Op deze avond waren er enkele snelle beslissingen. Huig Visser overzag al vroeg een dreiging van Jan Post en dat kostte hem materiaal in het centrum. Dat kwam hij niet meer te boven. Ook Henry Houweling maakte al vroeg een stuk buit tegen Johan Vroege. Toen daar nog pionnen bijkwamen en de vrije a-pion van Henry in beweging werd gezet, was het pleit eigenlijk al beslecht. David Carlsson had tegen Bram Capelle zijn dag niet. Zijn ontwikkeling op de damevleugel liep significante vertraging op, zeker toen Bram op de velden f4 en g4 een paard resp. loper kon posteren. Een loperoffer op de 12e zet (!) van Bram leidde een snel einde in voor David. André van Wingerden koos tegen Henk Boot voor een “gewone” openingsopzet. Hij dacht dat Henk met een dubbelpion op e5 misschien wat minder stond, niet dus. Het paardoffer hierna op b5 was wel erg opportunistisch en van de gedroomde dreiging en opmars van de witte damevleugelpionnen kwam eigenlijk niets terecht. Op de 20e zet had Henk al min of meer winnend voordeel (-3.5) en het einde voor André werd versneld door een kortsluiting, waardoor hij pardoes mat stond. Met deze overwinning verstevigde Henk zijn koppositie op de ranglijst en heeft de titel binnen handbereik.
Een interessante partij werd gespeeld door Anne van Heelsum en Chris van Wieringen. Anne stond overwegend vanwege de beheersing van het veld e5 via een halfopen e-lijn met torens en paard, waar tegenover een zwakke achtergebleven zwarte pion op e6 stond. Anne koos echter om de zwarte koningsstelling via de 3e rij met een toren aan te vallen, maar daar kon Chris zich wel tegen verweren. Anne offerde noodgedwongen een kwaliteit en had daarvoor zeker compensatie. Uiteindelijk kwam er een pionneneindspel op het bord, waarin Chris een beslissende pion meer had. Gerard de Gans kreeg tegen Egbert een tactische stelling waarin hij duidelijk beter stond. Hij kond dit voordeel in de loop van de partij verzilveren.
De meest interessante partijen waren deze avond Bert van Geldere tegen Mattias Stok en Eddy Korevaar tegen Hans Karelse. Bert stelde zich vanuit de opening goed op en had wel een klein plusje. Maar hoe verder? Dat kostte Bert ook deze keer zeeën van tijd. Mattias koos ervoor zijn centrumpionnen naar voren te spelen, waardoor er allerlei tactische mogelijkheden in de stelling kwamen. Toen Mattias e5-e4 kon spelen (diagram)
kantelde de partij in zijn voordeel. De witte stelling kraakte en piepte na 31. dxe4 d3!, zeker toen wit was gedwongen zijn paard op b5 te ruilen tegen de loper van Mattias op d4. De zwarte dame domineerde de stelling en er waren inmiddels verschillende wegen naar winst. Na geforceerde ruil van de dames had een zwarte pion van Mattias vrije doortocht naar een promotieveld. Hiermee klom Mattias opnieuw naar de 4e plaats op de ranglijst.
Eddy Korevaar was de tegenstander van Hans Karelse. In de eerste 20 zetten werd voorzichtig gemanoeuvreerd, maar daarna werd het lont in het kruitvat gestoken. Hans stormde met pionnen op de witte koning af en had daar een met f4-f3 “stukoffer” voor over, want hij liet Eddy zijn loper op d7 slaan met 22. Pxd7 (diagram).
Hans had goed gezien dat hij Eddy na Dg4 kon dwingen tot Df1, waarna de toren op d2 na Lh6 wordt ingerekend, al nam Eddy dan weer een kwaliteit mee op f8. Het oordeel van de computer de stelling na Pe6 als in evenwicht. Diagram na Pe6.
Maar na h3 van Eddy en het gedwongen ruilen op g2 is het plusje voor Eddy. Dat werd meer, maar er was een toenemende tijdnood, vooral voor Eddy. Dat leidde uiteindelijk zelfs tot tijdsoverschrijding van Eddy… Maar toen bleek dat beiden de hele partij zonder increment hadden gespeeld!! Hoewel Hans de overwinning had kunnen opeisen, voelde hij er niets voor en stelde remise als “oplossing” voor. Dat leek eigenlijk wel een goed en van Hans genereus gebaar.