Terug naar nieuwsoverzicht

Kwartfinales bekercompetitie en ronde 21 interne competitie op 05-03-24

De kwartfinales in de bekercompetitie stonden op het programma. De wedstrijd tussen Wim Rietveld en Christiaan Boudewijn moest worden uitgesteld, omdat Christiaan in het buitenland was. Chris Tromp koos tegen Eddy Korevaar een erg ongelukkige openingsopzet. Zijn batterij Lc2-Dd3 greep wat in het zwarte luchtledige en blokkeerde bovendien door de aanwezigheid van een pion op d2 de deelname van de loper op c1 aan de partij. Eddy kon even later gewoon Lxh2+ spelen en snel daarna een paard op d4 laten neerploffen. Nadat zijn zwarte loper de witte toren op a1 had opgehaald, was de witte stelling een geïmplodeerd luchtkasteel. Een soepele overwinning voor Eddy dus.
Bij de andere bekerwedstrijden liep dat anders. In de wedstrijd tussen Henk Boot en Jaco Vonk kwam er een klassiek opgezette partij op het bord. Henk dacht rond de 15e zet wat minder te staan, maar vond de actieve manoeuvre Le2-d3-f5, waarop Jaco zijn loper en dame weer terugtrok naar e7, respectievelijk d8. Henk leek na zijn 18. Pe5 actiever te staan. Diagram.

Ook de computer gaf hem toen een plusje, maar na ruil van een aantal stukken bleef er een remiseachtige stelling over. Ook de computer week op dat moment in zijn oordeel op dat moment nauwelijks van een 0.00 af. Henk’s remiseaanbod op zet 26 werd door Jaco aanvaard. Beiden mogen dus binnenkort op herhaling na deze vrij voorzichtige en correcte partij.
Dat was niet het beeld na afloop van de partij tussen Bram Capelle en Tony Else. Hoewel het vanuit de opening redelijk gelijk op ging, moesten beiden wel goed opletten. Na ruil van een aantal lichte stukken en de torens ontstond een eindspel met voor beiden dames, een paard en een flink aantal pionnen. Bram gebruikte ook erg veel tijd om het goede plan te bedenken en dan helpt het ook niet, als je vergeet de klok in te drukken na je zet! En dat overkwam Bram enkele keren. Met een blik op de klok en tijdnood van Bram besloot Tony snel te spelen. We weten natuurlijk “allemaal” dat zoiets lang niet altijd verstandig is…. Zo ook nu, want Tony maakte een duidelijke blunder. Bram kreeg een mooie pionnenmeerderheid op de damevleugel. Maar bij het “verzilveren” van dit stellingsvoordeel, brak zijn toenemende tijdnood hem lelijk op. Tony profiteerde van de mogelijkheden in de stelling om via herhaling van zetten remise te bereiken in een inmiddels weer volledig gelijke stelling. Ook zij mogen dus op herhaling.
In de interne competitie was de partij tussen Anne van Heelsum en Edwin Morks als eerste beslist. Een soepele/redelijk vlotte overwinning voor Anne, het is maar vanuit welk perspectief je de partij bekijkt. Ook de partij tussen Mattias Stok en Jan Post werd geen latertje. Jan koos een ongelukkige openingsopzet. Mattias wist er wel raad mee, drong de stukken van Jan snel en ver terug en won. “Gauw vergeten” verzuchtte Jan na afloop. Rob van Driel had tegen Gerard de Gans ook niet zijn dag. Gerard verwoorde het na afloop zo: “Hij, = Gerard, had mogen winnen”.
Hans Karelse en Louis Rutgers zaten opnieuw tegenover elkaar. Dat was alweer de vierde keer dit jaar, omdat zij ook al een tweetal bekerduels hadden uitgevochten. In de opening bleven beiden op vertrouwd terrein. Louis kreeg na verloop van tijd een mooie pion op d5 en mogelijkheden via de b-lijn in de witte stelling te penetreren. Het was duidelijk dat langzamerhand het voordeel van Louis steeds groter werd en zelfs winnende vormen had aangenomen. Diagram.

Hans probeerde met dame en paard nog verwarring in de zwarte koningsstelling te zaaien en was daarmee onverwachts succesvol. Er volgde namelijk 31. Dg5 Tb1, 32. Pf4 d4?, 33. Kg2 Kh7, 34. Pxh5 gxh5, 35. Lc2+ (yes!) Kh8, 36. Dh6+ Kg8, 37. Lh7+ Kh8, 38. Lxb1 (niet eens “nodig”) Kg8, 39. Lh7+ Kh8, 40. Lg6+ Kg8, 41. Dh7+ Kf8, 42. Dxf7mat! Louis had namelijk ipv 32. … d5-d4 gewoon de witte toren op a1 kunnen slaan, gevolgd door bv. Txd1+, Db2+ en Th1 mat. Au…, want Hans profiteerde nu optimaal door de tijdwinst, geboden door d5-d4 te gebruiken en de zwarte koning op een mataanval te trakteren. Hans erkende na afloop ruiterlijk dat het geluk ditmaal geheel aan zijn zijde was geweest, maar herinnerde er wel fijntjes aan dat hem dit seizoen ook enkele keren glad gewonnen stellingen door de vingers zijn geglipt. En daar had hij natuurlijk helemaal gelijk in, maar dat maakte het resultaat voor Louis deze avond natuurlijk niet minder pijnlijk.
André van Wingerden bestreed de opening van Ernst Delwel met een gesloten opzet. De stelling was in eerste instantie in balans, maar toen André 12. f4 speelde, (diagram)

bleek het zwarte paard op g4 op een stabiele “outpost” te staan en was niet eenvoudig van zijn stuk te krijgen. Zeker toen André ook nog kort rokeerde, namen de zwarte kansen op speldenprikjes door dit paard alleen maar toe. Het werd dus oppassen voor André en hoewel ook hij een paard op de helft van Ernst had, richtte dit ros niet veel kwaad aan en kon wel, indien nodig, redelijk eenvoudig worden weggejaagd. Na terugtrekken naar f3 kon het witte paard worden geruild en nam het voordeel van Ernst serieuze vormen aan. De poging van André om met 25. De7 zelf wat te dreigen of de dame bij de verdediging te betrekken, zette niet veel zoden an de dijk Diagram.

Na 25. … cxd3, 26. Dd8+ Tf8, 27. Dxd3 Db6+, 28. Kh1 deelde Ernst met Dxb2 de genadeklap uit: mat of torenverlies. Diagram.

Ernst strafte in deze partij de ongelukkige openingsopzet van wit met harde hand af.
In de partij tussen Arjan Uittenbogaard en David Carlsson had David weliswaar een stuk tegen een pion geïnvesteerd, maar kreeg hiervoor een initiatief tegen de witte koning. Volgens uw verslaggever als toeschouwer langs de zijlijn, had David eerder met g5-g4 in de aanval moeten “doorpakken”. Toen hij daarmee aarzelde, nam Arjan het initiatief over en de witte aanval op de koningsvleugel bleek beslissend.
Bert van Hees en Bert van Geldere speelden een partij, waar vanuit de opening bekende oprukkende pionnenformaties aan verschillende kanten van het bord verschenen. Zwart leek hierbij zeker niet slechter te staan. Uiteindelijk brak het (te) lang uitstellen van de rokade witte Bert flink op en zwarte Bert profiteerde met een mooie aanval met zijn zwarte torens, waarbij hij het genoegen had de witte monarch midden op het bord mat te zetten.
Wij zagen deze avond ook een tweetal nieuwe gezichten. Arnold van Es en Denys Pavlogradsky, die het gelijk tegen elkaar mochten opnemen. Zij zetten hun partij rustig op, zowel qua stelling als qua tijdsgebruik. De tegengestelde rokades boden goede mogelijkheden tot een interessante partij en dat werd het ook. Uiteindelijk ontstond een toren-paard eindspel met aan beide kanten nog flink wat pionnen. Tenslotte overzag wit een valstrik. Zwart sloeg op e2 een wit paard en wit dacht dat hij een kwaliteit voorkwam door een zwarte toren op d3 te slaan. Maar zwart had goed gezien dat hij daardoor de mogelijkheid kreeg om met de vork Pe2-f4+ de witte toren op d3 te veroveren. Zo won zwart dus een stuk en dat was voldoende om de winst naar zich toe te trekken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *