijk niet eerder zo pijnlijk weggespeeld zien worden. De volgende beslissing viel bij Eddy Korevaar op bord 3. Hij had wat minder ruimte vanuit de opening dan wit, maar hield de verdediging goed gesloten. Het leek er even op dat wit langzaam aan verder zou kunnen komen, maar dat lukte hem niet. Toen wit even onvoldoende attent was kon Eddy met Pc5xe4 een belangrijke pion winnen (diagram).
Hij had dit wel gezien en bekeken, maar de overtuigende voortzetting helaas niet gevonden. Jammer, want na Pxg5 en Dxg5 koos hij vervolgens voor dameruil op e7 in de hoop via de damevleugel binnen te dringen. Die hoop bleek ijdel en vanaf de dameruil beoordeelde de Fritz de stelling als ± 0.00. Henk heeft het nog ruim 30 zetten geprobeerd, maar echt voordeel zat er niet meer in en uiteindelijk eindigde de partij na zetherhaling in remise. Met deze 2-2 uitslag moest er worden gevluggerd. Daarin waren we duidelijk de mindere. Alleen Henk won door tijdsoverschrijding van zijn tegenstander, de anderen verloren. Jammer, want m.n. bij de partij van Henk waren er dus mogelijkheden om de partij en wedstrijd te winnen.