Terug naar nieuwsoverzicht

Ronde 26 interne competitie en barrage halve finale beker op 16-04-24

Na de zeeslang die Eddy Korevaar en Henk Boot vorige week hadden uitgevochten, traden ze opnieuw goedgemutst het strijdtoneel op. Henk bereikte vanuit de opening eigenlijk niets. Zijn plan met 15. Lf5, g4, Lxd7 en Df5 stelde eigenlijk niets voor, zoals Eddy tijdens de partij ook al vond. Henk zette ook nog met 19. g5 agressief voort, maar achter zijn idee gaapte een fors gat… Eddy sloeg gewoon op g5, want Dxg5 zou gevolgd worden door Dxh3 en na f4 Txe3! Tja dan zou de koningsstelling van Henk ineenstorten, dus koos Henk maar voor het “minste kwaad” met 20. Dxe6. Diagram na 19. g5 ?!

Het volgende mislukte initiatief was 22. e4 en ook dat kostte enkele zetten later een pion. Henk vond het oordeel van de computer achteraf met rond de -2 nog “meevallen”. Hij had zich eigenlijk al bij een nederlaag neergelegd, maar wilde zijn huid nog wel even “zo duur mogelijk” verkopen. Eddy had het misschien af en toe anders moeten doen, want echt groter werd zijn voordeel niet. Toch beleef dat voordeel significant. Deze keer hadden beiden ongeveer evenveel tijd gebruikt en stond er op de 45e zet een voor Henk nog steeds moeizame stelling op het bord, maar het was nog steeds niet onmiddellijk verloren. Ook nu stopte de notatie van Henk, ditmaal bij zet 56 met beiden minder dan 5 minuten bedenktijd. Toen er na de volgende 20-30 (?) zetten een toreneindspel op het bord was verschenen (diagram)

leek het Henk om dezelfde reden als de week tevoren wel handig om de notatie te hervatten. Natuurlijk, Eddy stond nog steeds een goede pion voor, maar toreneindspelen eindigen nogal eens in remise. Tot opluchting van Henk schoof Eddy op een gegeven moment met e5-e4 de pionnenstelling dicht. Toen Henk even later zijn toren naar de 8e rij bracht, was aan herhaling van zetten of liquidatie van alle resterende pionnen van zwart niet meer te ontkomen en was ook dit keer deze partij als laatste klaar voor Henk en Eddy elkaar de hand schudden ter bezegeling van remise, opnieuw zijn er vrijwel zeker weer meer dan 100 zetten gedaan. In twee wedstrijden dus zo’n 250 zetten, pfff….. Er zat er dus weer een engeltje op de schouder van Henk alvorens ook deze keer de vrede kon worden getekend. Ook nu zal er nog een barrage met versneld tempo moeten worden gespeeld om te bepalen wie de finale gaat bereiken.
In de interne competitie trad Bram Capelle aan tegen Jaco Vonk. Al had Bram wat ruimtevoordeel, echte zwaktes waren er niet in de stelling van Jaco. Tot de 20e zet was de stelling in evenwicht. Inmiddels had Jaco de f-lijn kunnen openen, terwijl Bram op de damevleugel niet veel kon uitrichten. Na verloop van tijd moest Bram toch in de verdediging kruipen en kreeg Jaco voordeel. Tenslotte nam Bram zijn toevlucht tot een driest paardoffer, maar dat sloeg niet door en Jaco wist aan het langste eind te trekken.
André van Wingerden nam het op tegen Hans Karelse. Toen Hans een verkeerd stuk op e7 zette, kreeg hij een geweldige aanval van André over zich heen en velen vreesden voor het leven van Hans. Toen André zijn loper ontwikkelde naar f4 was dat toch niet het goede, want te trage, plan. Er volgden nog meerdere matige tot kreupele zetten, zodat de fraaie stelling van André verwaterde, ineenstortte en de buit uiteindelijk in dank door Hans werd aanvaard.
Huig Visser opende actief tegen Arnold van Es, die een enorm risico nam met … Dxd4. Diagram.

Huig schrok blijkbaar erg, speelde Pe5-f3 en vervolgens kreeg Arnold met zijn paard op e4 en dame op d4 beslissende aanvalskansen tegen de witte koning. Arnold mocht met deze overwinning zijn handjes dichtknijpen, want als Huig na Dxd4 Ld3-b5+ had gezien, had dat Arnold zijn dame gekost….
Anne van Heelsum had een goede dag tegen Rob van Driel. Het leek een tijdlang redelijk gelijk op te gaan, maar Anne had toch een wat prettiger stelling. Grappig was hoe Anne op een gegeven moment een pion won. Beide vielen met een pion een vijandelijk paard aan, maar Anne sloeg het eerst en kon doorgaan met een pion te winnen. Hij kreeg in het centrum en op de koningsvleugel een ijzersterke pionnenruit en dat kon de zwarte stelling niet verdragen. Anne won dus.
De partij tussen Arjan Uittenbogaard en Gerard de Gans liet een grappige stelling zien met een pionnenblokje c4-d4, c5-d5 dat geruime tijd intact bleef. Pas rond de 20e zet werden de eerste stukken en pionnen geslagen. Hoe Arjan uiteindelijk won is uw verslaggever ontgaan en datzelfde gold voor het verloop van de partij tussen Bert van Geldere en bert van Hees, waar eerstgenoemde aan het langste eind trok.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *