Terug naar nieuwsoverzicht

Kwartfinale bekertoernooi en ronde 22 interne competitie

Het was mooi om te zien dat alle 4 kwartfinale partijen konden worden gespeeld op de geplande datum 28 februari. Ook werden er nog 9 wedstrijden in de interne competitie gespeeld! Het is voor uw verslaggever toch een groot genoegen te zien hoeveel van de spelers hem helpen met de input voor de verslaglegging. Natuurlijk is het leuker een verslag te schrijven, als je een partij gewonnen hebt, maar ook schrijven als je eigen resultaat (flink) tegenvalt is voor uw verslaggever een belangrijke hulp. Het is goed al deze medeclubleden daarom eens extra te noemen en hun hiervoor in het zonnetje te zetten.
In het bekertoernooi was Eddy Korevaar als eerste klaar tegen Christian Boudewijn. Vanuit een klassieke opening had Eddy een ruim pionnenfront in het centrum en een daarbij behorend ruimteoverwicht. Eén doorgeschoven pion op d5 was natuurlijk een perfecte ondersteuning voor een wit paard op c6. Eddy draaide de duimschroeven tamelijk hardhandig aan en werd door Christian “geholpen” toen die ongelukkigerwijze zijn zwarte loper op g7 tegen het paard op c3 ruilde. Eddy verwoordde het na afloop zo: “Ik heb Christian op de 24e zet uit zijn lijden verlost”. (= matgezet)
De tweede beslissing viel in de partij tussen Tony Else en Jaco Vonk. Al in een zeer vroeg stadium verdwenen de dames in het doosje en moest er gemanoeuvreerd worden. Tony concentreerde zich op het veld c7 in de hoop een “vorkje mee te p(r)ikken”. De stukken van Jaco werkten beter samenwerkten dan die van Tony. Bovendien had Tony een ver opgerukte geïsoleerde pion, die uiterst kwetsbaar oogde. Hoewel Jaco de a-pion van Tony veroverde was de strijd daarmee zeker nog niet gestreden. Maar toen Tony de meest accurate zetten niet vond, werd zijn verdediging steeds moeilijker, zeker nadat het Jaco een witte centrumpion kon ruilen. Jaco wist vervolgens zijn positionele voordeel te verzilveren.
In de derde partij speelde Hans Karelse tegen Henry Houweling. Hans had duidelijk een initiatief en dreigde dankzij een penning van een zwarte pion op e6 via 18. Lf4 materiaal te winnen, (diagram)

omdat de blokkade met het “geplande” e6-e5 dus verboden was. Hoewel Henry dit had gemist, kon hij met kunst en vliegwerk overeind blijven. Hij vond de “enige” zet Pxe4 die Hans al zag aankomen toen hij Ld2-f4 speelde, waarmee zwart enerzijds de loper op f4 aanviel met zijn toren op f8, maar ook de dreiging Pe4-d2 in de stelling bracht. Hans schrok terug voor Lxb8, maar dat had wel gekund, omdat na 19. … Pd2 eenvoudig Dxb7 mogelijk was! Na het gekozen 19.Lxh6 liet zwart na voordeel te krijgen. Nu bleef Hans nog steeds beter staan. In de hierna volgende tijdnood werd Hans in het eindspel niet echt zenuwachtig. Het aantal pionnen nam weliswaar duidelijk af en er ontstonden stellingen waarin wit moest opletten zwart niet pat te zetten. Tenslotte resulteerde remise door herhaling van zetten, waarmee Henry zeker niet ongelukkig was. Natuurlijk zijn we benieuwd naar hun 2e confrontatie.
Voor de vierde partij in het bekertoernooi had Tijmen Schakel zich voorbereid op een bepaalde opening van Henk Boot. Die kwam niet op het bord, ook al omdat deze niet tot Henk’s standaardrepertoire behoort. Henk had zich ook wel voorbereid, maar wist niet helemaal welke variant Tijmen in door hem voorbereide opening zou kiezen. Ook hij koos dus voor iets anders. Dit werd natuurlijk pas na afloop duidelijk. De opening die op het bord kwam, beloofde in ieder geval interessant spel met mogelijkheden tot initiatief voor beiden. Henk kon al snel de thematische opzet b7-b5 spelen, terwijl Tijmen via Lh6 zijn zwarte partner op g7 afruilde. Hoewel Tijmen flink wat denktijd investeerde, zoals we van hem kennen, was het tijdsvoordeel voor Henk vanaf de 15e zet tot zo’n 10 minuten beperkt. Henk richtte zijn aandacht op de witte pionnen e4 en d5 en kon de dekkingszet f3 negeren en 17. Pxd5 spelen, (diagram na 17. … Pxd5)

omdat de e4-pion niet mocht terugslaan vanwege de dreiging Dxe2 mat. Henk voelde dit als een duidelijke plus, maar Tijmen vond het pionverlies niet zo (heel) erg. Henk was vooral tevreden met de mogelijkheid even later een sterk paard op d4 te posteren, terwijl de witte loper van Tijmen niet voor al te veel gevaar zorgde. Tijmen probeerde met zijn h-pion de zwarte stelling te ondermijnen, terwijl Henk zijn f-pion opspeelde en de witte koningsvleugel met f5-f4 behoorlijk blokkeerde en vervolgens zijn toren via e5 naar g5 dirigeerde. Hij was op dat moment (zet 29) duidelijk de bovenliggende partij, ook volgens de computer, die -2,2 aangaf (diagram na 29. Te5-g5).

Maar Henk vond het moeilijk de taaie stelling van Tijmen open te breken. Achteraf had hij op de 40e zet met c5-c4 misschien een tweede front moeten openen, maar ook dan zou hij aan de stelling van Tijmen nog een hele kluif hebben gehad.
Hij probeerde met 43. … d6-d5 van de penning over de e-lijn te profiteren met pionwinst, maar het resultaat viel hem nogal tegen, omdat ook zijn eigen f-pion daarbij sneuvelde. Diagram na 43. … d5.

Maar toch maakte Henk wel vorderingen. Vanaf de 45e zet ging wederzijdse tijdnood een rol spelen en beiden hadden hun increment hard nodig. Henk had even na de 60e zet met Pe4 zijn c5-pion kunnen beveiligen en een gewonnen stand bereiken. Maar hij wilde het laatste witte pionnetje op a2 nog even meesnoepen, maar overzag dat deze gedekt stond door de loper op e6! Maar ook Tijmen zag dit niet, want die had zijn aandacht op de c5-pion gericht en nam die met 64. Txc5 mee. Maar toen speelde Henk alsnog Pe4+ en dat was gelijk een vork. Henk won dus nogal gelukkig, zij het niet helemaal onterecht. Maar wel jammer dat het eind “niet de schoonheidsprijs verdiende….”
Naast deze 4 bekerwedstrijden werden in de interne competitie in ronde 22 nog 9 partijen gespeeld. Er was deze avond dus sprake van een hoge opkomst! Arjan Uittenbogaard speelde opnieuw een goede partij, nu tegen Louis Rutgers. Hij stond goed, veroverde op een gegeven moment een kwaliteit en liet dit voordeel niet meer los. Nu won hij dus wel. Johan Vroege redde het niet tegen Egbert Meier. Zeker toen Egbert materiaal voorkwam, met zijn torens diep doordrong in de witte stelling en ook nog een tweetal vrijpionnen op de damevleugel naar voren stuurde, was zijn winst duidelijk.
Mattias Stok zocht tegenover André van Wingerden zijn heil op de damevleugel, terwijl André zijn vizier richtte op de koningsvleugel. Volgens de computer kwam Mattias met een duidelijke plus uit de opening. Maar hij misrekende zich, verloor een pion op de damevleugel en verloor na Pd4 materiaal. Diagram na Pd4.

Het voordeel van André nam snel beslissende vormen aan en hij zette Mattias op zet 40 mat.
Mark Couwenberg kwam tegen Huig Visser in een hem ook met zwart bekende opening terecht. Geen frivoliteiten dit keer, maar degelijk spel. De spanning in de stelling kwam er later overigens alsnog. Hoewel Mark dacht iets fout te hebben gedaan, bleek dat niet zo. Na ruil van flink wat materiaal hield hij het loperpaar over met een toren tegen twee torens van zwart. De stevige pionnenstructuur van wit verhinderden activiteit van de zwarte torens, terwijl de witte lopers wel konden manoeuvreren. Toen wit een verre gedekte loper in het centrum kreeg en rond de 40e zet een aantal pionnen leek te gaan winnen, gaf Huig op. In de analyse na afloop was dat overigens wel te vroeg, want dan zouden zijn zwarte torens juist tot leven kunnen komen! Overigens was Mark niet echt van plan achter die pionnen aan te gaan, maar de strijd was nog zeker niet beslist. Mark kreeg het punt dus wat snel toebedeeld.
Gerard de Gans had het deze week minder moeilijk tegen Chris van Wieringen, die al snel in een verloren stand terecht kwam.
Anne van Heelsum had het moeilijk tegen Jan Post, die steeds beter kwam te staan en bij de 27e zet leek hij de winst in handen te hebben. Anne vond toen nog wel de sterke verdedigingszet 27. Le4, die Jan niet had zien aankomen.

Jan was hierdoor in verwarring en vond van zijn kant niet het noodzakelijk f5, maar speelde 27. … Le3? en dat kostte veel materiaal na bv Tcd1 of mat. Anne ging er dus plotseling met de winst vandoor!
Bert van Hees tegen Bram Capelle verliep aanvankelijk zeer gunstig voor mij met zwart. Op een gegeven moment stond ik 3 pionnen voor op een volkomen open damevleugel  en de koning stond aan de andere kant veilig geposteerd. Op die koningsvleugel ondernam Bert nog een uiterste aanvalspoging via o.a. een sterk paard op f5. Bram raakte het spoor bijster, kwam in tijdnood en met een mooi slotakkoord veroverde Bert het winstpunt, die vast niet meer op een vol punt had gerekend! Bert van Geldere en Rob van Driel waren aan elkaar gewaagd. Rob bood vredelievend remise aan. Bert wilde echter nog wel verder spelen en een poosje later had Rob een klein nadeel van een dubbelpion. Het ging daarna nog best lang redelijk gelijk op, maar Bert kon Rob langzaam aan toch tot meer verzwakkingen dwingen. De uiteindelijke beslissende troef was een vrijpion die niet meer van promotie kon worden afgehouden en voor de winst zorgde.
David Carlsson en Chris Tromp speelden een aanvankelijk gelijk opgaande partij, waarin David zijn pionnen op de damevleugel naar voren stuurde. Chris vatte dat wat te licht op en na pionnenruil kreeg David een kanjer van een pion op a7. Diagram na Txa4.

Maar in het vervolg buitte hij zijn voordeel niet voldoende uit en kon Chris het vervaarlijke pionnenmonster op a7 veroveren. Er werden daarna nog meerdere stukken geruild waaronder de dames, waarna de remisehaven voor Chris weer in beeld kwam. Met deze remise kon Chris na afloop wel het meest tevreden zijn.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *