Op een mooie zonnige 11 mei speelden we in Den Haag de laatste wedstrijd van het seizoen. Hoewel we net als een aantal jaren geleden dit seizoen slecht uit de startblokken waren gekomen, ging het vanaf de winterstop crescendo en hadden we al onze wedstrijden gewonnen. Ook al moesten er dit keer voor kopman Jaco Vonk en Roelof Stienstra invallers worden gevonden, die rol werd met verve gespeeld door Louis Rutgers en Wim Rietveld. Overigens was het duidelijk dat we in Den Haag speelden want de dame achter de bar was hard aan het breien, niet voor de komende winter, maar in het bekende groen-geel van ADO. Maar ik denk dat onze tegenstanders na afloop van de wedstrijd ook wel wat extra warmte konden gebruiken, want ook dit keer was vrouwe Fortuna ons enkele keren goed gezind. Overigens hadden we aan zeven van de acht borden een ratingoverwicht, alleen Eddy Korevaar had een tegenstander met een iets hogere rating.
Op bord 1 had bij afwezigheid van Jaco Vonk Henk Boot plaats genomen. Hij wilde dit keer echt weer eens iets laten zien, want tot op heden waren zijn resultaten in de KNSB magertjes te noemen. Hij trok gelijk fel van leer. Toen zijn tegenstander op b5 een pionnetje offerde, nam Henk het kleinood aan en stond toen duidelijk beter. Natuurlijk had zijn tegenstander her en der wel wat sterker kunnen voortzetten, maar ook al had Henk koelbloedig nog wel een graantje/pionnetje kunnen meepikken, zijn tegenstander geloofde er eigenlijk al niet meer zo in. Toen hij op zet 24 een stuk weggaf, omdat even aan zijn aandacht was ontsnapt dat een dame zich ook in horizontale richting mag bewegen, gaf hij op, een snelle voorsprong dus.
Op bord 8 had Wim Rietveld met een ruilvariant te maken en hij stelde zich zeer soliede op. Ook zijn tegenstander was van het soliede soort. Een rustige remise was het gevolg.
Op bord 6 waren de ontwikkelingen bij Hans Karelse voorspoedig. Wit rommelde wat met stukken op de damevleugel en kreeg zelfs een paard op c6. Echter, dat beest had nergens grip op en Hans speelde er rustig omheen. Er was een enorm verschil in kracht tussen de zwarte loper op g7 die zijn troepen goed ondersteunde en een manke witte loper op g2, zeker toen zwart e5-e4 kon spelen. Wit creëerde een aardig tochtgat naar zijn koning door f2-f3 te spelen. Hans elimineerde het paard op c6 en verjoeg met zijn paard de witte dame. Die trok zich terug naar c4 maar werd daar door Hans heel fraai met een toren op b4 buitgemaakt. Zo midden op het bord een dame vangen is natuurlijk heerlijk!
Daarna was Tony Else op bord 4 aan de beurt om zijn bijdrage te leveren. Hij heeft wel eens eerder gezegd dat hij niet met voordeel uit de opening moet komen, want dan gaat het mis. Maar wanneer hij na de opening slecht staat, dan komt blijkbaar het beste in hem naar boven en vanmiddag was dat geen uitzondering! Wit stond na de opening dus een stuk beter, maar het lukte Tony om zich los te werken. Er konden stukken worden geruild en Tony bezette met zijn torens de open a- en f-lijn, had daarnaast het loperpaar, een betere pionnenstructuur en niet onbelangrijk, veel meer tijd. Het was duidelijk dat de wedstrijd inmiddels was gekanteld en hoewel wit nog wel een stel torens ruilde, kwam daarna een zwarte toren via f2 dood en verderf in de witte stelling zaaien en drongen zijn lopers de witte koning helemaal het hoekje in. Tony’s grootste probleem was inmiddels welke winstweg hij zou gaan bewandelen. Hij koos een overzichtelijke weg door met zijn c-pion te gaan doorlopen en dat was voor wit echt te veel van het goede. Dus halverwege de wedstrijd stonden we ruim voor met 3,5-0,5.
Op de andere borden werd nog felle strijd geleverd. Eddy Korevaar op bord 2 kwam goed uit de opening, maar wit kon zich loswerken en op een gegeven moment zelfs een pionnetje winnen. Voor Eddy’s leven werd gevreesd, hoewel hij gelukkig fors meer tijd had dan zijn tegenstander.
Dat was niet het geval bij Jeroen Brandsma op bord 5. In een ogenschijnlijk redelijk evenwichtige stelling, waarin nog heel veel stukken op het bord stonden werd door beide partijen voorzichtig gemanoevreerd. Achteraf vertelde Jeroen dat hij vroeg in de wedstrijd al heel goed tot gewonnen stond, maar herkende dat te laat. Dat moest dan wel weer “even” verwerkt worden. De tijd van Jeroen was (mede daardoor?) flink geslonken tot minder dan een kwartier voor de 20e zet was gespeeld, zijn tegenstander had ook flink nagedacht maar wel ruim 20 minuten meer op de klok.
Op bord 3 had Tim Schakel ook flink meer tijd in de stelling moeten investeren dan zijn tegenstander. Tim had minder ruimte, en ook hier stond nog veel materiaal op het bord, maar een remise leek hier lang de meest waarschijnlijke uitkomst.
Op bord 7 nam Louis het op tegen een jongetje/jeugdtalent, die de afgelopen maanden een mooie ratingprogressie van 115 punten had geboekt. Louis dacht het bekende pionnetje op b2 te kunnen offeren, maar het daar terechtgekomen paard kon toch niet worden gevangen, zoals zijn tegenstander goed had gezien. Ook hier zag het er niet zo goed uit, dus zo dacht uw verslaggever, het is mooi als we hier in Den Haag met een kleine overwinning wegkomen.
Maar er was bij ons blijkbaar met zo’n mooie voorsprong een “winning mood” in het team gevaren, want leest u vooral verder!
Op bord 5 was de stelling van Jeroen nog steeds behoorlijk ingewikkeld, maar toen Jeroen een open a-lijn kreeg, ontstonden duidelijke dreigingen tegen de op de damevleugel geparkeerde zwarte koning. Ook zwart had inmiddels veel tijd nodig gehad en aan zijn lichaamstaal was te merken, dat hij zich in de wederzijdse tijdnood een stuk minder op zijn gemak voelde dan Jeroen. Beiden hadden inmiddels nog maar zo’n twee minuutjes en de KNSB-regel dat je vanwege het increment van 30 seconden moet blijven noteren, nog voor aanvang van de wedstrijd door de wedstrijdleider benadrukt, was hem blijkbaar ontgaan. Zwart probeerde nog wat te profiteren van het bezit van de f-lijn door een toren op f4 te zetten, maar toen Jeroen met Lc1 even vroeg waar hij naar toe wilde gaan, koos hij voor Tf6 en werd door Jeroen met brede grijns een ongedekt paard op h6 verorberd: einde partij en winst van het team!
Op bord 7 had Louis zijn rug nog eens gerecht en zijn a-pion geofferd voor actief stukkenspel en dat kreeg hij! De zwarte stukken leken inmiddels wat verdwaald en stonden vrij doelloos op de damevleugel. Louis offerde zelfs nog een toren tegen twee pionnen om daarna vanwege een matdreiging zwart te dwingen een vork toe te staan waarmee Louis de zwarte toren kon inrekenen. Maar hoe mooi dit ook was, eerst het paard verder bij de aanval betrekken via g5 zou zwart voor onoplosbare problemen hebben gesteld. Nu ontstond en een dame-paard eindspel waarin Louis weliswaar beter stond, maar de stelling verzandde in remise.
Op bord twee waren er allerlei verwikkelingen, waarbij een toreneindspel was ontstaan en zwart ook nog een loper had, maar wit een ver opgerukte a-pion (a7!). Toen Eddy een stel torens kon ruilen via een aftrekschaakje was elk verliesgevaar geweken en kon zelfs aan winst worden gedacht. Waarschijnlijk had het handiger gekund en thuisanalyse liet zien dat Eddy op zet 40 in enkele zetten mat had kunnen geven. Zo ging het dus niet en het vervolg was van twee kanten verre van vlekkeloos. Wit was op een gegeven moment het spoor bijster, zodat de winst aan het eind wat versneld binnen kwam rollen.
De laatste partij werd dus gespeeld door Tim Schakel. De torens en dames waren inmiddels van het bord verdwenen. Er was een eindspel ontstaan met aan beide kanten een loper en 2 paarden en 6 pionnen. Ook hier was de tijd tot aan de tijdcontrole beperkt en leek remise nog steeds de meest logische uitslag. Grappig was dat zwart een paard op e4 en wit een paard op e5 had kunnen neerzetten. De pionnenstructuur op de koningsvleugel zag er van wit iets beter uit, zeker toen wit na ruil van het paard op e5 met d4xe5 terugsloeg. Dat gaf wel het veld c5 aan zwart en wit moest na Pc5† Lxc5 spelen dacht uw verslaggever, omdat anders pion b3 verloren zou gaan. Toch was dit Lxc5 niet echt nodig volgens Tim. Het is de vraag of dit schaakje met Pc5 achteraf niet onhandig is geweest van zwart, want in het resterende paard-loper eindspel werd steeds duidelijker dat er sprake was van een sterk paard en zwakke loper, omdat Tim handig al zijn pionnen op wit had gezet, zodat de zwarte loper van zwart aanvallend niets kon uitrichten. Zwart ging opnieuw volgens Tim pas wat later op de 51e zet in de fout. Een fraaie pionopstoot met f5 was essentiëel en door Tim goed ingeschat. Hierdoor versplinterde de zwarte pionnen structuur. Langzaam maakte Tim dus vorderingen in het centrum en uiteindelijk kon hij de zwarte d-pion veroveren. Een pionneneindspel met een pion meer, dat is gewonnen. Hij aarzelde even of hij nu de zwarte pion op h4 moest veroveren (voldoende voor winst) of de zwarte pionnen op de damevleugel. Uiteindelijk koos hij voor de damevleugel, dat was inderdaad de makkelijkste weg. Een mooie typische Tim overwinning. Niet veel uit de opening gehaald, maar uiterst geconcentreerd en geduldig blijven zoeken naar mogelijkheden en die ook afdwingen. Een heel mooie kers op de 7-1 overwinningstaart!
Met deze uiterst fraaie overwinning zijn we na de winterstop opgeklommen van de 8e naar de 2e plaats in onze poule. Een mooi resultaat, dat smaakt naar meer….
Terug naar nieuwsoverzicht
- Verslag ronde 31 interne competitie en bekerfinale
- Ronde 32 interne competitie