Terug naar nieuwsoverzicht

Ronde 5 interne competitie op 25-10

Deze ronde werden er 7 wedstrijden gespeeld, terwijl Jan Post een bye kreeg, omdat zich een oneven aantal aanmeldde. Het was fijn Gerard Brand weer te verwelkomen, die opnieuw geïnteresseerd en aandachtig de verschillende partijen volgde (zie partij van Hans Karelse).
Als eerste was André van Wingerden. Zijn tegenstander Bert van Geldere zette zijn stukken minder gelukkig neer en met de zetten 12. Pe5 Lxe5 voorkwam hij weliswaar een offer op g6, maar het aantal verdedigers rond de zwarte koning werd hiermee ook wel erg krapjes. Vlot speelde André hierna Pxe5 en daarmee stortte de zwarte stelling volledig in elkaar en was de winst een feit.
Mattias Stok en Christiaan Boudewijn stelden elkaar stevig de vraag wie met de winst zou gaan strijken. Eerst offerde Mattias een pion op b2 een pion, later won hij er twee. Toen was het materiaal al flink uitgedund en stond er een 4 toren + paard en pionnen eindspel op het bord. Uiteindelijk bereikte Christiaan een stelling, waarin hij eeuwig schaak kon geven. Remise dus, Mattias dit seizoen alweer de derde keer!
Bert van Hees had tegen Rob van Driel al snel het betere spel. Bert had het loperpaar en Rob een paardenpaar. De stelling van Bert was veel dreigender en hij zette een doorslaggevende koningsaanval op.
Chris Tromp speelde de opening tegen Huig Visser origineel en kon gemakkelijk dreigingen creëren. Vooral de zwarte isolani op e6 was een zwakke broeder, maar vooral de witte pion op e5 was voor zwart een “bezoeking”, zeker toen Chris een paard op e4 kon neerzetten. De dreigingen Pd6+ of Pf6+ werden Huig kort hierop te machtig.
De wedstrijden in de top waren bij afwezigheid van Jaco Vonk de partijen Tony Else – Henk Boot en daarnaast Bram Capelle – Louis Rutgers. Tony speelde zijn vaste opening tegen Henk. Hoewel Henk dat anders dan gebruikelijk probeerde te bestrijden. De slordige opbouw van Henk had Tony al vroeg voordeel kunnen geven maar beiden zagen dat niet. De stelling bleef daarna gelijk al was duidelijk dat Tony geen duidelijke vorderingen kon maken en Henk wel. Tony voelde zich dus ongemakkelijk en besloot op c4 een pion te offeren maar omdat Henk een mooi stel paarde had, kreeg hij na Pa5xc4 voordeel. Henk had vervolgens het beste eerder met zijn vrije pionnen op de damevleugel kunnen oprukken, maar de wat indirecte methode die Henk koos was ook OK. Maar de manier waarop hij de f-lijn opende was niet handig en gaf Tony tegen kansen. Tony veerde op en toen Henk de witte dreiging via de f-lijn onderschatte en met 38. .. Dc4 het veld f7 onhandig “dekte” ip via de 7e rij met Da7. Vervolgens stootte Tony met zijn d-pion door en werd Henk zelfs zijn dame tegen een toren te offeren. Dat leverde groot voordeel voor Tony op, maar die buitte dat onvoldoende uit en stelde zich even later tevreden met remise door eeuwig schaak.
Bram Capelle kreeg tegen Louis Rutgers al in de opening een duidelijk ontwikkelingsvoordeel. En dat werkte door in de rest van de partij. Zeker nadat de dames en de meeste lichte stukken waren geruild, kreeg het witte positionele voordeel steeds meer vorm. Bram kon namelijk zijn torens op de open c-lijn plaatsen, wat een verlammende uitwerking op de zwarte stelling had. De zwarte torens van Louis doolden wat rond en moesten zich tot verdedigen beperken. Vervolgens veroverde Bram een pionnenmeerderheid op de damevleugel. Hoewel Louis nog (uit wanhoop) een kwaliteitsoffer bracht om zich wat ruimte te geven, was dit vergeefs. Het doek viel voor Louis na 47 zetten.
Maar misschien wel de mooiste stelling kwam op het bord bij de partij tussen David Carlsson en Hans Karelse. Na de opening speelden beiden vol op de aanval, niet ongewoon wanneer er tegengesteld is gerokeerd. David rukte op de koningsvleugel op en Hans op de damevleugel, waarbij Hans ook nogal wat zware stukken rond de c-lijn posteerde. Hans gaf aan dat het vast en zeker voor de toeschouwers een boeiende partij was, maar dat het David en hemzelf regelmatig boven de pet ging. Diagram met wit aan zet op zet 27.   

Als David 27. Pxe6! had gevonden, zou hij na 27. …Lxe3, 28. Dxd5 met vreselijke dreigingen (aftrekschaak met Pxf8) gewonnen hebben gestaan. Hij koos echter voor 27. Lxh6 en er volgde 27. ..Lxd4, 28. Dxd4 Dc7. Dat leverde volgens de computer slechts een gelijke stand op. Gerard Brand suggereerde na afloop om na Dc7 het uiterst verrassende Ld2 te spelen, waardoor Dh4 dreigt, terwijl verdediging met Tc3-h3 faalt op Dg4!. Ook na Ld2 zijn er weer allerlei mogelijkheden, het mooie Txc2 levert zwart voordeel op na 29. … Txc2, 30. Dh4 Tb2+!!!. Na 31. Kxb2 volgt Dxe5+ en heeft zwart wel voordeel. Maar als wit dan ipv 30. Dh4 De3 had gespeeld, was er weer voordeel voor wit geweest!. Indien Hans echter na Lxh6 het wonderschone 27. … Ld3!! Had gevonden, zou de witte stelling in elkaar zijn gestort. Kijk maar naar de volgende volgens mij echt voor ons te moeilijke maar wonderschone variant variant: 28. Tg3 Le4, 29. Txc3 bxc3, 30. De3 Tf3!, 31. Dg5 Lxd4, 32. De7 gxh6 ! 33. Dh7+ Kf8 (toch fijn dat die toren op f3 staat!), 34. g7 Ke7 en na 35. g8D+ Lxh7 of na Pg8+ Kf8! Wederom met dank aan de toren op f3! Later in de partij verkreeg Hans materieel voordeel en won de partij. Deze partij laat zien waarom schaken en vooral ook de analyse, eerst zelf aan het bord en daarna met de computer zo’n leuk spel blijft. Kortom, zoals Gerard later aangaf: David en Hans hebben ook anderen een forse dosis schaakplezier bezorgd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *