Egbert Meier speelde tegen Henry Houweling. Henry kwam plezierig uit de opening en had duidelijk het initiatief. Later veroverde hij een pionnetje. Na ruil van de torens en wat lichte stukken ontstond een eindspel met dame en 2 paarden van zwart tegen 2 lopers van wit. Hoewel de witte dame tot op f8 doordrong in de zwarte stelling, oogde zij daar meer als een verdwaald schaap, dan als een krachtig aanvalswapen. Henry vergrootte zijn voordeel en won gedecideerd.
Huig Visser speelde tegen Mark Couwenberg. Mark stelde vanuit de opening zijn stukken actief op, rokeerde lang en bracht Huig met deze opstelling behoorlijk van de wijs. Mark won tamelijk gemakkelijk.
Arjan Uittenbogaard speelde tegen David Carlsson. Dat werd geen eenvoudige partij. Na de opening was er een gelijke stand, maar David werd met de opmars e6-e5 wel erg ambitieus. Diagram.
Het koste na Lxf6 de pion op d5 en David offerde daarom maar de kwaliteit op d5, want dan kon hij tenminste een sterk paard op d4 krijgen. Door verder actief te spelen kreeg de aanval van David stormkracht. Diagram.
Zwart offerde met … Pe2!! een tweede toren en gaf daarna mat in vier. Wit had in deze stelling met Th1 wel sterker kunnen tegen spartelen, maar ook dan gaf de computer met -4 een gewonnen stelling voor zwart aan. Na het einde van de partij verzuchtte Arjan dat hij opnieuw in de slotfase de stelling verknoeide en dus met een 0 huiswaarts moest keren, jammer voor hem natuurlijk.
Bert van Geldere en Boudewijn Christiaan speelden met een drietal gefianchetteerde lopers. Er ontwikkelde zich een langzaam gevecht, waarin uiteindelijk Boudewijn aan het langste eind trok. Mattias Stok zag zich tegen Bert van hees geconfronteerd met een soliede opstelling van zwart. Ook hier werd langdurig gestreden en hoewel Mattias duidelijk voordeel kreeg, lukte het hem niet Bert tot overgave te dwingen. Bert kon dus wegkomen met remise.
Vorige week werd dus de eerste bekerronde gespeeld. De wedstrijd tussen Hans Karelse en Wim Rietveld was tot deze week uitgesteld. De stelling na de opening suggereerde dat er eigenlijk een heel andere opening was gespeeld, zeker toen Hans lang rokeerde. Altijd grappig om te zien dat je van het ene soort stelling via een omweg weer op andere “gebaande paden” terecht kan komen. Hoewel Wim probeerde met zijn dame op a5 de witte koning lastig te vallen, kwam het daar niet van. Een wit paard “zweefde” via b5 naar d6 met schaak. Hiermee zaaide Hans toch eigenlijk wel dood en verderf in de zwarte stelling. Het lukte Wim niet meer de verdediging gesloten te houden.
Naast de interne wedstrijden speelde het bekerteam in de SGS-bekercompetitie tegen Zeist. Dit team is in de reguliere competitie ook nog één van de volgende tegenstanders en dus een goede mogelijkheid om in te schatten hoe de krachtsverhoudingen liggen. Zij misten weliswaar hun 2e bord speler uit de reguliere competitie, maar het leek er van te voren op dat we redelijk aan elkaar gewaagd zouden zijn. De eerste partij die tot een beslissing kwam, was de partij van Eddy Korevaar. Hoewel zijn tegenstander tegen Eddy’s koningsstelling met gefiancheteerde loper onvervaard met h4-h5xg6 ten aanval trok, liet Eddy zich hierdoor niet verontrusten. De witte achterstand in ontwikkeling verhinderde dat hij een doorslaggevende aanval kon opzetten. Zeker toen hij nog een stuk offerde, was dit eigenlijk het begin van zijn ondergang. Hoewel Eddy nog goed moest opletten toen wit tripleerde op de h-lijn, vond hij de juiste vluchtroute voor zijn koning en plaatse zijn paard als verdedigingshulp op e7. Daarna sleep Eddy zijn aanvalsmessen en sneed daarmee door de witte boter en haalde zo het eerste punt binnen.
Vervolgens was het woord aan Jaco Vonk. Hij speelde een voor hem wel en voor zijn tegenstander niet erg vertrouwde opening. Met tegengestelde rokades wort het vaak een interessante partij. Het leek er even op dat Jaco een kwaliteit zou verliezen, maar dat was niet zo. Jaco had goed gezien dat een “pseudo-dameoffer” de materiële verhoudingen niet zou veranderen, omdat hij de witte dame gelijk kon terugwinnen. Op dat moment was de stelling in evenwicht, maar omdat wit geen dreigingen kon creëren tegen de zwarte koning en Jaco wel tegen de witte koning, had Jaco een toenemend voordeel. Hij drong de witte koningsstelling binnen, sloopte her en der wat verdedigingswerken en besliste de partij overtuigend.
Hierna volgde een beslissong aan bord 2 bij Henk Boot. In een rustige klassieke partij leek er allemaal niet zoveel aan de hand. Toch had Henk wat makkelijker spel en kon zijn tegenstander voor kleine probleempjes zetten en rond de 20e zet gaf ook de computer hem wel een plusje. De tijd tikte wel door in Henk’s voordeel. Jammer dat hij vervolgens wat aarzelende torenzetten deed, waardoor het voordeel weer wegebde. Hoewel de computer de stelling rond de 30e zet nog steeds of weer in balans vond, voelde dat voor de spelers niet zo. Met nog minder dan 10 minuten op de klok (Henk 40 minuten) begon het zwarte spel scheuren te vertonen en nam het voordeel van Henk significante vormen aan met een geweldig sterk pionnenfront in het centrum. Diagram.
Het voordeel nam inmiddels beslissende vormen aan en het lukte Henk zijn tegenstander midden op het bord mat te zetten. Altijd een leuk gezicht en gevoel bij de winnaar! Diagram.
Tenslotte was Tony Else langzaam in een steeds mindere stelling beland. En dan ook nog een pion achter. Hoewel Tony lang zwoegde om toch nog een half punt te redden, lukte het niet en moest hij de eer aan de tegenstander laten. Al met al een prima en verdiende 3-1 overwinning. In de volgende ronde treffen we het sterke Woerden, waar we in de competitie flink van op onze broek kregen. Goed om dan de mouwen stevig op te stropen en een poging te wagen om voor een daverende verrassing te zorgen.