Op 3 november werd alweer de 3e ronde van het rapidschaak gespeeld. Omdat de meeste spelers aan de kop van de ranglijst al tegen elkaar hadden gespeeld, waren er deze avond geen partijen tussen de top 4 spelers. Toen aan het eind van de avond het kruit was opgetrokken, bleek dat zij alle 4 hun drie partijen hadden gewonnen en de onderlinge verschillen precies zo waren gebleven als ze bij het begin van de avond al waren. Een voordeel van het via lichess.org spelen is overigens de mogelijkheid de partijen van de anderen te volgen, terwijl het voor uw verslaggever een stuk makkelijker wordt om iets over de andere partijen te melden! Daarbij viel op dat deze avond in meerdere partijen een witte pionnendoorbraak/opstoot in het centrum voorkwam, blijkbaar het “thema” van de avond!
In de eerste ronde van de avond (ronde 7) nam Ernst Delwel het op tegen Henk Boot. In het verleden van het gewone schaak had Ernst Henk meerdere keren beentje gelicht, dus Henk was goed bij de les. De opening leek vrij rustig, maar toen Ernst het loperpaar op de 10e zet opgaf, stond Henk al duidelijk gemakkelijker. Toen Henk door een onnauwkeurigheid van Ernst snel daarna materiaal kon winnen, gaf Ernst zich gelijk gewonnen, een miniatuur dus.
Eddy Korevaar nam het op tegen Gerard de Gans die zijn eigen openingssysteem speelde, maar werd geconfronteerd met een indrukwekkend pionnencentrum van Eddy. Het pionnenfront kwam weliswaar naar voren met 13. e4-e5,
Jaco Vonk won van Ton Lodder en André van Wingerden kruiste de degen met Henry Houweling. Al op de 10e zet gooide André de knuppel in het hoenderhok en offerde een stuk tegen 2 pionnen. Positioneel was dat met zijn goede ontwikkeling, de brokkelige pionnenstructuur van zwart en de zwarte koning nog in het centrum, zeker verantwoord, ook volgens de computer. Maar met de snelle opstoot 13. e4-e5 hierna
Bert van Geldere kreeg mooi voordeel tegen Mark Couwenberg, bij wie de stukken niet goed samenwerkten. Hij kreeg 2 pionnen meer en stond gewonnen. Maar bij het opruimen van de pionnen gaf hij Mark nog even een kans een stuk terug te winnen, maar toen die niet werd benut, sloeg de balans definitief door in Berts voordeel en wist hij Mark mat te zetten.
In de 2e ronde (ronde 8) speelden Henk Boot en Bert van Geldere een interessante partij, maar toen hij op de 15e zet de centrumdoorbraak e4-e5 van Henk wilde voorkomen, kwam hij toch in het nadeel. Hoewel de computer dat niet zo vond, was het toch vooral Bert die erg op zijn tellen moest passen. Henk trok ten strijde op de koningsvleugel en nam de kans waar om na Bert’s f6-f5 als nog 19. e4-e5 te spelen
André van Wingerden was de volgende tegenstander van Eddy. André is bij het online schaken even wat minder in vorm. In de opening kreeg Eddy al snel een gemakkelijke stand en nam het initiatief vervolgens stevig in handen. De witte koning stond er nogal eenzaam en hulpeloos bij op zijn koningsvleugel, terwijl Eddy daar flink wat pijlen op kon richten. Hij bereikte een gewonnen stelling, maar vergat op een gegeven moment even zijn vrijpion op e3 te dekken, waarna André weer even van een ontsnapping kon dromen. Blijkbaar duurde het dromen iets te lang, want hij overzag een torenwinst door Eddy en dat betekende dus wel het einde van de partij.
Gerard de Gans nam het nu op tegen Jaco Vonk. Al snel stond Jaco makkelijk en toen hij in een ruil een pionnetje meenam, was het voor Gerard eigenlijk een verloren strijd. Na stukkenruil ontstond een dame-eindspel, waarin Jaco begrijpelijkerwijze geen bezwaar had tegen dameruil. Maar dan moet je de dames wel ruilen, nu werd het een dame-aanbieding en einde van de partij.
Henry Houweling nam het nu op tegen Chris Tromp en stond vanuit de opening al gelijk lekker, kreeg een flink ruimtevoordeel, versterkte zijn stelling en kreeg beslissend voordeel na zijn piondoorbraak 23. e4-e5 (ook in deze partij!).
In deze ronde speelde Mark Couwenberg tegen Ernst Delwel, die vorstelijk beloond werd voor een kleine openingsval. Het kostte Mark materiaal en er volgde wat wild-west ruil van wel heel veel stukken, maar tenslotte had Ernst 2, bijna 3, lichte stukken meer. Tja, dat is gewoon te veel om verder te strijden. Ook hier een miniatuurtje van Ernst, wel het langste overigens van deze avond.
In de 3e ronde speelde Henk tegen Ton Lodder die een versnelde gambietvariant speelde. Henk wist hier wel raad mee, stond al snel overwegend en zijn voordeel nam zienderogen toe, tot tenslotte een grote vork voor Ton het einde van de partij betekende.
In de laatste ronde was Bert van Geldere de tegenstander van Eddy. Eddy ontwikkelde al snel een flink initiatief en kon binnenvallen met een toren op e7. Hij had daarmee feitelijk de belangrijke stellingstroeven in handen en toen hij ook nog de kwaliteit won, streed Bert een ongelijke en verloren strijd. In deze laatste ronde was Rob van Driel de tegenstander van Jaco. Na de opening bleef Rob met een verbrokkelde pionnenstructuur en een pion minder zitten. Het duurde nogal wat zetjes, maar het bescheiden materiële overwicht van Jaco was ruim voldoende voor de winst.
Mark Couwenberg was de laatste tegenstander van Henry op deze avond. Er werd al snel wat geruild, waaronder de dames en hierna ook de witte lopers en resteerde voor Henry een dubbelpion op de e-lijn. Henry manoeuvreerde zijn koning naar de damevleugel en toen Mark een pionnetje op a7 probeerde mee te snoepen, bleek dat kleinood toch wel behoorlijk giftig. De loper werd ingesloten en door Henry tot overgave gedwongen. Mark’s compensatie was onvoldoende en won Henry overtuigend.
Ernst Delwel speelde ook in de 3e ronde een miniatuurtje. Toen André van Wingerden in de opening even niet oplette, was er reeds op zet 9 een beslissende piondoorbraak. Overigens was het deze keer niet het deze avond gebruikelijke, maar nu d4-d5.