Terug naar nieuwsoverzicht

Ronde 19 interne competitie op 20-02-2024: Stuivertje wisselen

Op 20 februari werd de 19e ronde van de interne competitie, waarin runner-up Gela Nikoladze het opnam tegen koploper Henk Boot. Gela had er echt zin in, speelde de opening snel en agressief en verraste Henk al op de 10e zet met 10. Pd5 (diagram).

Dan is het altijd een lastige beslissing, is het offer deze keer correct of toch net niet? Henk besloot het niet aan te nemen, wat op zich wel had gekund deze keer… Nu werden de paarden geruild en bood Henk op zijn beurt pion g7 als kleine offerande aan. Deze keer besloot Gela van het aanbod af te zien, beducht voor het openen van lijnen tegen zijn koning. Ook hier vond de computer achteraf dat het pionnetje wel gepakt had kunnen worden.. Maar ja, die computers hebben nu eenmaal geen last van zenuwen. Nu ontwikkelde zich een gelijke strijd, waarin het initiatief eerst bij wit lag, maar Henk later kans zag centrumpionnen naar voren te sturen. Na e5-e4 en Df6 stond hij zeker comfortabel. Maar na ruil van torens op de g-lijn, overzag hij in een vlaag van schaakblindheid dat hij de lijn c3-h8 wel onder controle moest houden. Hij deed dat niet en het was ineens uit. Niet de eerste keer overigens dat deze schaakblindheid hem dit jaar treft.
Het andere topduel was de partij tussen Jaco Vonk en Eddy Korevaar. Na een niet ongewone opening, gaf een pionopstoot van Eddy juist aan Jaco een plus in de stelling (+1). Wat later koos Jaco niet de meest effectieve manier om zijn voordeel te vergroten. Hoewel beiden, althans volgens de computer thuis, niet steeds de allerbeste zetten uit de (hoge) hoed lieten ontsnappen, hield Jaco wel een kleine plus en verdiende tenslotte een langverwachte pion. Hoewel Eddy met actief spel probeerde het evenwicht te bewaren, miste hij ergens een finesse naar een min of meer gelijke stand. Maar toegegeven, het was een erg ingewikkelde stelling en daarom voor beiden niet gemakkelijk steeds de juiste zetten te vinden. Zo greep Jaco op de 24e zet met een “actieve torenzet” eigenlijk mis, omdat dat Eddy de mogelijkheid bood tot een ingenieus kwaliteitsoffer, maar Eddy overzag deze mogelijkheid. Ook de navolgende zetten bleken achteraf niet altijd de best mogelijke zetten. Hoewel Jaco later nog een tweede pion op de a-lijn kon oprapen, vond de engine het voordeel voor Jaco minimaal (+0.5). In het “voorstadium van de tijdnoodfase”, een mooie omschrijving van Jaco, wilde Eddy zijn paard activeren, maar dat gaf Jaco juist de mogelijkheid dit plan met een kwaliteitsoffer te doorkruisen en daarmee een dubbele vrijpion op de damevleugel te verwerven. Jaco zag wel perspectief in dit eindspel, omdat hij duidelijk het “makkelijkere spel” had. Het voordeel voor Jaco was nog steeds beperkt, maar toen passeerde er bij Eddy een flinke bok en het daaropvolgende familieschaak bezorgde Jaco het volle punt. Met deze zwaar bevochten overwinning en de uitglijder van Henk, kwam Jaco weer op kop in de ranglijst. Het verschil tussen Jaco en Henk blijft overigens minimaal.
John Dessens zette de partij tegen Hans Karelse rustig op. Hans greep zijn kans en veroverde ruimte in het centrum met een pion op e4. Toen John deze voorpost via f2-f3 probeerde te elimineren, bleek dat een verkeerd plan en ging het voor hem snel mis.
Tony Else en André van Wingerden zaten in een volgens Tony best rare partij tegenover elkaar. Weliswaar was de openingsopzet nog volgens het boek, maar André ging al snel met zijn pionnen op pad op de damevleugel. Begrijpelijkerwijze was het centrum voor Tony de aangewezen counterplaats. Na een kort tactisch intermezzo ontstond een stelling (diagram), waarin Tony zeker wist dat hij beter stond en de computer gaf hem later gelijk (ruim +2).

