Terug naar nieuwsoverzicht

KNSB-ronde 7: De Giessen en Lingen – Goes op 11-03

We mochten weer een volgende verzameling “Zeeuwse Meisjes” van repliek dienen. Slechter dan in het verre Souburg kon eigenlijk niet, maar ook onze tegenstander van vandaag, Goes was in theorie zwaar favoriet. Ze draaien een goed seizoen en staan in de top van onze afdeling. En ze hadden over de afgelopen 6 gespeelde rondes gemiddeld zo’n 70 ELO-punten meer per bord. Maar ja, ELO-punten zeggen best wel wat, maar zoals bekend niet alles. Dus misschien een wondertje? We misten overigens onze topscorer Eddy Korevaar die nog niet van de buitenlandse sneeuw was teruggekeerd. Zijn vervanger Mattias Stolk maakte zijn debuut op bord 7. Henk Boot was overigens wel op tijd terug vanuit de bergen, die opvallend weinig sneeuw hadden op de skipistes. Maar ja, Henk had toch vorig jaar al besloten de ledematen slechts aan eventuele fiets- en niet meer aan skitrauma’s bloot te stellen, dus dat kon geen belemmering vormen. Maar het oppassen op een kleinzoon brengt ook in Oostenrijk andere risico’s met zich mee, zoals daar zijn de virussen die op kinderdagverblijven rondwaren. Ook na coronajaren eisen die inmiddels weer hun plaats op in het veroorzaken van ongemakken….
In het zonnige Sliedrecht werd fel om de punten gestreden. Naast de eigen input heb ik overigens ook gebruik gemaakt van het verslag door Joey Grochal geplaatst op de site van de schaakvereniging Goes (www.svgoes.nl). Erg snelle weggevertjes waren er deze keer niet bij, er werd op het scherpst van de snede gevochten om alle punten. Helaas was Mattias Stolk op bord 7 het eerste slachtoffer van een scherp spelende tegenstander. Deze ook-invaller “Good Old Jo” beleefde een plezierige middag i.t.t. Mattias. Na een klassieke en “soliede” opening, zag wit zijn kans schoon al vroeg een kansrijk/beslissend paardoffer op f7 te brengen, terwijl Mattias nog niet had gerokeerd. Vervolgens sneuvelde ook een pion op e6 en kreeg de tochtige koning van Mattias een enorme aanval over zich heen. Dat leek dan ook niet goed te kunnen gaan en dat deed het ook niet…
Maar gelukkig was buurman Louis Rutgers op bord 8 goed bezig. Vanuit de opening zette hij zijn tegenstander onder grote druk. Hij kon gewoon een mooi paard op g5 “in laten staan” omdat na h6xg5 de witte dame vernietigend zou binnen vallen met Dh5 mat. Maar ook via het centrum had Louis alle troeven in handen. Zijn tegenstander besloot om nog wat tegen te spartelen en niet als eerste klaar te zijn. Geen probleem voor Louis, die zijn tegenstander tot overgave dwong zodat het evenwicht weer snel hersteld was: tussenstand 1-1.
Verder werd er dus hard gestreden, remises waren er deze middag niet. Jaco meende bij een “rondje langs de velden” dat niemand echt slechter stond, minimaal remise en er bij Hans Karelse winstkansen. Toch kwamen we in een fase waarin de Zeeuwse Meisjes enerzijds keihard optraden en vervolgens als boter tussen onze vingers door glipten. De eerste die dat overkwam was Tijmen Schakel op bord 4. In de opening leek er niet al te veel aan de hand, al speelde zijn jonge tegenstander al snel zijn geliefde c5-c4. Het verslag van onze tegenstanders suggereert ongeveer dat Tijmen werd weggespeeld, maar Tijmen, uw verslaggever en “Good Old Fritz” deelden die mening niet! Na dameruil op de damevleugel zag uw verslaggever toch vooral witte mogelijkheden opdoemen voor een mooie opmars van Tijmen’s centrumpionnen, zeker toen Tijmen de mogelijkheid had gekregen (en benut!) om een paard op e5 te plaatsen. Daarna kwam de pionnenwals er ook (g4, f4 en e5), maar hoe dan verder? Volgens Tijmen stond het in die fase ergens + 2,5. Zijn tegenstander vertelde overigens achteraf niet ongerust te zijn geweest en dat er voor zwart via de 2e rij via b2 aanvalskansen waren. Ergens mistte het bij Tijmen ergens en miste hij de juiste voortzetting. Daarna was duidelijk dat de zwarte dreigingen via de 2e rij en een paard op g3 wel erg “reëel” waren en dat Tijmen via zijn centrumpionnen geen relevante dreigingen meer kon creëren. Hier glipte het eerste pakje boter uit onze handen: 1-2 achter. Jaco Vonk had op het eerste bord te maken met hun sterkste man (score zelfs 6 uit 6!), hoewel die ook wel op bord 3 had gespeeld. Henk had zich dan ook op deze tegenstander voorbereid en had gezien dat hij regelmatig tegen zeer sterke spelers had gespeeld (>2400 bv). Jaco speelde een hem bekend openingsgambiet, dat zijn tegenstander blijkbaar niet vaak tegen zich krijgt en diep in zijn geheugen moest graven… De stelling was goed in evenwicht en dat gold deze keer ook voor de wederzijdse tijdsbesteding. Jaco had in deze stelling (diagram waarin f7-f5 wordt gespeeld en niet Tb5-b2)

de bekende druk over de b-lijn, maar koos voor aantasting van het witte centrum met 28. … f5, waarna zijn tegenstander zich met 29. a6 tegenkansen verschafte. Maar, Jaco had ten onrechte 28. … Tb2 verworpen, omdat hij dacht dat wit met 29. Dc4 alles bij elkaar zou houden. Niet dus, mits Jaco de mokerslag 29. … Txf2 uit de hoge hoed zou hebben getoverd. Wit zit dan in enorme problemen, omdat na 30. Kxf2 Db2+ nog Dxa3 volgt. Hoewel de stelling materieel dan in evenwicht is, is het voordeel voor zwart gigantisch, omdat de witte a-pion verloren zal gaan, waarna de winst voor zwart binnen handbereik komt. Ook na het gespeelde 29. a6 miste Jaco nogmaals een kans, nl. gewoon die pion pakken. Maar Jaco speelde Da8 om het veld d5 in beeld te houden. Na het door zijn tegenstander gesuggereerde Da7 zou volgens Jaco’s tegenstander zwart ook een dikke plus hebben gehad. Nu kreeg wit alsnog de overhand en dat was hem wel toevertrouwd. Langzaam verdween de stelling van Jaco in de afgrond: tussenstand 1-3.
Ook bij Tony glipte het pakje boter door de vingers. In een ogenschijnlijk rustige stelling werd niet gerokeerd en had wit een tweetal stevige dubbelpionnen op c- en g-lijn. Dat gaf hem de mogelijkheid zijn h-toren direct in de strijd te gooien. De stelling was ruimschoots OK voor Tony. Maar op de 23e zet maakte hij een foutje, wat een belangrijke pion op d6 kostte. Hij won wel een pion terug, terwijl het vervolg van beide kanten zeker niet foutloos was. Uiteindelijk ontstond een toreneindspel, waarin de pionnenstructuur voor Tony steeds lastiger/slechter werd en het witte voordeel groter en uiteindelijk beslissend: tussenstand 1-4.
Tja, om alsnog op 4-4 te komen moesten de resterende 3 partijen wel worden gewonnen. Hans stond prima op bord 6, Henk op bord 3 stond ook wel wat beter, maar het was nog niet duidelijk of het genoeg zou zijn voor winst. En Tim Schakel op bord 2 leek enerzijds geen echte winstkansen te hebben, maar de remisemarge leek nog wel binnen bereik. Tim op bord 2 had evenals Jaco op bord 1 een sterke tegenstander met een scoren van 3½ uit 4. Tim zette de partij (erg) rustig op en zijn tegenstander bereikte snel gelijk spel. Het evenwicht was lange tijd niet echt verbroken al leek zwart wel een klein plusje te hebben. En dan is het tegen een sterkere tegenstander altijd lastig spelen als ook de klok zijn woordje gaat meespreken. Te lang koos Tim voor een passieve opstelling, waarbij hij koos voor 25. Td2 ipv Td6. Diagram.

Later bleef de stelling voor Tim lastig, maar wel speelbaar. Ruim 10 zetten later was er nog steeds sprake van een toreneindspel. En Tim zat al behoorlijk krap in zijn tijd. Zoals hij zelf zegt, kwam hij op het onzalige idee 37. h4 te spelen, waarna na 37. … Tb3, 38. Kg2, h5! 39. gxh5 Kg7 de tweede diagramstelling ontstaat.

Dan blijkt ook een nadeel van h4, de koning kan er niet meer terecht en moet terug naar de 2e rij. Daardoor neemt ook de druk op pion b2 toe, want zwart neemt dan met schaak en krijgt een extra tempo. Er zat niet anders op dan nu maar wel met de eigen toren passief over de 2e rij heen en weer te schuiven en dan kan zwart er (waarschijnlijk) niet doorkomen. Maar nu koos Tim wel voor een actieve torenzet, al bleek de activiteit van zijn toren alleen optisch. Zwart manoeuvreerde handig met zijn koning en toren, veroverde nog een pion en dwong Tim tot overgave, waarmee de Zeeuwen hun overwinning binnen hadden: tussenstand 1-5.
Er resten dus nog 2 partijen. Op bord 3 stond Henk Boot zeker niet slecht na 20 zetten. Wit had (toen al) moeite een beter veld voor zijn paard te vinden en koos voor 21. Pc3-d1 (diagram na Ph5).

Henk zag af van 21. … c4 omdat hij het gat op d4 niet aan wit wilde gunnen. Toch was dat beter dan het overigens niet slechte 21. .. Ph5 en daarna Pf4, waarna zwart nog steeds de makkelijkere stelling had. Maar ook enkele zetten later had c4 met de dreiging Pd3 nog de voorkeur, hoewel het gekozen h5 niet slecht was. Maar na het aarzelende 25. .. De7 had wit onverwijld 26. e5 moet spelen en zou hij zeker niet slechter hebben gestaan! Nu kon Henk na 26. Lxf4 Txf4 op het gespeelde 27. Pd3 het tussenschaakje Ld4+ zetten (diagram)

en daarna met Tf6 het zwakke g6 pionnetje een steuntje geven. Henk kon zijn stelling duidelijk verbeteren, vooral door het veld e5 te blokkeren, waardoor wit met een zwakke witte loper bleef zitten (-2 volgens Fritz). Hoewel Henk met 31. … Dg7 een 2e aarzelende damezet produceerde en zijn voordeel daarmee aanzienlijk slonk, bleef hij de touwtjes wel in handen houden, zeker na ruil van alle zware stukken. Opvallend genoeg “voltooide” Henk zijn ontwikkeling pas op zet 42 met Ld7! Hoewel de computer zijn voordeel wel significant vindt (-1,7) vond Henk dat hij wel gewonnen stond, omdat hij met zijn loper de witte loper met tempo’s tot een nietszeggend stuk kon reduceren. Wit gaf op na zet 54. Diagram na Ld1-c2.

De laatste partij werd gespeeld door Hans Karelse tegen een andere Zeeuwse Hans, Nu moet gezegd dat “onze Hans” tot hij ging studeren namelijk ook in Goes woonde, nog teamleider aldaar is geweest en er dus op gebrand was tegen Goes te spelen, van wie hij “Good Old Jo” zelfs nog kende. Onze Hans was duidelijk de bovenliggende partij en speelde het ogenschijnlijk sterke Pf4-e3,

maar gaf zwart daarmee onbedoeld een kans (Pf6xe4!), overigens hoogstens genoeg voor gelijk spel. Die kans werd niet gepakt, want zwart sloeg op e3. Overigens had onze Hans zelf Pf4xg6! kunnen spelen, maar hij verwierp deze mogelijkheid helaas. Maar zoals het ging kwam hij ook steeds beter te staan en kon enkele zetten later de zwakke zwarte a-pion verorberen. Na deze kleine maaltijd kwam zijn overwinning niet meer in gevaar.
Helaas dus opnieuw verlies, waarbij er zeker bij de verliezers meer heeft ingezeten. En gelukkig was het een spannende wedstrijd, anders dan de zeperd in Souburg. De volgende wedstrijd spelen we in Rotterdam op 1 april (geen grap) tegen Charlois 3, die net als wij 6 matchpunten hebben. Het is echt nodig dan punten te pakken, omdat we de laatste wedstrijd de koplopers Stukkenjagers uit Tilburg te bestrijden krijgen. En het verschil in onze afdeling is onwaarschijnlijk klein, slechts 2 matchpunten tussen nummer 4 en nummer 10!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *