Terug naar nieuwsoverzicht

KNSB-ronde 6: De Giessen en Linge – Krimpen a/d IJssel 3 op 03-02-2024

Hoe de bal kan rollen en hoe de kwartjes vallen…..

Opnieuw kwamen we voltallig aan de start, waarbij deze keer Louis Rutgers als 9e speler een bye had, maar ter aanmoediging wel kwam kijken.
De eerste uitslag kwam van Tijmen Schakel op bord 4. In een ruilvariant waren de dames snel van het bord verdwenen. Hoewel Tijmen een pion minder had, leek zijn stelling toch wel kleine mogelijkheden te bieden vanwege een geïsoleerde triplepion van zwart op de f-lijn. Maar ja, echt veel zat er niet in en al snel werd de vrede getekend. De tweede uitslag kwam van Tony Else op bord 6. Hij speelde naar eigen zeggen een positioneel slechte partij en al snel had zwart de touwtjes in handen. In de volgende positie (diagram) vond hij het moeilijk een goede zet te vinden en dat was het gespeelde Te2-c2 zeker niet.

Na 22. … Pd3 wint zwart via Pxb2 een pion en nadat op d4 ook de zwartveldige lopers werden geruild resteerde slechts een verloren toreneindspel.
Op bord 8 deed Mattias Stok het beter. Het zag er allemaal nogal ingewikkeld uit en de stukken van Mattias stonden dicht bij elkaar. Toen wit zich met 13. e3-e4 loswerkte (diagram), stond hij wat beter, ook al omdat de zwarte stukken op de damevleugel nog in hun slaapstand stonden.

Er ontstonden allerlei tactische mogelijkheden over de d- en e-lijn 13. …dxe4, 14. dxe4 f5-f4. In eerste instantie leek zwart het wat betere spel te hebben, maar een minieme aarzeling in de zwarte opbouw (20.. Pb6) gaf Mattias de kans het initiatief krachtig vast te pakken en vast te houden. Zijn paarden kietelden de zwarte dame, die zich naar het ongelukkige veld d6 terugtrok. Met e4-e5 bereikte Mattias groot voordeel (diagram na 23. e4-e5),

want de hoop van zwart (de penning van het d3-paard) bleek na 23. … Dxe5, 24. Pexf4! onvoldoende om stukwinst van wit te voorkomen. Wat kleine zwarte spartelingen brachten Mattias niet van de wijs en hij won gedecideerd.
Tja, dan de uitslag op bord 5 bij Henk Boot. De partij ontwikkelde zich rustig, er werden her en der wat stukken geruild en er ontstond een centraal pionnenblokje. Alles ruim binnen de marges van een gelijke stelling. Maar Henk kreeg steeds meer vertrouwen in zijn stelling, toen hij een sterk paard op c5 kon neerzetten (diagram).

Maar hij aarzelde na 32. Tb1?! Pxd3 om door te pakken met Txc4, volgens de computer +3 voor Henk!), want hij overschatte de witte stelling na Txd6. In die situatie was zijn eigen pionnenopmars veel sterker geweest dan de witte dreigingen. Nu speelde hij het voorzichtig met 33. .. Pc5 een bescheiden plusje. Net toen hij dacht aan het gaan oppeuzelen van de de witte a-pion stond hij wit de enige truc toe die er nog in zat. Na 40. Txc5 had dxc5 geleid tot d6+ waarna de zwarte toren op a8 sneuvelt. Gedesillusioneerd gaf Henk op. Alweer een gewonnen stelling weggegeven, niet voor het eerst dit jaar in een desastreus extern seizoen, maar hopelijk wel voor het laatst, brrrr……
Ook bij Eddy Korevaar op bord 2 zag het er erg mooi uit. Hij had een mooi ruimtevoordeel, maar zijn aanvallende toren op g5 (met een loper op b2) verzuimde hij de door De7 aangevallen toren met f5-f6 aan de dreiging te onttrekken, zou ook hier +3 zijn geweest. Even later blokkeerde zwart de alsnog op f6 aangelande pion met Df7, waarna er ook geen dreigingen tegen g6 meer waren. Vervolgens haalde zwart een vers paard van stal (b8) en deze Springer deed de stelling in enkele zetten kantelen van +3 naar -3. Toen Eddy zijn loper niet tegen dit paard op e5 ruilde, ging het van kwaad tot erger. Hij eindigde in een kansloos eindspel met enkele pionnen minder. Ook hier brrr…. Dus ipv 3,5-1,5 voor, stonden we opeens 3,5-1,5 achter!
En er zou een wonder moeten gebeuren wilden we nog op 4-4 uitkomen, want de stelling bij Hans Karelse zag er erg verdacht uit en bij Tim Schakel en Jaco Vonk waren het inmiddels evenwichtige stellingen geworden. De volgende uitslag kwam van Tim Schakel op bord 3. Hij stelde zich soliede op en had goede controle over het veld d5 en had dus de geïsoleerde d4 pion van wit goed in bedwang. Hij stond makkelijker tot goed, al kostte het hem wel veel tijd en energie. Zijn eigen analyse beperkt hij begrijpelijkerwijze tot het eindspel. Diagram na de 37e zet Lc3xa5 van wit.

Hier koos Tim voor 37. … Tc4xd4? Dat was jammer, want Tb8-c8 was heel sterk geweest, omdat dan 38. Lxb6 wordt afgestraft met 38. … Tc4-c1+, 39. Kf2 Tc8-c2+ gevolgd door Tg1 na Kg3 en valt de pion op g2. De dreiging op de onderste lijn kan niet worden verhinderd met Tb1, want dan sneuvelt de loper op a5 en ook het terugtrekken La5-e1 werkt niet vanwege 39. … Tc1, 40. Kf2 Tc8-c2+ en de loper sneuvelt ook dan. Maar wit speelt niet 38. Tb5xb6 met slechts beperkt voordeel voor zwart, maar 38. La5xb6? En dat geeft Tim een tweede kans. Maar met nog slechts zo’n 10 seconden op de klok mist hij de fraaie zet 38. … Td4-d5 en kiest voor het veilige Td4-d2 om de tweede lijn te bezetten. Maar omdat zwart ook op zijn zwakke onderste lijn moet letten, kan zwart de torens niet op de 2e rij verdubbelen. Diagram.

Tim geeft dan mooie varianten: a. 39. Tb5xd5,e6xd5 40.Kg1–f2, Lh6-f8 (40.Kg1–f1 Lh6–g7 of 40…, Lh6-f8) en de penning breekt ook hier wit op
b. 39.Tb5–b4 Lh6–f8 wint materiaal
c. 39.Kg1–f2 Td5xb5 40.Tb3xb5 Lh6–f8 41.Kf2–e2 Lf8–d6 en de penning breekt wit op
Winnend was dus 38…Td4–d5 met als bedoeling een dodelijke penning van de witte loper voor te bereiden, maar zoals Tim zegt, deze zet komt in tijdnood niet als eerste bij je op, want Tim wilde de torens wel op het bord houden, omdat hij dacht dat torenruil de witte problemen zou verminderen.
Hierna staat zwart optisch weliswaar beter, maar het eindspel is niet te winnen, al probeerde hij het na 39.Lb6–c5 Tb8xb5 40.Tb3xb5 Td2–d8 nog lang. Tim stelt: “Een teleurstellende remise! Als het eenmaal niet loopt (mijn vijfde remise inmiddels) dwing je een positief resultaat in zulke situaties ook niet af en valt het kwartje helaas de verkeerde kant op”.
De volgende uitslag kwam van Jaco Vonk op bord 1. Hij schrijft: “Gisteren hield ik een vervelend gevoel over aan mijn partij. Al vroeg offerde wit met 11. f4-f5 een pion. Maar het sloeg niet door en ik stond duidelijk beter, maar mijn tegenstander liet het niet erger worden. Hij bleef redelijk in het spoor en wist precies waar mijn zwakke plekken lagen. Desalniettemin had ik met 30. .. Lf3 ipv. 30. … Lxb5 een voordeel van +3 kunnen krijgen! Ik zat er naar te kijken, maar keurde de zet af, omdat ik dacht dat wit met een paaar zetten mijn mataanval kon verijdelen en er dan met een plus uit zou komen. Tegelijk bleek uit de analyse dat het voordeel niet verder dan -2,5 zou worden. Ook nog niet zo gemakkelijk om de stelling naar winst te voeren.
Slotconclusie is dat wit na zijn wel erg opportunistische 11. f4-f5 alles aan heeft gedaan om de schade te beperken en uiteindelijk met remise naar huis kon gaan. Overigens hebben beide spelers zeker geen slechte partij gespeeld volgens Chess.com (86,5 tegen 86,4).”
Het laatste resultaat van de laatste partij kwam van Hans Karelse op bord 7. Hij die een opening ovdderleefde, die hem en zijn tegenstander eigenlijk te moeilijk was. Na ruil van lichte stukken en de torens ontstond een evenwichtige stelling, waarbij het paard van Hans gepend werd op de onderste rij. De weg naar eeuwig schaak werd door Hans niet gevonden en moest een loper inleveren. Het werd toch nog spannend toen hij alsnog twee pionnen had gewonnen op de damevleugel, waardoor hij vrijpionnen op a- en b-lijn kreeg. Zoals Tony terecht opmerkte, bleek dameruil niet juist, omdat zijn koning te ver weg stond voor adequate ondersteuning. Hiermee was een 5,5-2,5 nederlaag een feit. Bah, want gezien de stellingen die bij meerderen van ons waren gepasseerd, had het zomaar 5,5-2,5 in ons voordeel kunnen zijn! Het wil dit seizoen dus niet echt. De bal rolt nogal eens al hobbelend de verkeerd kant op en dat geldt ook voor het vallende kwartje.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *