Terug naar nieuwsoverzicht

Ronde 25 en 26 interne competitie en halve finales bekercompetitie

Op 21 maart werd ronde 25 van de interne competitie gespeeld. Dit was ook de laatste ronde van de 2e cyclus. Diezelfde avond speelde het 2e SOS-team een externe wedstrijd tegen het 3e team van Oud Zuylen – Utrecht. Dit team kwam met slechts 5 spelers aanzetten, zodat Christian Boudewijn het eerste punt gratis in de schoot geworpen kreeg. Bert van Hees op bord 1 en John Dessens op bord 5 brachten keurige remises binnen. Goede overwinningen waren er voor Mattias Stok en David Carlsson. Alleen Bert van Geldere moest de eer aan zijn tegenstander laten. Dit betekende een 4-2 overwinningen. Grappig is dat het team driemaal met 4-2 won en driemaal met 2,5-3,5 verloor!!
In de interne competitie speelde Louis Rutgers tegen Henk Boot een rustige opening, die hij de laatste tijd wel vaker toepast. Henk kreeg al snel bevredigend spel en meer ruimte in het centrum. Dat leidde weliswaar tot een duidelijke plus voor zwart, maar na het witte 19. Pf3 (diagram)

richtte Henk met Df6 zijn vizier op de witte f2-pion, maar nog beter zou Dd5 zijn geweest om via 20. .. Lg4 en 21. Te4 een dameswitch Dd5-h5 te spelen om daarna met f4xg3 het witte paard op f3 te winnen. Nu verdween zwarts voordeel na enkele wat aarzelende zetten. Toch bleef het enorm opletten voor Louis en hij miste na 26. … Dd5+ dat Henk na Df3 met 27. Te2+ een mokerslag kon uitdelen: stukverlies (Pd2) of na Tf2 Txf2 via Lg4 de dame kon winnen. Diagram.

André van Wingerden besloot de opening anders dan gebruikelijk te spelen tegen Jaco Vonk. Na de opening was de stand redelijk gelijk. Maar André was met 23. Pxh4 toch wat te hebberig (pionwinst), maar eerst f4xe5 had Pxh4 een stuk sterker gemaakt. Nu kon Jaco met exf4 spelen op stukwinst. Na ruil van alle zware stukken, kon Jaco eenvoudig de winst binnen halen.
Hans Karelse en Christian Boudewijn speelden een onderhoudende partij, waaraan de tegengestelde rokades zeker bijdroegen. Na afloop complimenteerde Hans Christian, omdat hij dacht dat ze beiden gedurende lange tijd goed hadden gerekend. Maar de computer met zijn wijsheid achteraf was thuis zoals zo vaak onverbiddelijk. Als eerste miste Hans op de 10e zet een kans op groot voordeel, Christian volgde dat voorbeeld op zet 17 toen hij Lf8-g7 speelde. Op de 25e zet was de stelling nog in evenwicht mits Christian Pf4-h3+ had gedaan, (diagram)

want na 26. Kg2 h5! Heeft zwart voldoende tegenkansen. Na het gespeelde Pe2+ volgde 26. Txe2 Lxe2, 27. Dxe2 Dxc3 28. Pc5! waarna de zwarte stelling hopeloos was.
Arjan Uittenbogaard was tegen Tony Else even niet bij de les. Na een rustige opening “vroeg” Tony met 18. … Lg4 even aan de witte dame op d1 wat zij van plan was. Gewoon even opzij dan maar of, oh nee… De zet 19. Lf3 kostte hem pardoes een stuk, omdat na Dxf3 de zet Pc4xd2 Txd2 een paard op c3 in zijn hemd zou blijven staan. Toen Arjan daarom besloot tot 20. Pa4 vanwege de zwarte dame op b6. Maar dat kostte nog een stuk. “Game over” schreef Tony.
In de partij tussen Huig Visser en Bram Capelle ging het eerst gelijk op, al was een gepend paard op f3 wel een beetje lastig. Maar helemaal toen Huig op b6 ruilde, waardoor Bram de open a-lijn in bezit kreeg, kon Bram met torenverdubbeling de witte stelling binnendringen. De passieve witte torens konden onvoldoende weerwerk bieden en Bram won. In de partij tussen Johan Vroege en Henry Houweling kwam Henry al snel een stuk voor en won snel. Egbert Meier kwam tegen Rob van Driel enkel pionnetjes achter. Hoewel er een lopereindspel ontstond met lopers van ongelijke kleur, kwam de winst van Rob niet meer in gevaar. Gerard de Gans won van Chris Tromp maar achteraf mochten we niet vragen “hoe”. Chris van Wieringen kreeg in een aanvankelijk rustige stelling tegen Anne van Heelsum steeds meer voordeel en won.
Met deze avond kwam er dus een einde aan de tweede cyclus van de interne competitie en gaat Henk Boot nog steeds aan de leiding, op korte afstand gevolgd door Jaco Vonk. De derde plaats lijkt stevig in handen van Hans Karels, terwijl Tony Else, Louis Rutgers, Mattias Stok en André van Wingerden zich verdringen om plaats 4.
Op 28 maart werd een begin gemaakt met de derde cyclus, maar werden ook de halve finales in de bekercompetitie gespeeld. Hierin nam Jaco Vonk het op tegen Eddy Korevaar, die een uitstekende partij speelde en Jaco flink terugdrong. Jaco had meerdere stukken moeten terugtrekken naar de onderste rij, terwijl zwart dreigde de witte koningsvleugel met g5-g4 aan te tasten. Ook op de damevleugel had zwart de overhand en kon Jaco ondanks de batterij Lf2-Dg1 daar niet veel uitrichten. Bovendien had Eddy toch een flinke hoeveelheid tijd meer. Maar hij besloot volgens uw verslaggever toch iets te gehaast met g5-g4 een pion te offeren, waar hij die dreiging door de “steunzet” Ta7-h7 nog een stuk dreigender had kunnen maken. Nu kon Jaco zich toch behoorlijk loswerken en uiteindelijk de winst naar zich toe trekken.
In de andere halve finale gaf Henk Boot Hans Karelse niet opnieuw de kans hem in de opening te verrassen. Met zijn lange rokade maakte Henk duidelijk dat hij snel met zijn pionnen de zwarte koningsvleugel wilde bestormen. Hans had teveel tijd nodig om een actie tegen de witte koning op touw te zetten. Toen Hans niet onmiddellijk met g6-g5 de witte opmars g4-g5 verhinderde, voelde Henk zich als een vis in het water na g5xh6. Ook andere pionnen werden op de koningsvleugel in de strijd geworpen, er verscheen niet alleen een loper op d4, (diagram na 23. Ld4)

maar ook alle zware stukken werden op de open g-lijn geposteerd toen Hans zich bezondigde aan het opsnoepen van de witte h6-pion. Het onheil kwam hierna snel over hem heen.
In de interne competitie werd dus een begin gemaakt met de derde cyclus, overigens nog zonder deelname deze ronde van Henk Boot, Jaco Vonk en Hans Karelse. Johan Vroege smaakte het genoegen van zijn eerste overwinning. Met zwart speelde hij tegen Huig Visser en kon zijn dame via h4 richting witte koning sturen. Vanwege de ondersteuning door een tweetal torens werd de witte verdediging volledig gekraakt. John Dessens kwam tegen Chris van Wieringen een stuk voor. Dat bleek voldoende voor de winst. Rob van Driel had het moeilijk tegen Chris Tromp. Langzaam aan verdwenen de stukken van het bord, maar Rob leverde daar in de loop van e partij liefst drie pionnen bij in. In het resterende dame-eindspel met 0 tegen 3 pionnen was de enige vraag of er nog ergens eeuwig schaak in zat. Niet dus en het was over toen Chris dameruil kon forceren. Het was fijn na geruime tijd van afwezigheid Jeroen Brandsma weer op de club te zien. Hij speelde zijn bekende opening tegen Henry Houweling en stond heel aardig. Toch wilde hij niet forceren en dan ergens een onnodige fout maken. Ook Henry kon met de voorgestelde remise vrede hebben.
Tony Else en Bert van Geldere maakten er een ingewikkelde partij van. Beide spelers kwamen niet tot een rokade. In een tamelijk gesloten stelling waren de twee paarden van Tony toch iets beter dan de twee lopers van Bert, omdat zij die ingesloten konden houden. Hoewel Tony enkele kansen op vergroten van zijn voordeel voorbij liet gaan, profiteerde Bert hier niet van. Bovendien zaten beiden inmiddels tamelijk krap in hun tijd en dit bevorderde de “foutloosheid” van de partij niet. Uiteindelijk veroverde Tony een pion op h6. Toen Bert daarna nog een blunder maakte was de strijd over.
Christian Boudewijn en Bram Capelle bestreden elkaar op het scherpst van de snede. Na ruil van meerdere stukken lukte het Bram weliswaar een kwaliteit te veroveren, maar een zeer actieve toren diep in de zwarte stelling in combinatie met een sterke zwarte loper van wit gaven in ieder geval wel compensatie. Bram kon ook met een toren de witte stelling binnendringen, maar inmiddels zette Christian een vrijpion op de b-lijn in beweging. Bram moest nog even opletten voor mat achter de paaltjes, maar hij besloot ook zijn 2e toren op de 2e rij te zetten, waardoor remise door eeuwig schaak de einduitslag bepaalde. Gerard de Gans had het erg moeilijk tegen David Carlsson. David kreeg mooie ver opgerukte vrijpionnen op de koningsvleugel en het kostte Gerard veel moeite om in het paard-loper eindspel het zwarte spel op de koningsvleugel te ontregelen. Want David maakte inmiddels ook vorderingen op de damevleugel en kon met zijn a-pion doorlopen. De tijd die het Gerard had gekost de pionnen van David op de koningsvleugel op te peuzelen, kwam hij dus later op de damevleugel te kort. Een mooi eindspel van David.
Bert van Hees was er tegen Arjan Uittenbogaard snel bij om met wat vuurwerk op de proppen te komen. Hij offerde zijn c-pion voor open lijnen, en ook aan de andere kant van het bord zette hij zijn g- en h-pion in de vooruit. Het kostte hem wel de rokade, maar hij bereikte in het middenspel wel de betere stelling. Tijdelijk leek hij zelfs een stuk te winnen, maar op een listige manier won Arjan het stuk via een penning terug. De stand was weer redelijk gelijk. Het remiseaanbod van Bert was bij Arjan blijkbaar aan “dovemansoren” gericht. Arjan taxeerde zijn pionnenstelling namelijk als potentieel beter dan die van Bert. Er werd vervolgens nog her en der wat geruild. In het toreneindspel dwong Bert wel een torenoffer van Arjan af op de a-lijn, maar zijn koning was daardoor in buitenspelpositie geraakt. Arjan liet zijn 2 pionnen vrolijk oprukken met steun van de koning en Bert kon er natuurlijk maar eentje tegenhouden en gaf daarom op. Een spannende pot, ook om van de zijlijn te zien, inclusief de analyse na afloop!
Een leuke partij was die tussen André van Wingerden en Mattias Stok. Na een rustige opening was de stelling redelijk gelijk, al had wit een beetje meer ruimte en dat was volgens de computer goed genoeg voor een miniplusje, maar eigenlijk steeds <0,5. Maar ondanks de uiterst soliede stelling van Mattias, wilde André zich niet zonder meer neerleggen bij een gelijke stand en probeerde de zwarte stelling met het oprukken van zijn h-pion te kraken. Maar op h6+ reageerde Mattias ijskoud met Kxh6 en dat was ook volgens de computer het beste. Diagram.

Enkele zetten later werd het voordeel van Mattias significant, want hij had goed gezien dat wit met Dh6+ niet echt verder kon komen. Diagram.

Na het verjagen van de loper op b5 viel zwart met beslissende kracht de witte stelling binnen. Ook in de analyse na afloop werd toen voor André geen sluitende verdediging meer gevonden. Dus alweer een mooie overwinning van Mattias, die inmiddels op de ranglijst is opgeklommen naar een vierde plaats.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *