Het einde van de interne competitie komt snel naderbij. Afgelopen dinsdag 17 mei was de voorlaatste avond van de interne competitie. Sinds Henk Boot had tegen Jaco Vonk enkele weken geleden het onderlinge duel in zijn voordeel had beslist en de eerste plaats op de ranglijst had overgenomen. Hierna had hij zijn positie de weken erna versterkt door zelf te winnen, terwijl Jaco vanwege zijn werk enkele keren verstek moest laten gaan. Deze avond kon Henk bij winst zich opnieuw kampioen noemen. Tony Else was zijn tegenstander. In het eerdere onderlinge duel had Tony hardhandig aan het langste eind getrokken. Henk had dus een dubbele reden om deze avond met winst huiswaarts te keren. Henk stelde zich allereerst rustig en soliede op en hoopte Tony te verleiden tot langdurig gepeins om een mooi plan te vinden. Daaraan werkte Tony niet mee, speelde gewoon in een vlot tempo goede zetten, terwijl Henk meer tijd in zijn stelling moest investeren. Misschien stond Tony een snufje gemakkelijker, maar koos een ongelukkig plan met 14. Ph4 en 15. f4. Diagram na 15. f4.
Dat gaf Henk de mogelijkheid om met De7, Te8 en vervolgens Pd5 de zwakke broeder op e3 op de korrel te nemen en tegelijk het ongedekte paard op h4 te bevragen. Tony koos met 18. Pxg6 voor een wanhoopsoffer, maar kwam na enkele zetten tot de slotsom dat hij met een hopeloze ruïne bleef zitten. Hiermee had Henk dus revanche genomen voor zijn eerdere nederlaag en ook Jaco als kampioen afgelost. Natuurlijk was het een raar seizoen, omdat we een flink aantal avonden vanwege corona-beperkingen niet fysiek konden spelen. Toch konden gelukkig nog 24/25 rondes in de interne competitie worden gespeeld.
Louis Rutgers verdedigde zijn fraaie 3e plaats op de ranglijst met zwart tegen Arjan Uittenbogaard. De opening leek in eerste instantie rustig te verlopen. Opvallend was de open f-lijn van Arjan en later ook van Louis. Maar omdat Louis geen pion meer op d6 had, kon Arjan een loper op a3 zetten en zo voorkomen dat Louis van de f-lijn gebruik ging maken. Zijn ruimtelijke voordeel was aanzienlijk, zeker omdat behalve een loper op f6, Louis al zijn stukken naar de 8e rij had terug getrokken. Diagram na 22. … Pf8.
Bram Capelle nam het op tegen Hans Karelse. Al vroeg in de partij verscheen Hans’ dame in het centrum. Plaagstootjes van Bram noopten Hans tot voorzichtigheid en dat vertraagde de ontwikkeling van zijn andere stukken. Na ruil van pionnen in het centrum, kwam er een toren van Bram op e5. Die leek daar toch niet heel veel invloed te kunnen uitoefenen en in de volgende zetten kon Hans een pionnetje buitmaken. Bram had hiervoor naar het leek slechts minimale compensatie. Maar de door Hans opgezette koningsaanval sloeg niet door en kostte een kwaliteit. Bram ging vol vertrouwen het eindspel in, al Hans enkele lichte stukken actief neergezet. De partij eindigde abrupt toen Bram voor Sinterklaas ging spelen en Hans een toren kado deed. Door deze gelukkige overwinning staat Hans op de ranglijst inmiddels vrijwel gelijk met Louis Rutgers en de laatste ronde komende week zal duidelijk maken wie op de 3e plaats zal gaan eindigen.
Christiaan Boudewijn nam het op tegen André van Wingerden. Christiaan heeft dit jaar de meeste ELO-punten verdiend en gaat aan de leiding op de ELO-progressielijst. Hij kreeg van André geen kans zijn partij rustig op te zetten. André ging van start als een olifant in de porseleinkast en dat verleidde Christiaan tot enkele minder nauwkeurige verdedigingszetten. Hoewel op André’s aanvallende zetten ook wel eens iets was aan te merken, verwaarloosde Christiaan de dekking van de f2-pion. Tja, toen André’s dame daar kon binnenvallen met Dxf2+ was het gelijk uit.
Chris Tromp verraste Ernst Delwel met zijn openingskeuze, waarna Ernst met een witte loper op b7 en achtergebleven pion op c7 tegen twee sterke witte pionnen op b5 en d5 aankeek. Hij was dan ook bepaald niet gelukkig met zijn eigen stelling. Wit beheerste wat meer ruimte en de halfopen d-lijn, terwijl zwart zware stukken op de halfopen e-lijn had neergezet. Ernst had wel de mogelijkheid zijn pionnen op de koningsvleugel naar het front te sturen en toen hij f5-f4 (diagram)
Jan Post leek tegen Gela Nikoladze lange tijd aan de goede kant van de score uit te zullen komen. Na een onnauwkeurigheid van Gela veroverde Jan een pion op d5. Gela probeerde er het beste van te maken, nam een open g-lijn met zijn torens in bezit en keek niet op een pionnetje meer of minder. Hoewel Jan inmiddels drie pionnen voorstond, kreeg Gela toch wat venijnige kansjes. Toen Jan dacht met zijn loper op soliede wijze pion f4 te dekken, overzag hij een penning en verloor hij pardoes zijn mooie loper. Blijkbaar hierdoor behoorlijk aangeslagen, bleek Gela over de sterkere zenuwen te beschikken en ging er alsnog met de winst vandoor.
De partij die als eerste klaar was werd gespeeld door David Carlsson en Huig Visser. Na een rustige opening, gebeurde er van alles. Huig gaf een stuk tegen twee, later één pion. David stond inmiddels een “stuk” beter. Omdat Huig vooral probeerde zelf kansen te creëren, overzag hij de dreigingen van David, die hem vanwege een penning nog een stuk kostte. Daarom gaf hij in een hopeloze stelling op.