Ingestuurd door: Mark Couwenberg
Commentaar bij de partij: Een lesje openingstheorie voor de witspeler. Zwart stuurt aan op een Benoni en kent hiervan precies de sterke en zwakke plekken. Wit speelt vooral op algemene principes en de partij gaat redelijk gelijk op. Maar rond de 25e zet heeft zwart een doorbraak, precies op de plaats waar hij reeds lang subtiele druk uitoefende. Wit verdedigt niet goed en de winst voor zwart is niet meer te missen.
Fritz geeft later aan dat wit 30 Pe2 had moeten spelen. Wit speelt echter Pb1 en dat is het begin van het eind.