Terug naar nieuwsoverzicht

Ronde 25 interne competitie op 21-04-2020

In dit virtuele tijdperk werd nu een begin gemaakt met de derde en laatste ronde van de interne competitie. Allereerst stond het topduel tussen Henk Boot en Jaco Vonk op het programma. Het was natuurlijk de vraag hoe beiden zich na een aantal weken “warm draaien” zouden weren in dit online duel. En of de techniek het deze avond wel/niet perfect zou doen…. Al bij het eerste begin was er een verassing. Henk opende met 1. d4 en Jaco dacht blijkbaar volgens de computer te lang na over zijn antwoord d5. Pardoes stond er 1-0 op het scorebord. Zo’n snelle overwinning had Henk nog nooit geboekt en zeker niet tegen Jaco, dus met een opgewekt gemoed werd een nieuwe start gemaakt. Er volgde een klassieke partij, waarin Henk een profylactisch pionzetje deed op zet 11, maar hij gaf Jaco daarmee de kans om met e6-e5 zijn stelling te bevrijden. Jaco hield daarbij een isolani op d5 over en witte loper, terwijl Henk een mooi blokkerend paard op d4 kon posteren. Henk had nog getwijfeld of hij niet ook de laatste paarden moest ruilen op e5 en daarna een toren naar d4 dirigeren, maar dat was zeker volgens de computer minder goed (omdat wit nog niet had gerokeerd). Henk “lokte” even later het zwarte paard naar c4 en ruilde dat tegen zijn witte loper. Hij had goed gezien dat het bezit van de c-lijn door de zware zwarte stukken het evenwicht niet zou verbreken. Jaco koos ervoor de open c-lijn in bezit te houden en niet met d5xc4 zijn isolani op te lossen. Ook dan zou de stelling overigens in evenwicht zijn geweest. Nu werd er verder gemanoeuvreerd, volgde dameruil en toen werd door de computer Henk opeens na Jaco’s zet 27 tot winnaar uitgeroepen. Tja, dat klopte natuurlijk niet in deze gelijke stelling, waarin Jaco na zet 27 nog ruim 35 minuten had en Henk 50 min. Besloten werd de partij opnieuw te spelen met beiden nog 40 minuten. Nadat de torens ook geruild waren, was Henk toch even door het “gedoe” wat minder geconcentreerd en speelde een minder zet (31. Kf3).

Jaco antwoordde met de pionopstoot b6-b5, maar hij had op dat moment met 31. … Lf5 en na 32.Pd4 Le4 Henk toch behoorlijk in de problemen kunnen brengen. Met direct 31. Pd4 was de stelling overigens in evenwicht gebleven. Zoals het nu ging bleef het evenwicht intact, want Jaco kon geen vuist maken op de damevleugel dankzij het fraaie paard op d4, terwijl Henk ook niet veel kon met zijn pionnen op de koningsvleugel.

Dus beiden konden vrede hebben met een remise, al was het jammer van het technisch probleem onderweg. Met deze uitslag behoudt Henk zijn minimale voorsprong op Jaco, maar elke misstap in een volgende wedstrijd kan de kansen doen keren.
Henry Houweling kreeg van doen met Tony Else. Tony countert in het centrum met e5 na ruil van beide gefianchetteerde zwarte lopers. Hij staat dan best goed. Na f4xe5 verschijnt er een zwarte dame op e5 en houdt met een toren er achter de witte pion op e3 onder vuur.

Tony besluit met Pe4 een stuk te offeren, maar zijn aanval slaat niet door en Henry komt dan in het voordeel. Hoewel Tony nog aan een penning van het witte paard denkt, wordt dat met g5 door Henry voorkomen.

Wanneer Henry er vervolgens in slaagt het vizier van zijn witte loper op de zwarte koning te richten en een toren pent, is materiaalverlies en partijverlies voor Tony niet meer te voorkomen. Volgens de witspeler een interessante, maar wisselvallige partij waarbij het Tony in het middenspel in een voor hem betere stelling dus niet lukte de allersterkste zetten te vinden.
Jeroen Brandsma kruiste de degens met Jan Post. Het werd een spannende partij, waarin Jeroen al snel een pionnetje won, maar Jan met actief spel het nadeel binnen de perken hield. Later was het de vraag of het muisje van Jan wel/geen staartje had. In ieder geval was de muis niet in topvorm. Later raakte Jan door een fout een stuk kwijt en won Jeroen, al had hij daar nog wel een ruim aantal zetten voor nodig. Eerder dit jaar zo vertelde Jeroen had hij naar eigen zeggen op een nogal “lullige” wijze van Jan had verloren. Maar ja, dat overkomt velen van ons wel eens…..
Arjan Uittenbogaard speelde tegen Ernst Delwel. Het ging redelijk gelijk op en de partij leek op remise te gaan uitlopen. Ernst koos er toen voor toch wat op de damevleugel te proberen, omdat hij daar een pionnenmeerderheid had. Dat was achteraf volgens de computer ook het goede plan. Maar uiteindelijk ontstaat de cruciale stelling.

(diagram) Arjan speelt met de toren op b1, maar ziet pas later dat hij de partij eigenlijk direct had kunnen beslissen met Txa3 Pxa3; Ta1 en hierna Ta8+ en een vork met Pe6+! Tja, als je een dergelijke stelling als opgave krijgt voorgeschoteld, vind je dergelijke oplossingen al snel, maar het herkennen van een dergelijk moment tijdens de partij is vaak andere koek. Dat zei Tarrasch overigens lang geleden ook al: “je moet het wel zien”. Nu werd na deze door Arjan gemiste kans de vrede getekend, waarmee Ernst dus goed weg kwam. Ton Lodder had Remco van Horik als tegenstander getroffen en bouwde een mooie stelling op. Hij had met tegengestelde rokades een ogenschijnlijk dreigende aanval tegen de zwarte koning. 

Remco had echter voldoende verdediging en counterde succesvol op de damevleugel en trok aan het langste eind toen Ton een loper ongedekt liet. Wederom een bewijs dat het voortzetten en verder verbeteren van een goede stelling een van de moeilijkste zaken in een schaakpartij is! En dat in een enigszins benarde positie er vaak nog prima mogelijkheden zijn voor “weerwerk”.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *