Deze avond werd een begin gemaakt met de 2e cyclus in de interne competitie. Begrijpelijkerwijze was er veel aandacht voor het duel tussen Jaco Vonk en Henk Boot. De vraag was natuurlijk of Jaco de koppositie weer kon overnemen, maar dan moest hij wel winnen. Vol goede moed begon hij aan de klus en Henk was natuurlijk niet van zins hem daarbij erg behulpzaam te zijn. De opening die op het bord kwam was in een grijs verleden al wel eens gespeeld door beiden, maar de laatste jaren had Jaco andere wegen geprobeerd. Na zo’n 10 zetten zag het er gelijk uit. Jaco probeerde het centrum te veroveren, Henk had de damevleugel als “area of interest” gekozen. Na ruil van enkele pionnen, liet Jaco zijn oog vallen op de “zwakke c4-pion” van Henk, maar die had goed gezien dat een schaakje en paard manoeuvre deze pion voldoende steunden om voor Jaco een lastpak te blijven. Toch had hij deze pion zelfs kunnen offeren door met 17. … Lb7 ipv Dc5 gevolgd door 18. … Pb6 op actief stukkenspel aan te sturen en niet op behoud van de pion op c4! (diagram na 17. Kh1).
Dat had Henk dus niet overwogen….Zoals het ging, bleef de stelling geheel in balans. Henk kreeg nog visioenen van dreigingen via de lange diagonaal, maar schrok toch terug voor de consequenties van 21. .. Dd5 en speelde Dc5. Hiermee bleef de balans in evenwicht en toen alle torens waren geruild bood Henk remise aan. Jaco accepteerde met nog zo’n kwartiertje op de klok en Henk 25 minuten dit aanbod. De computer taxeerde de stelling op dat moment als een klein plusje voor zwart. Met dit resultaat verdedigde Henk zijn koppositie overtuigend en was geen moment echt in gevaar.
In de partij tussen Louis Rutgers en Hans Karelse kwam een interessante stelling op het bord, maar Louis verrekende zich. Door de zwarte dame op a5 aan te vallen met b4, overzag hij dat zwart met Pxd3+ een tempo won tegen de overbelaste witte dame. Hij sloeg met de dame terug op d3 en verloor hierdoor een paard op a4. Uw verslaggeven dacht dat een tussenzet met de bv Ke2 het stukverlies had kunnen voorkomen en nadeel beperken tot pionverlies. Nu kreeg Louis alleen nog wat ruimtevoordeel op de koningsvleugel en een open g-lijn, maar Hans hield de deur goed dicht en won eenvoudig met een stuk meer. Hij heroverde met deze overwinning de derde plaats op de ranglijst.
Bert van Hees speelde een goede partij tegen David Carlsson. Bert trok flink ten aanval op de koningsvleugel tegen de zwarte koning, terwijl het tegenspel van David op de damevleugel duidelijk trager was. Toen Bert met het krachtige f5-f6 zijn aanval verder versterkte, meende David met Pc4 wat terug te kunnen doen. Maar hier was g6 echt een absoluut noodzakelijke verdediging, want nu kreeg de aanval van Bert na Tf5 orkaankracht (diagram)
en werd de verdediging van David verpulverd. Met deze overwinning is Bert bezig met een goede reeks en is hij de top tien binnengekomen.
André van Wingerden wisselde in de opening 2 zetten om tegen Henry Houweling en stond met zijn koning op zet 8 al op f3! Overigens was dit allemaal al “bekend” en zelfs beter voor wit! Henry dwaalde verder van het rechte pad af. De witte koning kwam overigens nog keurig op het rokadeveld g1 terecht en ondertussen stormde wit op de damevleugel naar voren richting de zwarte koning. Daar was geen verdediging tegen en André behaalde dus toch nog een opvallend vlotte overwinning.
Chris Tromp en Christian Boudewijn maakten het elkaar niet gemakkelijk. Er ontstond een stelling waarbij zwart een isolani had op d5 en die leek niet zo sterk. Chris kwam uiteindelijk een pion voor en leek met aanzienlijk voordeel het eindspel in te gaan. Maar het lukte hem niet verder te komen en even later moest hij zelfs nog uitkijken. Tenslotte resteerde een toreneindspel dat potremise was. Dat was ook de uitslag bij de partij tussen Jan Post en Rob van Driel. Johan Vroege speelde tegen Huig Visser en leek wat beter te staan. Later leek het vooral Huig te zijn die voordeel had, maar uiteindelijk kwam ook hier een remise uit de bus.
Mattias Stok nam het op tegen Bert van Geldere. Langzaamaan kreeg Mattias de betere stelling en won even later ook een pion. Hij vergrootte zijn stellingsvoordeel en het lukte hem dit voordeel verder tot winst uit te bouwen.
Als laatsten begonnen Chris van Wieringen en Wim Rietveld omdat Wim pas wat later aanwezig kon zijn. Ze zetten een interessante partij op, waarin wat beter stond en zijn pijlen (loper-dame) richtte op de witte koningsstelling. Toen er na allerlei ruilactiviteiten door Wim een pionnetje op d3 kon worden gewonnen, kon Chris zijn verdediging niet meer bijeen houden en won Wim.