Hoe nu verder? Uiteindelijk koos hij voor een rustige voortzetting met Lg2, maar het was handiger geweest een schaakje in te lassen (De2 of Te1). Na Lg2 had André het beste voor de rokade kunnen kiezen, maar hij speelde liever vol op de aanval. Tony ving het allemaal rustig op en daarna werd het steeds moeilijker voor zwart iets zinnigs te bedenken. Dat zinde André natuurlijk niet, hij probeerde nog een tactische tegenstoot, maar dit schot miste zijn doel en Tony besliste hierna de partij in zijn voordeel.
Bram Capelle speelde tegen Arjan Uittenbogaard en zijn witte stukken domineerden al snel de partij. Arjan moest de rokade opgeven, want zijn torens hadden dringend “andere verplichtingen”. Vrijwel alle zwarte stukken waren tot verdedigen veroordeeld en hadden eigen nauwelijks een eigen actieve inbreng. Maar ja, hoe dan zo’n compacte verdediging te kraken? Bram vond uiteindelijk de juiste sleutel om het zwarte bolwerk te kraken in een kwaliteitsoffer even na de 30e zet. Een verdedigend sterk zwart paard werd door een witte toren “opgeruimd”. Hierna lag de weg open voor een doorslaande aanval. Een mooi punt voor Bram!
David Carlsson en Gerard de Gans speelden een onderhoudende partij. David grijpt in zijn commentaar terug naar een citaat uit de Heilige Schrift: “Een discipel staat niet boven zijn meester, maar een ieder die volmaakt is, zal aan zijn meester gelijk zijn”. (Lukas 6:40). In de partij ging het heen en weer en het voordeel was nu eens voor wit en even daarna voor zwart. Zo probeerden ze elkaar in een gelijkwaardige partij beentje te lichten. Uiteindelijk trok de leerling aan het langste eind. Maar na afloop in de bar versloeg de meester zijn leerling twee keer, waardoor deze toch met een goed gevoel naar huis kon gaan.
In de partij kostte het wit flink wat moeite en tijd om te reageren op de zwarte pionopstoot b5-b4. Diagram.

Na zo’n 20 minuten denken vond hij Pxd5 met een overweldigende aanval op de zwarte koning. Maar het gaat daarna soms niet zo verder als de aanvaller verwacht. Wit had even over het hoofd gezien dat zwart nog kon rokeren, iets wat hij achteraf had willen/moeten voorkomen. Het zou zeker sterker geweest zijn om Lg5 en niet het gespeelde Pg5 te hebben gespeeld. Diagram.


In deze situatie ziet het er allemaal nog steeds dreigend uit voor zwart, vindt de computer het niet meer dan gelijk (!) en met het vinden van (steeds!!) de beste schade kan de zwarte stelling nog wel worden gerepareerd. Diagram.
Toch bleek een laatste fout van de meester het einde van de partij in te luiden en de winst bij wit. Diagram.


In de partij tussen Rob van Driel en Anne van Heelsum zag Anne een matdreiging over het hoofd. Dat betekende het einde van de partij. Edwin Morks speelde tegen Wim Rietveld. Het lukt hem wel de zwarte loper op a7 op te sluiten, maar inmiddels had Wim elders op het bord behoorlijk wat materiaal buitgemaakt en dat gaf de doorslag. Egbert Meier had tegen Martijn Koutstaal een goede openingskeuze en hij kreeg een mooie aanval tegen de zwarte koningsstelling. Die werd zonder genade neergehaald en Egbert scoorde dus een mooi punt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *