Terug naar nieuwsoverzicht

Ronde 21 interne competitie

Aan de top van de ranglijst was er een bloedstollend gevecht in de partij van Arjan Uittenbogaard en Henk Boot. Een eerder gespeelde opening kwam opnieuw op het bord en Henk won binnen 10 zetten een pion. Henk dacht dat Arjan wat over het hoofd had gezien, zeker gezien de verzuchting van Arjan dat hij toch nog eens naar deze opening moest kijken. Maar hij stond eigenlijk helemaal niet slechter! Ook de computer vond het achteraf prima speelbaar en zeker niet slechter voor wit! Arjan speelde sterk en drong Henk terug, die rond de 20e zet zijn heil zocht op de koningsvleugel. Diagram na 21… g5.

Hij had daarbij 23. Dh5 wel zien aankomen en dacht met 24. .. Le8 en daarna Kg7 (beter Kh7 want dan geen Pe6+ of Pf5+) tenminste de toren op c8 te kunnen ruilen en zich dan loswerken. Maar daar zat wel een gaatje in dat idee… Want na 29. Pf5+ (Pe6+ was nog beter) dacht Henk zich met zijn koning in het vijandelijke kamp te kunnen verschuilen. Zou het nadeel na 31. … Kg8 nog enigszins binnen de perken zijn gebleven, nu stak hij zijn hoofd min of meer in een strop. Arjan veroverde beide b-pionnen en Henk had de grootste moeite zijn op a6 verdwaalde paard er weer bij te halen. Hij moest torenruil toestaan en was eigenlijk kansloos tegen de witte aanval op de damevleugel. Volgens de computer zelfs + > 8! Diagram na 42. Pe2

Maar 42. Pe2 gaf Henk de kans via Pb3 de pion op a5 te veroveren ten koste van de eigen pion op e4. Daarmee bleef Arjan’s voordeel “beperkt” tot 3.5 ipv > 7 als Arjan voor Pe2 eerst bijv. Lb5 had gespeeld en daarna zijn p[aard via e2-c3 naar a4 had gebracht. Nu kon Henk nog vechten. Maar ja, de beschikbare tijd… Vanaf zet 30 had Arjan nog minder dan 10 minuten en Henk nauwelijks meer. Dus beiden waren volstrekt afhankelijk van het increment. Omdat bij minder dan 5 minuten tijd niet meer hoeft te worden genoteerd, stokte de notaties van Henk bij zet 54. Arjan bood nog wel remise aan, maar Henk was wel erg arrogant om dit bij zo’n matige stelling af te wijzen. Hij leek de kous op de kop te krijgen, maar zwoegde moedig door, bood zelf later nog maar eens remise aan, maar Arjan vond toen terecht dat de partij maar moest worden uitgespeeld. Zo gebeurde. Waarschijnlijk rond de 75e zet werd alsnog remise overeengekomen, omdat Arjan, ook al met alle kibitzers rond de tafel, rond 23.30 uur geen winstweg meer zag. Een diagram van de slotstelling kon ik niet meer met zekerheid uit de herinnering opdiepen… Oeps…, daar zat dus niet voor het eerst dit seizoen in de interne competitie een engeltje op Henk’s schouder. Hoewel Arjan dus de winst liet glippen, speelde hij een voortreffelijke partij!
Het andere topduel werd gespeeld tussen Hans Karelse. Er ontstond een gelijkwaardig gevecht, waarbij Hans op een gegeven moment remise aanbood. Jaco is meestal niet zo van een snelle remise en antwoordde dat hij het nog wel erg vroeg vond voor deze uitslag en speelde liever nog even door. Uiteindelijk lukte het Jaco hans tot overgave te dwingen, maar hoe dat precies ging is mij ontgaan.
Henry Houweling begon voortvarend aan zijn partij tegen Gerard de Gans en bouwde een mooi centrum op. Het wachten leek op een centrumdoorbraak door Henry, maar toen uw verslaggever wat later keek, was er van dat centrum niet veel meer over en waren de lichte stukken van Gerard zeer krachtig tot leven gekomen. Henry voelde zich zo in het nauw gebracht dat hij zijn dame offerde voor een tweetal lichte stukken van Gerard. Gerard had hierna nog wat krachtzetten in petto en Henry kon niet veel anders doen dan het hoofd in de schoot leggen.
Bert van Hees koos er in zijn partij tegen Mattias Stok voor de zwarte loper op f5 met 9. g4 aan de tand te voelen en na .. Le4 gelijk maar met Tg1 en Pg3 zijn verdere aanvalsdoelen zwarte koningsvleugel duidelijk te maken. Mattias was niet onder de indruk en rokeerde gewoon kort. Na ruil van lichte stukken kreeg Bert weliswaar een loper op d6, maar een echte aanval tegen de zwarte koning zat er toen al niet meer in en de computer begon al een lichte voorkeur voor de zwarte stelling aan te geven. Diagram na 16. Ld6.

Toen vervolgens ook de laatste lichte stukken in het doosje waren verdwenen, resteerde een eindspel met de zware stukken en een pionnetje meer voor Mattias. Na het gespeelde 24. Dd7 vond Mattias de leuke zet e3, diagram

waarmee hij met een schaakje ook de pion op c3 kon meenemen en zijn dame kreeg daarmee een mooie centrale positie en verorberde op de volgende zet ook de c2-pion. Inmiddels gaf de computer de stelling een -2 in het voordeel van Mattias. Het kost in een dergelijk eindspel vaak een flink aantal zetjes om verder te komen, maar dat deerde Mattias niet. Hij hield de dreigingen van Bert verder goed in de gaten. Na eerst een stel torens te hebben geruild en later ook de dames hield hij een gewonnen toreneindspel over dat hij keurig uitspeelde. Opnieuw een prima winstpartij van Mattias!
Anne van Heelsum nam het op tegen Bert van Geldere. Nadat het aanvankelijk redelijk gelijk op ging, kwam hij toch een pion achter en veel compensatie leek hij niet te hebben. Langzaam aan werd het overwicht van Bert groter en kreeg hij beslissend voordeel.
Bij Rob van Driel tegen Huig Visser ontstond via wat omwegen een vrij “Franse” stelling. Huig werd steeds meer in het nauw gedrongen en kon het uiteindelijk niet bolwerken.
Bram Capelle en André van Wingerden speelden een partij met wisselende kansen. Bram stelde zich soliede op en kreeg meerdere troeven in handen en de computer beoordeelde zijn stelling rond zet 15-20 met een + 2, best lekker dus. André veroorloofde zich nog een tweetal onnauwkeurige zetten, maar toen Bram 24. Lxg5 naliet en c4 speelde, (diagram)

verdampte zijn voordeel snel en nam André het initiatief over en kon na torenruil met zijn 2e toren beslissend de witte stelling binnen denderen. Een koude douche voor Bram en ook weer typisch voor André die ook in slechte stellingen altijd op zoek gaat naar kansjes. En die doen zich dan nog regelmatig voor, zoals ook deze keer.
David Carlsson kreeg tegen Christian Boudewijn het betere van het spel, vooral meer ruimte op de damevleugel. Christian dacht zich met zwart los te kunnen werken met 24. … Pxd5, (diagram)

25. exd5 en e4 met aanval op het paard op f3 en de toren op a1. Maar ja met 26. Pd4 waren beide problemen opgelost. Dus met een stuk tegen een pion extra dacht wit rustig aan de overwinning te kunnen gaan werken. Maar ja, ook hier zat het venijn in de staart. Maar David zei in zijn verslag: “Val plat voor een pat!! Tja wat moet je niet meemaken in dit spel”. En Christian ging dus met een vette glimlach naar huis en David kon hoogstens een flauw lachje van de boer met kiespijn aan zijn gezicht laten ontsnappen. Diagram.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *