In deze ronde zaten de nummers 1 en 2 tegenover elkaar: Jaco Vonk en Hans Karelse, die Jaco als enige in de eerste ronde in het zand had laten bijten. Er kwam een niet onbekende opening op het bord, waarin beiden normale ontwikkelingszetten deden. Maar Jaco ging hierna nogal voortvarend te werk en speelde snel f2-f4, waarbij hij Hans de kans gaf met een “petit combination” een pion te winnen op de damevleugel. Toch had Jaco compensatie en kon een breed opgezet pionnencentrum formeren. De stelling was lastig te doorgronden voor zwart en het steeds vinden van de allerbeste zetten lukte niet optimaal. Hierdoor kreeg Jaco de overhand en toen met een opkomende tijdnood Hans misgreep, kon Jaco door een combinatie een zwarte toren buitmaken. Hiermee was het pleit natuurlijk beslecht.
Henk Boot nam het op tegen Tony Else. Henk was een beetje verrast door Tony’s openingskeuze, maar was blijkbaar vergeten dat Tony deze variant ook twee jaar geleden tegen hem had gespeeld! Henk was dat dus kwijt, maar het enige verschil met toen was, dat Henk met 11. Lb4 het zwarte paard op a5 om een verklaring vroeg en na diens terugtocht naar b7 zelf snel a5 speelde. Henk profiteerde goed van zijn mogelijkheden op de damevleugel, won een pion en later nog een tweede pion en bereikte hiermee groot voordeel. Maar hij vergat daarna zijn overblijvende toren op de damevleugel bij de aanval te betrekken. Zeker toen hij door het omwisselen van de pionzetten g3 en e4 Tony de mogelijkheid gaf met zijn dame via f3 binnen te dringen en op de lange diagonaal a8-h1 dreigingen te creëren, moest hij berusten in een eindspel met slechts één pion meer. Toen ook de dames nog op het bord bleven, waren er in het dame-toren eindspel veel mogelijkheden voor schaak en leek de remise voor Tony weer binnen handbereik. Echter op de 49e zet begin Tony een onnauwkeurigheid die Henk weer kansen gaf en helaas overzag hij dat Henk op de 52e zet een dubbele dreiging in de stelling kon brengen en hiermee kwam de partij toch wel abrupt ten einde en was Henk de gelukkigste.
Eddy Korevaar zat tegenover Louis Rutgers en maakte met zijn keuze voor een actieve opening duidelijk wat hij van plan was. Een ruim pionnenfront in het centrum werd door Louis in eerste instantie nog wel met rust gelaten, maar hierdoor kon Eddy zijn stukken erachter optimaal klaarzetten. Toen Louis alsnog probeerde het pionnencentrum open te breken, kreeg hij via de opstoot e4-e5 van Eddy de boemerang terug. Er dreigde dan ook al snel stukwinst voor Eddy en dat kon Louis niet goed aanzien en gaf op. Een korte en krachtige overwinning van Eddy.
Ton Lodder ontving Bert van Geldere en trakteerde hem op een voor Bert niet bekende opening. Hij kwam weliswaar twee pionnen voor, maar toen sloeg het knoeivirus toe en werd hij pardoes door Bert midden op het bord mat gezet.
Henk van Houwelingen nam het op tegen Wim Rietveld en kreeg te maken met een soort Stonewall opstelling van Wim, die eerst een mooi paard op e4 kon posteren en daarna het andere paard naar g4 kon dirigeren. Hiermee kon hij met een volgend paardsprongetje een witte pion op f2 wegkapen. Henk had geen compensatie en Wim trok dan ook aan het langste eind.
Ook bij de partij tussen Henry Houweling en Jeroen Brandsma sprongen de zwarte paarden lustig rond op de witte koningsvleugel. Maar in deze partij konden zij de beslissing niet forceren. Het kostte Henry enkele tempi om de paarden te verdrijven. Dat gaf Jeroen de kans een pion op h4 mee te pakken, maar dat keerde zich uiteindelijk tegen hem, omdat het Henry een open h-lijn verschafte. Toen Jeroen later koos voor f5 ipv f6, gaf dat de witte loper op b2 de mogelijkheid de rest van de partij steeds dreigend naar de zwarte stelling (g7!) te kijken. Toen Henry op h4 een toren tegen paard en loper kon ruilen, kwam hij in het voordeel. Dat werd de rest van de partij niet meer uit handen gegeven. Jeroen speelde zijn toren daarna ongelukkig van h4 naar g4 en dat gaf Henry de mogelijkheid via een vork een kwaliteit te winnen. Hoewel Jeroen zich nog wel verzette, kon hij hierna aan partijverlies niet meer ontkomen.
André van Wingerden en Bram Capelle kregen een interessante stelling op het bord met wederzijdse penningen, maar Bram ging daar beter mee om en André raakte materiaal kwijt en verloor daarmee de partij.
Hoewel Bert van Hees, altijd de vriendelijkheid zelfve, zijn tegenstander Henk van der Hoek altijd begroet met “Dag grootmeester” en dan als antwoord “dag meester” krijgt, lagen de rollen deze avond anders. Kon Henk de eerste partij eerder dit jaar nog ontsnappen met een tactisch remise-aanbod, nu ontbrandde er echt iets. Want Bert van Hees kreeg een overweldigende stelling met fraaie aanvalsmogelijkheden toen Henk een vergiftigde pion/pionoffer op g4 niet naar waarde schatte en het kleinood oppeuzelde. Bert speelde op de 23e zet Pxh7 en die mokerslag en het vervolg had Henk niet zien aankomen. Een kleine matdreiging door Henk kon door Bert eenvoudig worden gepareerd. Henk gaf op toen Bert mat in twee dreigde. Opvallend was dat Bert al zijn stukken in de aanval betrok, terwijl bij Henk enkele stukken in de beginstand stonden weg te roesten, een “verbeterpuntje” zoals Henk na afloop opmerkte.
Robert Euser kreeg te maken met een royale Gerard de Gans die een dame in de aanbieding deed. Daarmee was het eerder geleverde goede werk gelijk teniet gedaan en verlies zijn deel.
Terug naar nieuwsoverzicht
- KiNG2 koning te rijk in Sliedrecht, verslag door Jaco Vonk
- Verslag ronde 17 interne competitie