Vorige week werden maar 3 potjes in de interne competitie gespeeld, omdat zowel het eerste als het tweede team een externe wedstrijd speelden. Rob van Driel won van Huig Visser en Chris van Wieringen bleef Gerard de Gans de baas. Het belangrijkste duel werd gespeeld door Ernst Delwel en Tony Else. Na een alternatieve zettenreeks ontstond verrassenderwijs een Franse stelling, volgens Stockfish was dat allemaal correct gegaan. Ernst maakte een fundamentele fout door nodeloos paarden op c6 te ruilen, waarna zwart dominant stond in het centrum. De computer vond het overigens allemaal niet zo ernstig… Ernst probeerde wat terug te doen. Hij offerde twee pionnen om open lijnen voor zijn torens op de damevleugel te creëren, maar dat pakte voor hem niet goed uit. Tony speelde het rustig en secuur en had rond de 20e zet groot en waarschijnlijk reeds beslissend voordeel. Diagram.
Hij speelde Da4 na Tb3. Hoewel Ernst nog probeerde op de koningsvleugel een aanval op te zetten met dame, toren en loper, bleek dat een kansloze onderneming. Tony bleef goede zetten spelen en trok de wedstrijd naar zich toe. Ernst wierp op zet 42 de handdoek in de ring na het succesvol oprukken van Tony’s vrijpion op de a-lijn. Een mooie en terechte overwinning van Tony, zo concludeerde Ernst.
Op 14 november werden 9 wedstrijden gespeeld. André van Wingerden speelde tegen Jaco Vonk en stond na de opening plezierig. De stelling kwam erg open te liggen en werd het nogal tactisch. Op de 20e zet koos André met Te7 het verkeerde plan. Diagram.
Beter had hij zijn paarden richting de zwarte koning kunnen dirigeren, nu werden zijn stukken overbelast en Jaco profiteerde hiervan en won een stuk. Hierna probeerde André nog wat truckjes, maar Jaco trapte er niet in en won.
Hans Karelse kreeg van Henk Boot een andere opening voorgeschoteld dan ze meestal tegen elkaar spelen. Als eerste ging Henk kort na de opening in de fout en dat kostte hem een pion. Hans stond sowieso al duidelijk beter, maar Henk probeerde zo actief mogelijk tegen te spelen. Toen Hans dameruil aanbood, kreeg Henk de kans een geïsoleerde pion op d4 terug te winnen en was het voordeel van Hans nog maar minimaal. Langzaam aan kon Henk zijn stelling verbeteren en had Hans moeite het juiste plan te vinden. Henk dreigde nog een pionnetje te winnen en op dat moment ging Hans opzichtig in de fout. Het kostte hem een kwaliteit en dat wilde Hans zich niet allemaal meer laten bewijzen. Jammer dat het Hans opnieuw overkwam, dat hij een goede partijopzet niet kon vasthouden en Henk dus de gelukkige winnaar werd.
Tony Else had Arjan Uittenbogaard als tegenstander. Tony speelde de opening wat slapjes, maar Arjan ontweek een vroege dameruil. Dat zou een gelijke stand hebben opgeleverd, nu kwam de dameruil er even later toch, maar onder voor Arjan minder gunstige voorwaarden en werd hij opgezadeld met een geïsoleerde dubbelpion op de b-lijn. Tony profiteerde naar eigen zeggen daarvan niet optimaal, maar na ruil van nogal wat stukken had Tony toch de dominante stelling. Toen Arjan ongelukkigerwijze loperruil toestond, verdween weliswaar zijn geïsoleerde dubbele b-pion, maar hij kreeg er een nog slechtere dubbelpion op de f-lijn en ook nog een geïsoleerde zwakke broeder op de h-lijn. Diagram.
In het resterende toreneindspel was de enige openlijn onder Tony’s controle en ook zijn koning was de snelste en de zwakheden van pionnen aan beide kanten was voor Arjan te veel van het goede en hij verloor.
Eddy Korevaar kon vlak na de opening tegen Rob van Driel na e4-e5 het paard op f6 verjagen en vervolgens met Lxh7+ een pion buitmaken. Daarna deed hij het naar eigen zeggen minder handig. Later werd het materieel weer gelijk, maar het witte spel via de open g-lijn oogde duidelijk dreigender dan het zwarte tegenspel via de open h-lijn. En de halfopen c-lijn was ook een plus voor Eddy. Rob voelde zich gedwongen voor zijn tegenspel een kwaliteit te offeren en kon later de witte pion op h2 meenemen. Toen het Eddy lukte in het eindspel torenruil af te dwingen, werd het een ongelijke strijd. Het kwaliteitsvoordeel van Eddy tezamen met erg zwakke pionnen van Rob op de damevleugel was beslissend. Voor Eddy een kwestie van techniek de winst binnen te halen. Het was de langste partij van de avond, maar zoals Eddy zei: “Ik heb mijn contributie er deze avond wel uit”.
Gerard de Gans en Jan Post kruisten de degens in een stevig bestuurlijk onderonsje. Jan is inmiddels de oudste van de in de competitie actieve spelers, maar niet meer zo sterk als voorheen. In 1966 was hij de tweede kampioen in de geschiedenis van de club! Maar nog altijd is hij strijdlustig en zomaar een partij opgeven omdat hij in een wat minder stelling is beland: “no way”! En die strijdlust had hij deze avond hard nodig. Gerard kreeg al snel het betere van het spel en maakte een pion op c7 buit. Enkele zetten later kwam Jan een pion voor. Vervolgens kon Gerard na de 28e zet een kwaliteit te winnen. Nu was het weer aan Jan om taai te verdedigen en Gerard vervolgens te verrassen met het doorschuiven van zijn d-pion. Daarmee kantelde de wedstrijd, want nu kon Gerard alleen ten koste van een toren deze pion van promotie afhouden en stond Jan dus een stuk voor! Omdat de koning van Jan een betere positie had dan zijn witte collega, kon Jan zijn a-pion laten doorlopen. Gerard kon eigenlijk niets meer, hoopte nog op een patwending, maar dat had Jan voorzien en slim verhinderd. Zo won Jan deze lange partij, waarbij wegens de beperkte tijd (< 5 minuten) niet meer hoefde te worden genoteerd. Jan schatte in, dat er tenminste 75 zetten waren gespeeld!
Bert van Hees en Chris van Wieringen hielden elkaar lang in evenwicht. Er ontstond een 4-toren eindspel met beiden nog een loper en alle (!) pionnen nog op het bord. De stelling leek nogal dichtgeschoven en uw verslaggever vermoedde dat het wel op remise zou uitdraaien. Maar plotseling vond Bert toch een gaatje via de f-lijn en even later kwamen er aan de andere kant witte pionnen opzetten tot de 6e rij. Tja, toen was het pleit natuurlijk beslecht in het voordeel van Bert.
Huig Visser en Ernst Delwel kozen voor een gebruikelijke opening waarin Ernst al snel plezierig stond. Hij kwam een dubbelpion voor, maar die was wel sterk! Diagram.
Hij kon dit voordeeltje beslissend uitbouwen toen Huig ongelukkigerwijs voor Dc5 koos en vergat zijn koning dichterbij te brengen. Nu was het voordeel van Ernst na dameruil snel beslissend.
David Carlsson had het tegen Egbert Meier niet gemakkelijk. Op een gegeven moment offerde hij een paard op f7 voor 2 pionnen. Hij had zeker initiatief en wel wat compensatie, maar het leek erop dat Egbert de stelling goed dicht hield en uiteindelijk aan het langste eind zou trekken. Maar het vinden van de juiste zetten kostte hem wel erg veel (te veel) tijd en hij ging uiteindelijk door zijn vlag. David kon zodoende opgelucht het volle punt bijschrijven.
Matthieu Kruissen koos tegen Anne van Heelsum een nogal “kromme” openingsopzet. Anne kwam al snel in het voordeel en won.