Terug naar nieuwsoverzicht

Ronde 24 interne competitie en extern De Giessen en Linge 1 – Vegtlust 1 op 02-04-24

Het eerste team mocht proberen het verlies tegen De Rode Loper in Utrecht te vergeten en trad aan tegen Vegtlust uit Maarsen. Opvallend genoeg kwamen zij pas voor het eerst bij ons op bezoek, terwijl wij de afgelopen jaren met enige regelmaat in Maarsen hebben gespeeld. We stonden beide op 8 matchpunten, dus in theorie zou het een redelijk gelijk opgaande wedstrijd moeten worden. Wel zijn zij door het wegvallen van een aantal spelers de laatste jaren verzwakt. Wij hadden een invaller nodig voor Tijmen Schakel, die vanwege zijn werkzaamheden eigenlijk niet beschikbaar bleek. Gelukktig kon Gela Nikoladze invallen op bord 3, al moest hij alle zeilen bijzetten om enigszins op tijd achter het bord aan te schuiven.
Op bord 2 werd Henk Boot verrast door de openingskeuze van zwart en koos hij een onhandige voortzetting. Zijn tegenstander had echter ook moeite gehad om vanuit Amstelveen (!) op tijd aanwezig te zijn. Ogenschijnlijk stond Henk een pietsje minder toen zwart op zet 14 remise aanbood en Henk dat wijselijk aannam. Achteraf stond Henk nl. best slecht bij thuisanalyse met de computer. Maar er was dus voldoende tijd voor een goede nazit, waarbij bleek dat Henk in het verleden nog tegen twee nichtjes van zijn tegenstander had gespeeld! Even later droeg ook André van Wingerden op bord 7 een halfje aan de score bij. Ook hier was in de nazit duidelijk dat remise helemaal niet zo’n logische uitslag was, want André had in het toreneindspel groot en mogelijk winnend voordeel kunnen krijgen.
Vervolgens kwam het team op voorsprong via Louis Rutgers die op bord 6 een puike partij afleverde. In een stelling met tegengestelde rokades was duidelijk dat zwart “niets” had tegen de witte koning op b1, maar dat de zwarte koning toenemend voor zijn leven moest vrezen. De zwarte koningsstelling werd opengebroken en Louis zaaide wat dood en verderf in het zwarte kamp en trok de overwinning fraai naar zich toe. Daarna was het de beurt aan Gela Nokoladze op bord 3. In een klassiek opgezette partij na een witte e4-opening bleek Gela de finesses van de stelling beter te hebben ingeschat. Verschillende stukken werden geruild, waaronder de dames en het resterende toreneindspel met een pion meer voor Gela, werd krachtig en fraai naar winst gevoerd, een 3-1 voorsprong halverwege dus, terwijl ook de andere stellingen gelijk of beter voor ons stonden.
De volgende bijdrage kwam van Arjan Uittenbogaard op bord 8. In een vrij open stelling moesten beiden oppassen voor een penning, maar dat werd keurig “opgelost” met een royale ruil van stukken, waarna een evidente remisestelling overbleef. De tegenstander van Arjan bood opvallend genoeg gezien de stand in de wedstrijd remise aan en Arjan had natuurlijk geen redenen dit aanbod af te wijzen. Vervolgens was het woord aan Hans Karelse op bord 4. Hij had wat minder ruimte op de daemvleugel, maar uit het gewoel kwam hij toch tevoorschijn met een voorsprong van een stuk tegen twee pionnen. Hoewel dat later zelfs drie pionnen werden stond de binnengedrongen zwarte toren op d3 toch aardig op de tocht. Uiteindelijk restte zwart niets beters dan een kwaliteitsoffer. En omdat zwarts enig overgebleven stuk een zwarte loper was en wit met koning en loper alle witte centrumvelden onder controle had, kon Hans zijn h-pion in beweging brengen. Dat resulteerde tenslotte in een niet meer te stuiten opmars, waarbij het Hans zelfs niet deerde dat zwart met zijn zwarte loper de toren van Hans aanviel. Die kon gewoon geofferd worden, maar in plaats van dit offer aan te nemen en Hans een promotie van de h-pion te gunnen, besloot zwart de vlag te strijken en hiermee was de tussenstand inmiddels 4,5-1,5 in ons voordeel en waren de matchpunten binnen. Maar daarmee was de koek voor ons nog niet op. Ook Mattias Stok op bord 5 kreeg een gunstige stelling op het bord. Hij had inmiddels een pionnetje meer dan zijn tegenstander. Er ontstond uiteindelijk een eindspel waarin wit het loperpaar en zwart een loper en paard had, terwijl de pionnen, 6 voor wit en 7 voor zwart al redelijk dichtgeschoven waren. Bovendien moest wit goed op zijn tijd letten, want zoveel had hij er niet meer van over. Toen Mattias verzuimde in het eindspel de pionnenstructuur open te breken, was wit er snel bij om er een stevig metselwerk van te maken. Mattias moest dus in remise berusten. Als laatste viel er een beslissing aan bord 1 bij Jaco Vonk. De partij werd rustig opgezet en de stelling leek redelijk in evenwicht. Misschien een heel klein tikkeltje gemakkelijker te spelen voor zwart=Jaco. In ieder geval lukte het hem kleine vorderingen te maken en moest wit steeds meer zoeken naar goede zetten. Toen Jaco met zijn toren via de b-lijn binnenviel, bleek dat de offensieve kracht van zijn lopers aanzienlijk was. Het leverde Jaco de witte a-pion op. Maar ook hier moest de witte pionnenstructuur worden aangetast en Jaco deed dat terecht met e7-e6. De witte stelling werd steeds gammeler, zeker na e6xd5 en het witte c4xd5. De hierdoor ontstane zwarte vrijpion op de c-lijn kon daarna, ondersteund door toren en loper, aan zijn opmars beginnen. Wit besloot om in een inmiddels glad verloren stelling de pijp aan Maarten te geven. Opnieuw liet Jaco zien dat ook met niet al te veel tijd op de klok, het de moeite loont om geduldig kleine vorderingen te maken. Daarmee werd een mooie 6-2 overwinning geboekt.
In de interne competitie werden ook nog een vijftal partijen gespeeld. Het was fijn te zien dat “good old kibitzer” Gerard Brand weer eens aandachtig kennisnam van de gespeelde partijen. Vooral werd zijn aandacht getrokken door de partij tussen Bert van Geldere en Bram Capelle. Ook dit keer wist Bert vanuit de opening een breed pionnenfront op de damevleugel te posteren. Dat eiste veel verdedigende aandacht van Bram en hij kwam door het sterke spel van Bert hier steeds meer in de problemen en uiteindelijk kon hij de verdediging niet gesloten houden. Ook dit keer weer een sterke partij van Bert! Gerard de Gans nam het tegen een andere Bert, nl. Bert van Hees op. Op een gegeven moment pikte Bert een vorkje mee. De stukwinst die volgde, was eigenlijk het begin van het einde voor Gerard. Bert won later nog een stuk en richtte de pionnenstructuur op de witte damevleugel te gronde. Anne van Heelsum won via een penning een stuk tegen Huig Visser en dat was voldoende voor een vlotte winst.
De partij tussen Arnold van Es en Chris Tromp ging gelijk op. Dat gold van het begin tot het eind en remise was dus de logische uitslag. Rob van Driel speelde een prima partij tegen David Carlsson. Hij vond het niet erg dat David een pionnetje op b2 meenam, want hij ontwikkelde een mooi initiatief op de koningsvleugel. Toen David op zijn koningsvleugel geen verwoeste pionnenstructuur wenste, won Rob zijn pion vrij snel terug en zette een krachtige aanval op. Diagram na h3-h4.

Hij kreeg zelfs een mooie pion op f5 die de zwarte loper op c8 van de verdediging weghield. Inmiddels had hij groot voordeel. Toen zwart met 26. .. Le3+ probeerde tot een indirecte loperruil te komen, overzag hij dat na 27. Tf3xe3 de dame op Dd1 de loper op h5 weer dekte. Vandaar dat hij opgaf.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *