Terug naar nieuwsoverzicht

Verslag De Giessen en Linge 1 – De Rode Loper 2 en ronde 5 interne competitie

De eerste wedstrijd van het seizoen was een thuiswedstrijd tegen De Rode Loper 2 uit Utrecht, een wedstrijd die vorig seizoen nipt verloren ging. Het team was compleet, al moesten ook hier enkele hobbels worden genomen. Eerst kampte Tony met wat fysiek ongemak, maar dat belette hem niet toch achter het bord plaats te nemen en een goede partij te spelen. Het tweede probleem was de wel erg lange reistijd die Henk had door de vele files rond Utrecht. Altijd handig als je de binnenwegen kent (van het fietsen), maar ja, nogal wat anderen maken er ook gebruik van en of het nu achteraf tijdwinst heeft opgeleverd? Waarschijnlijk niet en Henk zette zich met een kwartiertje minder tijd achter bord twee. Er kwam een opening op het bord die Henk wat slapjes speelde en omdat zwart remise best vond wikkelde hij snel af en speelde ook behoorlijk snel. De partij vervlakte zodat Henk na een eerder remiseaanbod te hebben afgeslagen, zelf maar op de 36e zet remise aanbod. Ook in de analyse na afloop en hulp van de computer, was in deze saaie partij het evenwicht nergens verbroken geweest.
Vervolgens kregen we een tweetal dompers te verwerken. André van Wingerden op bord 6 had een tegenstander die er graag “vol” tegenaan wilde gaan en kreeg te maken met een stukoffer tegen een tweetal pionnen de witte koningstelling opblies. In de analyse na afloop bleek dat André toch wel te veel geïmponeerd was door de zwarte dadendrang en daarom waarschijnlijk niet lang genoeg op zoek ging naar een goede verdediging, die de stuurlui aan de wal na afloop wel konden vinden.
Ook bij Arjan Uittenboogerd was het misgegaan. Hij kwam actief uit de opening en had meer ruimte. Hij wilde de zwarte damevleugel blokkeren, maar merkte te laat dat zijn dame werd ingesloten. Als compensatie kreeg hij slechts een toren en pion, duidelijk te weinig. In de analyse na afloop bleek dat Arjan met een tijdige eenvoudige pionzet een blokkerend zwart paard had kunnen wegjagen en daarmee een ontsnappingsroute voor zijn dame kunnen veiligstellen.
We stonden dus met 2,5-0,5 achter, maar Tony Else op bord 4 had duidelijk voordeel weten te bereiken. Tony kwam in een voor hem wel bekend type stelling terecht. Een niet erg nauwkeurige zet van Tony werd door zijn tegenstander niet herkend en toen hij een zet te laat de opstoot f5 speelde, kostte dat materiaal. Zoals de tegenstander het deed niet alleen een pion, maar zelfs een stuk. In arren moede offerde hij later nog een stuk, maar hij kon geen dreigingen tegen Tony’s koning ontwikkelen. De nog niet geheel fitte Tony kon dus tijdig op huis aan na het produceren van deze “aansluitingstreffer”.
Vervolgens was het woord aan Jaco Vonk op bord 1. Na een symmetrische opening kon Jaco’s tegenstander een paard op b6 positioneren, wat Jaco wel problemen gaf op de damevleugel los te komen. Toch kwam er daarna een pionnetje in de aanbieding op c4 dat door Jaco’s dame werd ingerekend. Hoewel de dame daar wat op de tocht stond was direct voordeel er voor wit niet, al moest Jaco wel nauwkeurig spelen. Wit won het pionnetje terug op a7, maar dat opende juist de a-lijn ten gunste van zwart. Een poosje later kon Jaco met zijn toren een witte pion op a2 meenemen en even later b2, toen was ook voor de omstanders Jaco’s voordeel duidelijk. Geduldig wachtte hij zijn verdere kansen af en kon uiteindelijk twee stukken voor een toren veroveren. Toen hij vervolgens aan een pionnenopmars in het centrum begon en daarmee ook nog een wit stuk de toegang tot het strijdtoneel ontnam, gaf de tegenstander maar op: de “gelijkmaker” dus!
Maar aan de resterende borden was de situatie toch wel redelijk zorgelijk. Hans Karelse op bord 3 had zich in het vroege middenspel vergist en was niet één pionnetje achter gekomen, maar twee. Ook bij Jeroen Brandsma op bord 5 was de situatie zorgelijk, terwijl er bij Louis Rutgers een stelling op het bord stond waarin het nog alle kanten op kon gaan.
Maar Louis speelde het goed op bord 7. Na een rustige opening ontbrandde de strijd nadat tegengesteld was gerokeerd. Wit voerde de aanval alleen met zijn stukken en besloot geen pionnenstorm op de zwarte koningstelling te organiseren. Een mooie zwarte loper op de a1-h8 diagonaal, opgerukte zwarte pionnen op de damevleugel en mooie torens van zwart gaven Louis een prettige stelling. Toen wit herhaling van zetten uit de weg ging, speelde hij een verloren partij. Louis kon een toren de witte stelling inwurmen en uiteindelijk de laatste pionnen op de koningsvleugel van wit oppeuzelen, terwijl wit op de damevleugel geen duidelijke vorderingen kon maken. Een mooie overwinning van Louis na stevige strijd.
Ook op bord 5 had Jeroen zich herpakt. Jeroen had op een stelling aangestuurd, die slechter bleek dan hij tevoren had ingeschat, zoals de computer dat thuis nog eens zo fijntjes kan laten zien. Jeroen kwam een pionnetje achter en zijn tegenstander stond heel mooi. Bovendien had Jeroen weer lekker zijn klok laten lopen, maar inmiddels weten wij dat hij daar zelf in het geheel niet zenuwachtig van wordt. Waarschijnlijk door de vele fraaie mogelijkheden en misschien met een scheef oog naar de klok van Jeroen, kon wit de juiste (winnende) voortzetting niet vinden. Jeroen leefde dus nog en toen zijn tegenstander een stuk tegen twee pionnen kwijtraakte in het eindspel was het Jeroen die winstkansen had. Maar het eindspel was niet eenvoudig te winnen, zodat Jeroen maar koos voor remise. Daarmee stonden we 4-3 voor en was het de vraag of Hans Karelse zijn stelling kon keepen. Na zijn ongelukkige eerdere manoeuvre was Hans er toch eens goed voor gaan zitten om zijn huid zo duur mogelijk te verkopen. Dat lukte, zij het niet zonder pijn en moeite. Langzaam vorderde de strijd, verdwenen de laatste torens van het bord en resteerde een eindspel met ongelijke lopers en twee extra pionnen voor wit. Op de koningsvleugel was het 4 tegen 3 en op de damevleugel 2 tegen 1, waarvan er eentje een vrije a-pion was met een witte loper voor wit. Wit koos de koningsvleugel voor zijn aanvallende bedoelingen. Hans stelde zich handig op, zodat het voor de tegenstander heel moeilijk was vorderingen te maken. Wit offerde hiervoor zijn a-pion op en had toen een vrije f- en h-pion gekregen, maar de koning van Hans en zijn zwarte loper werkten op dat moment voortreffelijk samen. In het verre eindspel met weinig tijd voor beiden op de klok, werden de zetten enkele malen herhaald en claimde Hans begrijpelijk remise. Maar ja, met zo weinig tijd hoef je niet meer te noteren en dan is het bewijs dat de claim terecht is niet te controleren. Doorspelen dus! Op een gegeven moment kon Hans de materiële achterstand tot één pion terugbrengen en toen wit nog maar één pionnetje had kon Hans natuurlijk eenvoudig voorkomen dat wit zou promoveren, dus een zwaarbevochten remise, waarmee de teamoverwinning werd veiliggesteld.
Bij de laatste twee partijen was er dus hetzelfde verschijnsel. Indien er minder dan 5 minuten tijd overblijft, vervalt de notatieplicht. Maar bij het claimen van remise, bijvoorbeeld driemaal dezelfde stelling op het bord ( de claimende partij schrijft de zet op, waarmee hij voor de derde keer dezelfde stelling op het bord gaat brengen, claimt, zet de klok stil en waarschuwt de wedstrijdleider) of de vijftig zetten regel (geen pion verzet of stuk geslagen), moet via het notatieformulier bewezen kunnen worden dat de claim terecht is.

Door deze wedstrijd werden maar een beperkt aantal partijen in de interne competitie gespeeld. Jan Post speelde een soliede opening tegen het door Bert van Geldere gekozen gambiet. Beiden manoeuvreerden langdurig en voorzichtig. De tegengestelde rokades boden aanknopingspunten om aan te vallen. Bert probeerde dat via de h-lijn, maar Jan had een sterke troef. Een open diagonaal voor zijn witte dame naar a8. Toen Bert een toren offerde op h3, kwam voor hem het schaak op a8, gevolgd door een schaakje op c6 als donderslag bij heldere hemel en de gedwongen dameruil hierna, gaf Jan de mogelijkheid de toren te consumeren. Een aanval kwam er voor Bert niet meer van.
Ook Eddy Korevaar kreeg van Bram Capelle een bekend gambiet voorgeschoteld. Maar toen Bram wel heel opportunistisch speelde, kwam hij al vroeg een stuk achter. Toen Eddy zijn stukken in het centrum hergroepeerde, was er voor Bram geen houden meer aan en was de winst voor Eddy een feit.
In de interne competitie waren er verder alleen maar overwinningen, respectievelijk verliespartijen. Remises kwamen in deze ronde niet voor. Door de aandacht voor de eigen partij en wedstrijd van het team was uw verslaggever niet in staat details van de andere interne wedstrijden te volgen. In ieder geval waren de winnaars John Dessens, Ton Lodder, Henry Houweling, Rob van Driel, Henk van Houweling, Johan van der Heide en Bert van Hees.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *