Deze avond was het de laatste avond van het reguliere seizoen. Koploper Eddy Korevaar was deze avond in het buitenland en dat zou betekenen dat Jaco Vonk hem nog net zou kunnen inhalen. Dat was natuurlijk niet de ontknoping waar iedereen op zat te wachten, maar gelukkig was Louis Rutgers zo sportief om op zaterdag 17 mei vooruit te spelen. Louis speelde met wit. Opnieuw moest Eddy er hard voor werken. Er kwam een Draak op het bord en het ging lange tijd gelijk op met elk een toren en het loperpaar. Maar op een gegeven moment maakte Louis een inschattingsfout en Eddy kon daarna met de nodige tussenschaakjes in korte tijd een drietal pionnen buit maken. Dat was voor Louis te veel en hij feliciteerde Eddy met de overwinning en het kampioenschap! Als we de seizoenen 2019-2020 en 2020-2021 buiten beschouwing laten, omdat er toen vanwege de coronapandemie geen of slechts een minimale reguliere competitie werd gespeeld, moeten we diep in de archieven duiken om een andere clubkampioen te kunnen aanwijzen dan Jaco Vonk (6x) of Henk Boot (5x), die sinds het seizoen 2011-2012 de buit verdeelden! In de seizoenen 2008-2009 en 2010-2011 waren de laatste andere kampioenen Kasper Euser en Tim Schakel. En ook voor een tweede plaats van Eddy moeten we ver in het verleden terug, namelijk tot de seizoenen 2009-2010 en 2011-2012. Dus het is heel mooi dat er een nieuwe kampioen is dit jaar, die zowel in de interne als in de externe competitie uitstekend gescoord heeft! De titel komt Eddy dan ook met recht toe!
De tweede plaats was ook dit jaar voor Jaco Vonk. Weliswaar verloor hij in de interne competitie slechts eenmaal (van Eddy), maar tegen zijn andere concurrenten, Hans Karelse, Gela Nikoladze, Henk Boot en Tony Else won hij slechts één partij (van Henk). In de overige 9 partijen werd het remise, opvallend! In vergelijking met Jaco verloor Eddy vijfmaal, maar speelde slechts tweemaal remise, beide keren tegen Henk. Dus een opvallend verschil hoe Eddy en Jaco hun punten dit seizoen hebben verzameld!
Deze avond probeerde Michaël Houweling Jaco Vonk ook een (half) punt af te snoepen. In deze en de volgende partij van André leek het alsof we een bezoekje aan de dierentuin brachten. Het werd na de opening druk op de witte koningsvleugel, waarbij Jaco wat meer ruimte ter beschikking had. Maar in een ingewikkelde stelling raakte Michaël verstrikt en dat gaf Jaco de kans opeens toe te slaan op de damevleugel. Dat leverde Jaco een kwaliteit op, maar hij moest daarna nog wel goed oppassen voor de samenwerking van de lichte stukken van Michaël, maar uiteindelijk gaf de eerdere kwaliteitswinst de doorslag. Net als bij eerdere partijen van Michaël is te zien dat hij inmiddels goed schaakt, maar tegen de sterkste tegenstanders geconfronteerd wordt met het “net niet” fenomeen. Het is natuurlijk de vraag wanneer dit omslaat in een “net wel”, want het lijkt erop dat hij daar dichtbij is.
Gela Nikoladze kwam tegen André van Wingerden dus ook al in een soort dierentuin terecht, waarbij de zwarte stukken wel hun tanden lieten zien en in de witte prooi zetten, maar niet doorbeten. Op zet 15 zat Gela echt in het nauw en speelde c2-c3 (diagram).
André had dit met Pxc3 kunnen afstraffen, al zou de meest dwingende variant niet al te makkelijk te vinden zijn geweest vanwege het “probleem” van veel mogelijke en mooie zetten. Even later sloeg André alsnog op c3. Na het ongelukkige 19. Lg2 om ruimte te maken voor de korte rokade dreigde wit een prooi te worden voor de zwarte beesten. André koos nu voor de eenvoudige kwaliteitswinst via Lxd1, terwijl de duimschroeven met Lc2-d3 voor het grijpen lagen. Diagram na 19. Lf1-g2.
Hoewel André nog steeds beter stond, werden in deze fase door beiden niet steeds de beste zetten gevonden naar de mening van de deskundige achteraf (=computer). Ongetwijfeld had dat ook te maken met de beperkte tijd van vooral André. Gela besloot in het eindspel de trucendoos open te trekken en alles op de zwarte koningsstelling te richten. Dat had nog niet fataal hoeven zijn, maar in tijdnood koos André de verkeerde zetten en kon Gela zwart zelfs mat zetten. Een pijnlijke nederlaag voor zwart na zo’n mooie start van de partij. Martijn Stam en Hans Karelse speelden een interessante partij, waarbij Martijn al snel met zijn h-pion opstoomde tegen de zwarte koningsstelling. Na h5 en het zwarte antwoord Pxh5 offerde hij zonder blikken of blozen met Txh5 een kwaliteit. Dat was zeker geen slecht idee. Maar hij had sneller zijn andere toren naar de h-lijn moeten brengen. Dat gebeurde niet en daardoor kon Hans de balans in evenwicht houden en na verloop van tijd, ondanks het mobiliseren van de witte paarden voor de aanval, het initiatief overnemen en de winst naar zich toetrekken. Egbert Meier was tegen Henk Boot al snel buiten “zijn” theorie en speelde dus origineel en zeker niet slecht. Maar toen hij zich liet verleiden tot een “loos” schaakje met Lh7+, was dat het begin van een hellend vlak. Henk kon na Pe7 en g6 de loper op h7 opsluiten. Het offeren van de loper op g6 hielp niet en het ging voor Egbert al snel van kwaad tot erger en Henk won snel. Ook Tony Else had tegen Huig Visser slechts een beperkt aantal zetten nodig. Het leek er allemaal nogal rustig aan toe te gaan, Tony bezette vier en Huig drie rijen, maar toen Huig zich verkeek op een adequate dekking van de witte pionnen, kwam er een stoomwals over zijn stelling en kon Tony met Lf6 en Txh7 een bekend torenoffer brengen. Aan mat op h8 viel voor Huig niet meer te ontkomen.
Vrijdag werd de slotronde van de SOS-competitie, zoals al enkele jaren gebruikelijk, gespeeld bij DBC in De Bilt, die daarvoor een prima locatie hebben, al was het parkeerterrein wat omgevormd met hobbels en bobbels, net zoals overigens bij enkele van onze partijen het geval was. Opvallend was de wedstrijd Bommelerwaard – Houten in onze poule. Het team van Bommelerwaard kwam met slechts vier spelers opdagen en lieten alle zwartborden leeg, waarna het uiteindelijk 6-2 voor Houten werd. Al stond er niets meer op het spel qua ranglijst, ik vind het niet sportief en volgens mij had de wedstrijd niet eens gespeeld mogen worden! In het competitiereglement, artikel 25.1, staat immers dat een team met meer dan de helft van de spelers moet opkomen. Tja, we zullen wel zien of de competitieleider hierover nog wat zal zeggen.
In onze eigen wedstrijd stonden we overigens bij de start ook al met 1-0 voor, omdat onze tegenstanders van Vegtlust maar 7 spelers hadden kunnen mobiliseren. Mattias op bord 4 had dus een gratis punt en moest zich een avond lang zien te vermaken. Gelukkig bood de aanblik van de stellingen van het team daarvoor zeker de gelegenheid. Bij een aantal borden zag het er al snel goed uit, vooral bij Gela en André, terwijl er nergens echt verliesgevaar dreigde. Gela op bord 3 maakte gebruik van onoplettendheid van zijn tegenstander en won al snel de witte e4-pion. Ook positioneel had hij duidelijk de touwtjes in handen en kon zijn torens via de c-lijn het witte kamp binnenloodsen. Dat leverde een tweede pion op. Na torenruil bleef er een dame-paard eindspel over en de zwarte stukken dreven de witte koning in een matnet. Een mooie overwinning. Vervolgens was er mooi nieuws op bord 7 bij Hans Karelse. Zijn tegenstander opende met b2-b4 en dan moet je vaak al snel je eigen weg vinden. Na het openen van de a-lijn ruilde Hans torens op a1 en na Lxa1 stond die loper dan wel op een mooie diagonaal, maar richtte daar geen schade aan en was dus ook niet makkelijk inzetbaar op andere diagonalen. Hans had een plezierige stelling op de koningsvleugel, hoewel de computer het niet zo bijzonder vond. Maar langzaam aan nam zijn voordeel duidelijke vormen aan. Een alleraardigst visueel beeld ontstond toen na 25. Pf5 de f-lijn in een paardenstal leek te zijn omgetoverd. Diagram na 25. Pe3-f5.
Vanzelfsprekend ruilde Hans met 27. … Lxf5 om na 28. gxf5 g4 te spelen. Na 32. … gxh3 was de open g-lijn “the place to be” voor de zwarte dame. De samenwerking tussen dame en paarden verliep perfect, zoals bleek uit de mooie en volgens Hans voor hem leukste zet Pf4xd3! Diagram na 36. … Pf4xd3.
Hiermee kwam het veld f4 vrij voor de dame. Hoewel wit weliswaar een toren naar b7 kon dirigeren en een toren op e7 en een zwakke pion op f7 kon belagen, bleek het niet nodig deze stukken te verplaatsen. De toren op e7 mocht wit gewoon pakken. Immers, de aanval van Hans was met 2 paarden en dame sneller en doorslaggevend en wit kon de zwarte matdreiging op g2 niet meer voorkomen. Diagram na 39. … Df4-g3+.
Ook bij André op bord 6 ging het best soepel, want al na 12 zetten gaf de computer +2 aan. En vervolgens verspeelde zwart simpel een pion (diagram na 12. … e6-e5)
en alras volgde ook hier een tweede pion en schommelde het voordeel rond de +4. Het kostte André weinig moeite, maar nog wel wat zetjes om de vis op het droge te krijgen. Een “rustgevende” 4-0 voorsprong dus. De volgende uitslag kwam van Tony op bord 5. In de opening werd de pion op e5 “geruild” tegen de pion op g7. Voor deze lichte verzwakking van de koningsvleugel kreeg hij een mooi pionnencentrum. Tony was echter beducht voor dreigingen tegen zijn koning en aarzelde met het opspelen van zijn centrumpionnen. Dat zou hem wel voordeel hebben opgeleverd, nu werd het een gelijke stelling na ruilen van verschillende stukken. Vervolgens greep Tony mis op zet 30. Hij was hier Kf6 van plan (is OK), maar speelde op “safe” met 30. …Kf8, maar dat bleek “very unsafe”. Diagram na 30. … Kf8.
Oei, toen verscheen 31. Th3 op het bord en kost Kg7 gewoon de pion op f7 na Pxf7. Nu is 31 … Tc7 objectief gezien de beste zet, maar in plaats daarvan koos Tony ervoor om voor het toreneindspel te gaan met 31 … f6, 32. Txh7 fxe5, 33. Txb7. Natuurlijk is die positie theoretisch volledig verloren! Op een gegeven moment gaf Stockfish zelfs even een beoordelingsdip van -7 tot -61!! al duurde dat maar één zetje, maar toch. Met objectief slechte zetten kon Tony eindelijk zijn toren activeren en wat tegenspel krijgen. De volgende stelling na 47. … Txh3 kwam op het bord: Diagram na 47. … Txh3.
Het witte voordeel was al aanmerkelijk geslonken en verdween helemaal na 48. Txa6 (beter 48. b3). Na 48 … e3 49 fxe3 Th1+ 50 Kd2 (50 Kf2 d2 51 g6 Tf1+ =) Th2+ 52 Kd1 Th1+ enz. werd het remise door herhaling van zetten. Oeps… voor de tweede keer dit seizoen ontsnapte Tony met remise vanuit een theoretisch verloren toreneindspel. Maar wie van ons is ooit teruggekomen van een -61 oordeel van een engine? En met deze remise was ook de teamoverwinning dus al binnen. Daarna was het woord aan Jaco Vonk, gewoontegetrouw op bord 1. Zijn partij startte langzaam en rustig. Op een gegeven moment ontstond er een typisch Engels pionnenblokje f4 en e4 versus f5 en e5 met twee gefianchetteerde koningslopers. Jaco heeft dit natuurlijk al talloze malen bij de hand gehad en hij voelde zich best thuis in deze stelling. En ook opvallend genoeg, zijn tegenstander gebruikte beduidend meer tijd dan Jaco. Het breekpunt kwam op zet 26, toen Jaco h5 speelde. Zijn tegenstander vervolgde met g4xh5 en nu kon Jaco via Lf5 een kwaliteit winnen, zij het ten koste van een pion. Wijsheid achteraf (de computer thuis dus) gaf aan dat Jaco hierna nog wat directer had kunnen spelen, maar zijn voordeel bleef intact. Mede door tijdnood speelde wit enkele wat minder sterke zetten en trok Jaco de stand naar zich toe. Restte nog de partijen van Henk Boot op bord 2 en Louis Rutgers op bord 8.
Henk meldde dat hij vanaf zet 4 “out of book” was. Tja, het advies is dan natuurlijk om toch nog eens een openingsboek ter hand te nemen. Toch deed hij het niet onaardig. Na een tweetal pionoffers van zwart hield hij er eentje over en had na zo’n 10 zetten een ruime plus, al voelde het overigens als een bescheiden plusje. Diagram na 16. … cxd4.
Henk speelde hier De4 en pas de volgende zet Pxd4. Na 18. … Pxe5 concentreerde hij zich op de penning van dit paard met Te1, maar veel eenvoudiger was natuurlijk 19. Pc6 geweest! Maar ook na het gespeelde 19. … f6, 20. c5 had hij een royale plus, maar in deze mooie stelling werd het rekenen weer eens te moeilijk voor Henk. Zwart drong met zijn zwarte dame de witte stelling binnen en na 22. … Pe5-d3 (diagram)
was Henk gedwongen zijn dame tegen twee torens te ruilen op e8. Zijn voordeel was inmiddels wel verdwenen en toen zwart na 26. Te2 zijn dame terugtrok naar g5 (beter f4 trouwens), miste Henk het voor de hand liggende 27. … Pf4. Zijn 27. Pxb7 was dan ook echt een grafzet die hem in een verloren positie bracht (-6 tot -8). En dat terwijl 27. Te3 de niet al te moeilijke winnende zet was geweest! Vervolgens kon zwart na het gespeelde Pf4 via een flink aantal schaakjes nogal wat materiaal ophalen. Hierna dacht Henk weliswaar aan opgeven, maar omdat zwart wel erg veel schaakjes gaf, wilde Henk het zich met een toren op c1 en vrije c-pion nog wel laten bewijzen. Dat bleek achteraf “terecht” want de c-pion kon op zet 50 oprukken naar c6 en toen oordeelde de computer inmiddels tot 0.00! Na nog enkele schaakjes werd tot remise besloten Achteraf bleek ook nog dat er bij dat besluit precies driemaal dezelfde stelling op het bord stond, maar dat was beiden in hun tijdnood ontgaan. Dus helaas de weg naar winst gemist, maar daarna, net als Tony, heel goed weggekomen.
Als laatste was Louis Rutgers klaar. Hij speelde een sterke partij die in eerste instantie gelijk opging. Zwart deed het op zet 19 niet goed en Louis kwam een kwaliteit voor te staan. Na ruil van dames en lopers resteerde een eindspel met beiden 5 pionnen en Louis dus een toren tegenover een paard van zwart. Zijn toren stond op d7 en keek verleidelijk naar de pion op b7. Hoewel Louis de gevolgen van deze foutzet wel had gezien, speelde hij toch Txb7. Nadat zwart e5 speelde had de toren opeens geen goede velden meer! Onbegrijpelijk dat ik toch Txb7 speelde, verzuchtte Louis later. Dat werd dus een zure nederlaag voor hem. Wel/niet grappig was dat zowel Henk als Louis zich bezondigden aan het slaan van een vergiftigde pion op b7! Maar al met al was het voor een team een mooie 6-2 overwinning, waarmee de zure smaak van de nederlaag tegen Houten werd weggespoeld. Bovendien werd het team hiermee de beste tweede in de vier eerste klasse poules en stelden we hiermee promotie naar de Hoofdklasse veilig. Dat zal ongetwijfeld een zwaar jaar worden, maar we zullen ons proberen zo goed mogelijk te weren.
