Terug naar nieuwsoverzicht

Tweede halve finale bekercompetitie en ronde 27 interne competitie

Op 22-04 werd de tweede halve finale tussen Christian Boudewijn en Tony Else gespeeld en hier werd wel gelijk een beslissing bereikt. Christian kwam heel goed uit de opening (> +2). Tony moest lang rokeren en zo zijn koning in gevaar brengen om zijn stukken te kunnen ontwikkelen. Christian had de mogelijkheid Tony hard aan pakken door met het pionoffer b4 lijnen te openen. De stelling met wit aan zet voor zijn 22e zet: Diagram.

22. b4 is ook nu nog steeds de beste zet, maar Christian koos voor 22 c5?? Tony kon nu de stelling met 22. … Txd5 weer in evenwicht brengen, maar hij speelde 22 …ed?? Gelukkig voor Tony speelde Christian 23. Txd5 en na 23 … Txd5 24 Dxd5 g6 was de stelling in evenwicht. Beiden misten, dat na 22 … exd5, wit 23. c6 kan spelen, omdat na 23. … b6 wit 24. De2 speelt en er dreigt dan ondekbaar Da6+ en Db7 mat! Later gaf Christian eerst één en daarna een 2e pion weg. In het daarna volgende eindspel met dames en gelijke lopers moest Tony weliswaar oppassen voor schaakjes van de witte dame. Tony had weliswaar weinig tijd over, maar genoeg om de winst te boeken! Tony trok dus aan het langste eind en is daarmee de eerste bekerfinalist. De barrage tussen Eddy Korevaar en Henk Boot volgt volgende week om te zien wie de tegenstander van Tony zal worden.
De derde ronde van de interne competitie is al weer een aantal weken van start gegaan. Maar vanwege een externe wedstrijd en nog te spelen halve finales in de bekercompetitie, was het duel tussen Jaco Vonk en Henk Boot er nog niet van gekomen. De wedstrijd tussen Jaco en Henk stond dus deze avond op het programma. Er kwam een opening op het bord, waarin ze elkaar al meerdere keren aan de tand hadden gevoeld. Het stond steeds gelijk, maar het was rond de 10e zet aan Jaco’s lange denkactiviteit al te merken, dat het hem moeite kostte een voor hem optimaal plan te bedenken. Zo stond het volgens de computer na 17. … Db7 nog steeds volstrekt gelijk. (diagram)

De gespeelde zet 18. Tad1 was misschien wel voor de hand liggend, maar niet de beste. Henk had inmiddels ruim 20 minuten meer op de klok, maar realiseerde zich terdege, dat dat in het verleden voor hem niet altijd een garantie voor succes was geweest.
Jaco besloot zijn aandacht naar de koningsvleugel te verleggen, terwijl Henk de b-lijn vast in handen had. Henk speelde zijn zwarte loper om via d8 naar b6 om geen toren op g1 toe te laten en een eventueel paard op d4 te kunnen ruilen. Want zo dacht hij, in deze stelling is mijn paard (wat) beter dan de loper van Jaco. Diagram na 23. … c5-c4.

De computer gaf als oordeel in deze fase ± -1 aan. En nu wordt het na 24. Tde1 Pc5!? heel hectisch. Met nog zo’n 20 minuten voor Jaco en ruim 40 voor Henk volgt natuurlijk 25. Pd4 De8, maar dan komt 26. gxf5 en kiest Henk voor Pd3!? Dat is natuurlijk praktisch gezien een goede keus, want er zijn voor Jaco nu meerdere opties die allemaal rekenwerk eisen.

Overigens is de engine het geheel met de keuze van Henk eens. Op Pxe6 volgt Txf5 en het paard moet terug, waarna Lxd4 en Pxe1 volgen. Dit geldt ook voor fxe6, terwijl op Pb5 zwart na Pxe1 Lc5 kan doen en het veld d6 hiermee onder controle houdt. Met al deze zetten blijft het waardeoordeel van de computer ruim -1. En dan zijn er nog de mogelijkheden f5-f6 en Te3. Maar beide laatste zetten vergroten Henks voordeel aanzienlijk, ruim -2. Beiden konden overigens alle mogelijkheden niet in extenso doorrekenen, maar dat “hoort” er nu eenmaal op ons niveau bij in dit soort gecompliceerde tactische stellingen. Uiteindelijk kiest Jaco voor Te3, maar na Txf5 en g6 is voordeel van Henk wel aanzienlijk. Na Tg5 volgt nog ruil op f5, maar na Dxf5 houdt Jaco het voor gezien. Hij heeft dan nog nauwelijks tijd en het waardeoordeel van de computer thuis is inmiddels ook al -3.5. Henk verstevigde met deze belangrijke overwinning zijn positie aan de kop van de ranglijst.
Een andere belangrijke wedstrijd in de top van het klassement werd gespeeld door Hans Karelse en Eddy Korevaar. Zij speelden ook een opening waar ze beiden ruime ervaring mee hebben. Het ging in eerste instantie gelijk op, maar later kon Hans zijn stelling steeds verder verbeteren en kreeg hij een duidelijke plus. Even leek het voor de oppervlakkig kijkende langslopers dat Eddy met triplering van zijn zware stukken op de f-lijn iets dreigde. Dat iets bleek al snel niets, want hij kon deze batterij niet echt actief inzetten. Tegen de “tijdcontrole” kon Eddy een goede actieve zet (Te2) doen, maar ook deze avond speelden spoken hem parten. Toen Eddy vervolgens een pion achter kwam, liep het voordeel van Hans op tot + 2,5-3. Maar de beschikbare tijd was voor beiden wel krapjes geworden. Toen Hans het thema van een paard-toren mat niet tijdig onderkende, kon Eddy Hans zelfs mat zetten. Hans had overigens eerder al eens een remiseaanbod gedaan en dat Eddy in een wel erg optimistische bui “ten onrechte” afgewezen. Zoals Eddy zegt: “Het loopt in het schaken niet altijd af zoals het verloop in de partij is geweest. Dat is ook wel een beetje het mooie van het spel”.
Gela Nikoladze zette zijn partij tegen Tony Else scherp op en kreeg wat ruimtevoordeel op de damevleugel. Maar omdat alle lichte stukken van het bord gingen, was er geen duidelijk ruimtegebrek voor de zware stukken van zwart. Nadat vervolgens de dames en een stel torens waren geruild ontstond een toreneindspel, waarin Tony een pion extra had, maar Gela een actieve stelling. In de onderhavige stelling koos Gela voor 38. Ta8, maar dat was niet de goede keuze. Diagram.

Tony speelde nu 38. … Ke6 en zwart is in de problemen! Na Txa5 was de witte toren behoorlijk verdwaald. De tijdwinst die dit Tony gaf, bouwde hij uit tot winnend voordeel, want de ver opgerukte c-pion leverde Gela veel hoofdbrekens op. Diagram.

Tony had nu met Te4 de strijd in zijn voordeel kunnen beslissen en ook Tc6 was goed geweest. Ook het gespeelde 53. … Td6 is niet verkeerd, maar maakt e.e.a. wel lastiger. Na 54. h5 Td2+, 55. Kxe3 Kd1, 56. Tc5 is het nog steeds gewonnen, mits Tony de zet g5! had gevonden. Maar hij speelde te vlug c1D en toen bleek het dus remise. Met deze uitslag deed Tony zich tekort en is Gela dus goed eggekomen.
Ernst Delwel nam het op tegen Bram Capelle. Hij schroomde in een wilde opening niet een enkel pionnetje te investeren voor ontwikkelingsvoordeel en flinke aanvalskansen. Beiden namen de tijd om de juiste weg in deze tactische stelling te vinden. Ernst vond een verkapte dreiging richting zwarte koning via zijn dame op e2. Bram repositeerde met een paardoffer op c3, zeker geen slechte keus in deze stelling. Het werd er alleen maar scherper door en dat gold ook voor het beiderzijds gepeins. Op zet 11. Besloot Ernst tot 0-0-0, ook al waren er in geen velden of wegen beschermende pionnen voor zijn koning te bekennen. En was Tad1 beter geweest.

Een grappig fenomeen was dat Ernst dus eerst lang rokeerde, maar dat hij even later toch gedwongen werd vanwege een matdreiging met La3+ met zijn koning via Kc1-d2-e1 terug te keren naar zijn startpositie.
Bram had nu het beste De8 kunnen doen en verder rustig afwachten met drie pionnen voor een stuk, een moeizame positie van zijn witte koning en een toren op h1 het ook van een werkeloosheidsuitkering moest hebben. Maar Bram speelde De7, waardoor Ernst opveerde. Na Pd5 speelde hij ongelukkig genoeg Dd6, waarmee zijn dame in de vuurlinie van de toren op d1 kwam te leggen.

Ernst had het blijkbaar allemaal scherp gezien (aangevoeld?) en koos voor het opportunistische Lg5 en zijn hoop op complicaties. En zo geschiedde het die avond. Want na Tae8 werd Bram verrast door Pf6+ waarna Bram gedesillusioneerd opgaf. Hij had geen zin in de lijdensweg na gxf6 Txd6.

André van Wingerden zette zijn partij tegen Gerard de Gans energiek op en al snel kwam hij een stuk voor. De plaagopstootjes van enkele witte pionnen bleken gewoon een soort paardenjacht. Een zwart paard kon op een gegeven moment in het eigen kamp geen kant meer op en werd buitgemaakt. De stelling van Gerard toonde meerdere mankementen en André kon na ruim 20 zetten zijn koude kunstje voltooien en het volle punt bijschrijven. Hij was dan ook als eerste klaar.
Rob van Driel en Bert van Geldere hadden beiden lang gerokeerd, wat in de door hen gespeelde opening niet ongebruikelijk is. De strijd speelde zich langdurig af rond de c- en d-lijn, waarbij het uw passerende verslaggever leek, dat zwart wat makkelijker spel had. Maar misschien was dat gewoon niet zo, of ging er iets fout in de zwarte opzet. In ieder geval bleek aan het eind van de avond dat Rob gewonnen had.
Bert van Hees en Arjan Uittenbogaard probeerden wel de tegenstander beentje te lichten, maar dat lukte niet. Na flink getouwtrek van beide kanten bleef de balans in evenwicht en was remise de logische uitslag.
Jan Post moest de er laten aan Anne van Heelsum. David Carlson kreeg materieel voordeel tegen Arnold van Es en bouwde dit verder uit en won niet, maar verloor. Dit itt. wat eerder in het verslag stond! Chris Tromp had tegen Edwin Morks prettig spel. Hij kon mooi profiteren van de geruïneerde pionnenstelling van Edwin op de damevleugel en daar al peuzelend beslissend voordeel krijgen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *