Doordat Wim Rietveld geen tegenstander had in de wedstrijd tegen De Damrakkers, mocht hij het opnemen tegen titelkandidaat Jaco Vonk. En dat heeft Jaco geweten!
In een Franse opening offerde Jaco een pion waarvoor hij in ruil Wim met een onontwikkelde stelling opscheepte. Jaco hield druk op de stelling, maar eenvoudig was het allerminst, temeer daar Wim uiterst taai verdedigde. Wim bleef dit volhouden met als consequentie dat Jaco geen opening kon vinden in de verdediging van Wim en in tijdnood geraakte.
Jaco sloeg twee remisevoorstellen van Wim af en begon te forceren – wetende dat dit eigenlijk onverantwoord was. Wellicht dat deze beslissing ingegeven was om de race om het kampioenschap goed vol te kunnen houden, maar het vervolg werkte averechts voor hem! Wim kon uitbreken en zich uit zijn passieve stelling bevrijden, met behoud van zijn materiële voordeel. Op dat moment bood Wim opnieuw remise aan, dat Jaco ditmaal wél met twee handen aannam. Bij de analyse bleek wat Jaco al vermoedde: Wim stond glad gewonnen in de slotstelling! Een gelukje voor Jaco, maar desalniettemin een uitstekende prestatie van Wim!
Tim Schakel kende een opvallend eenvoudige avond tegen Eddy Korevaar – normaal gesproken zou dit een spannende wedstrijd zijn geworden – en sloeg na zijn ongelukkige verlies van vorige week tegen Jaco weer een klein gaatje met hem in de strijd om het kampioenschap.
De strijd tussen de oud-kampioenen van het eerste uur, Ton Boot (jaren zestig en zeventig) en Marius de Wit (jaren zeventig en tachtig) werd door laatstgenoemde gewonnen.