Waarde schaakvrienden,
In mijn verslag van 20-2-2022 informeerde ik u o.a. over mijn snelle winstpartij in de 5e ronde van het Kennemer Open waaraan ik dit seizoen (2021/2022), na 5 jaren afwezigheid, weer deelneem. Het Kennemer Open, ook wel bekend als het Open Kampioenschap van Haarlem, wordt dit jaar voor de 19e keer georganiseerd in het Denksportcentrum in Haarlem. Het is een toernooi voor spelers met een maximale rating van 2000 die doorgaans niet spelen op de KNSB-zaterdagen. Want, het toernooi werd tot voor kort altijd gespeeld op de 9 KNSB-zaterdagen. Het seizoen liep dan vaak van september t/m april/mei. In het Denksportcentrum was het dan altijd een gezellige boel, zeker als HWP Haarlem, met 2 teams spelend in de KNSB-competitie, haar thuis dag had. Ik heb de afgelopen jaren heel wat (groot)meesters voorbij zien komen. Om bekende reden is de organisatie dit keer afgestapt van het alleen spelen op de KNSB-zaterdagen. Vaak wordt er nu ook gespeeld op de zondag na de KNSB-zaterdag.
Dit seizoen doe ik voor de 6e keer mee. Van 2011 t/m 2016 was ik een trouw deelnemer. Ik woonde nog in Hoogvliet en ging die jaren samen met een clubgenoot van Ashtapada en diens zoon naar Haarlem. Mijn beste resultaat scoorde ik in het seizoen 2013/2014: 4½ uit 9 daadwerkelijk gespeelde partijen (een bye nemen behoort uiteraard tot de mogelijkheden). Dat leverde bij 68 deelnemers in de B-groep een 27e plaats op (op basis van WP) een plek hoger dan mijn trouwe reisgenoot die eveneens 4½ punt scoorde, maar een half weerstandpunt minder had.
Na 5 jaren afwezigheid vond ik het wel weer tijd worden om mijn neus in Haarlem te laten zien. Allereerst uiteraard om een potje “over-the-board” te schaken, maar ook om oude-bekenden te ontmoeten. Speel je in de regio Wijk aan Zee (Tata), Haarlem(Kennemer Open) en Hillegom (3 toernooien per jaar georganiseerd door SC De Uil) dan kom je heel vaak dezelfde spelers tegen.
Tot afgelopen zondag (13-3-2022) verliep het toernooi boven verwachting. Twee winst partijen, twee remises en een verliespartij leverde na 5 ronden (al) 3 punten op en de winst van enkele ELO-punten. In de 6e ronde moest ik het opnemen tegen Klaas Been. Ook een toernooitijger pur sang die al heel lang in het circuit meeloopt en die mij altijd angst inboezemt, al was het maar om zijn “wilde” uiterlijk. Op de ratinglijst van 1-8-2017 had Klaas een rating van 1567, zakte de jaren daarna wat terug maar staat sinds 1-3-2022 weer op 1550. Hij zit weer in de lift.
Was ik in de 5e ronde na 7 zetten al klaar, nu was het, technisch gesproken, naar mijn mening na 15 zetten uit. Dit was zo’n partij die nogal eens tot de discussie leidt: wanneer geef je op ? Geef je op als je een loper achter staat of speel je dan door in de hoop dat het tij zich nog zal keren (mijn motto: op ons niveau krijg je altijd een 2e kans). Geef je op als je een toren en 2 pionnen achter staat, of speel je dan nog door omdat het nog te vroeg is om naar huis te gaan.
Wat gebeurde er ? We komen er in bij de 10e zet van wit:
Wit heeft zojuist 10. Lb5 gespeeld. Met mijn antwoord 10. ….. c6 val ik de loper op b5 aan en dek de pion op d5. Wit moet de loper terughalen. Neef Fritz van 18 geeft aan: 11. Ld3, maar mijn tegenstander speelt echter 11. La4 en daar gaat hij ontzettend spijt van krijgen: 11. ….. Dc7, 12. h3 Pxf3+, 13. Pxf3 Lxf3, 14. Dxf3 Da5 !
Zwart valt de ongedekte toren op e1 en de ongedekte loper op a4 aan. Beide verdedigen lukt niet. Wit kiest voor 15. c3 en verliest de loper op a4.
Vier zetten later is het weer prijs:
Met 19. ….. Pe4 val ik de pion aan op c3. Hoe verdedig je zoiets ? Met 20. Lb2 maar ook dan gaat het mis: 20. ….. Pd2, 21. Dg2 Pf3+ (vork), 22. Kh1 Pxe1, 23. Txe1 en de voorsprong is opgelopen tot een volle toren. Wellicht tijd om op te geven ? Mijn tegenstander vindt van niet en speelt nog een tijdje door. Na 29 zetten is de voorsprong een toren en 2 pionnen. Tijd om te geven ? Nee, mijn tegenstander speelt stug door.
Stelling na 33. …. e3
Zwart dreigt 34. …..Td7 met winst van de dame. Na 34. Lc1 De4, 35. Tf3 Dd3, 36. De1 Dc2+, 37.Kh1 Td1 en wit geeft (nu wel) op.
Een leuke partij vond ik zelf. Ook nu bleek dat ELO ook niet altijd wat zegt. Na afloop van de partij bekende mijn tegenstander te snel en niet geconcentreerd te hebben gespeeld. En wellicht heeft hij mij ook onderschat, maar dat vertelde hij niet.
Tot slot nog iets opmerkelijks: het speeltempo is 40 zetten in 90 minuten met vanaf zet 1 een toegift van 30 seconden. Na 40 zetten volgt voor het restant van de partij 30 minuten met dezelfde toegift. Op het moment van opgeven had mijn tegenstander nog 1 uur en 31 minuten (!) op de klok staan. Mijn resterende tijd bedroeg 35 minuten. Een snelle rekensom leert dat mijn tegenstander voor deze partij exact 17½ minuten heeft gebruikt, opgespaard uit de toegift van 30 seconden.