Vol goede moed reisden we af naar De Bilt. We werden ontvangen in de bekende H.F. Witte Centrum aan het Henri Dunantplein, waar ook een aantal keren de gemeenschappelijke laatste competitieronde is gespeeld. Helaas moesten we Tony Else misen, maar vonden in David Carlsson een speler die graag een mooi debuut wilde maken.
Als eerste was Tijmen Schakel klaar op bord 8. Zijn tegenstander koos wel een heel vervlakkende ruilvariant en stond bij het aanbieden van remise overigens eerder een snufje beter. Als tweede was onze nestor Hans Karelse klaar op bord 3 en hij bracht ons op voorsprong. Hij speelde tegen een jeugdtalent, die op dit moment natuurlijk nog een veel te lage rating heeft. Hans besloot om in ieder geval deze keer niet in tijdnood te komen en kon zijn tegenstander al vroeg aan het denken zetten. Hans kon rustig door ontwikkelen en verleidde zijn tegenstander met zijn 21. Lc5-d4 tot een “visioen” van het winnen van een pion op f4.
Jeroen Brandsma speelde op bord 5 een goede partij en bracht ons weer op voorsprong. Jeroen had al eens eerder met dezelfde tegenstander te maken gehad. Toen had na een lange partij met veel getouwtrek gewonnen, ook al had hij toen veel minder tijd dan zijn tegenstander gehad. Jeroen hoopte op een andere partij, maar natuurlijk wel op dezelfde uitslag….
Jeroen kwam wat makkelijker uit de opening, rokeerde kort terwijl zwart voor de lange rokade koos. Dan is vaak het thema, wie grijpt de vijandelijke koning het eerst bij de strot. De aanval van Jeroen’s tegenstander kwam niet echt van de grond, maar meer dan enkele niet veel voorstellende speldenprikjes waren het niet. Jeroen slaagde er wel in zijn met toren en dame binnen te dringen en Jeroen zijn paard kon omspelen, bleek de stelling voor zwart onhoudbaar.
André van Wingerden speelde een lastige partij op bord 6. Hij kwam niet lekker uit de opening en de tegenstander hield goed de druk op de stelling. Een witte vrijpion werd vooraleerst gekoesterd en niet aan de gevaren van een opmars blootgesteld. Als “compensatie” kreeg André de open f-lijn voor zijn torens met dubbelaanval op f2. Toen de witte vrijpion alsnog in beweging kwam, koos André voor de optie eeuwig schaak met Pxh3+.
Weliswaar had wit met Kf1 zwart kunnen “dwingen” tot Tf2Ϯ en na Txf3 zwart kunnen dwingen de toren tegen de vrijpion terug te geven. Dat soort stellingen eist veel rekendiscipline en “her en der” wat ijzeren zenuwen. Dat beiden dan de lege dop en deksel op de neus willen vermijden is uiterst begrijpelijk. Het is dan natuurlijk ronduit grappig als de computer thuis juist dat eindspel ook als 0.00 beoordeelt!!
Louis Rutgers speelde op bord 4. Er was een rustige opening die tot de 15e zet in evenwicht was. Maar de tegenstander besloot op zet 16 tot een verassend loperoffer op f7 en kreeg daar drie pionnen voor terug en zadelde Louis op met een kale koningstelling. Maar Louis bleef goed bij de les, speelde uitstekend en de kale koning was blijkbaar te glad om goed aan te pakken. Louis won eerst één en later een nog een pion terug. Daarna offerde hij een stuk tegen twee pionnen terug en hield een gewonnen stelling over. Blijkbaar was de aalgladde Louis de tegenstander echt te veel, want op zet 60 volgde opeens een torenaanbieding. Door Louis in dank aanvaard en de partij was daarmee over. Overigens zou Louis ook zonder die laatste blunder zeker gewonnen hebben. Hiermee kwamen we op een 4-2 voorsprong.
Op bord 2 was Henk Boot al bijna de hele avond aan het worstelen met vooral zichzelf. Henk speelde die avond na een flinke koortsperiode de week ervoor een weinig geïnspireerde partij. Het ging allemaal keurig gelijk op, dames en torens werden geruild en Henk stond zeker niet slechter. Een remiseaanbod op zet 18 werd op besliste wijze afgeslagen. Henk wisselde op zet 20 2 zetten om en gaf daarmee pardoes een waardevolle centrumpion weg. Daarna liep hij steeds achter de feiten aan en het mag eigenlijk een wonder heten dat hij pas op zet 60 moest capituleren. Jammer zo’n pot, want daar houd je nu eenmaal een katterig gevoel aan over was Henk’s conclusie na afloop.
Al laatste viel de beslissing bij Jaco Vonk aan bord 1. Jaco’s tegenstander zetten een Koningsindisch soort partij goed op en offerde een kwaliteit voor tegenspel. Dat tegenspel kreeg hij redelijk voor elkaar, maar gaf Jaco ook de mogelijkheid met zijn koningsvleugelpionnen naar voren te trekken en drong hiermee zijn tegenstander terug, maar die kon het vooralsnog droog houden. De aanval van Jaco liep vast of verzandde. Het is maar hoe je het noemt. Het sterke paard van zwart dreigde akelig actief te worden en met nog maar weinig tijd op de kloik, liet Jaco zich verleiden tot een “tegenkwaliteitsoffer”. Helaas, zwart had nog een mooie resource met een penninglangs de lange diagonaal en Jaco’s plan met een centrale pionnendoorbraak viel hiermee volstrekt in duigen. Er resteerde slechts een glad verloren toreneindspel met twee pionnen minder dat door Jaco’s tegenstander keurig werd “uitgetikt”. Resteerde dus een 4-4 gelijkspel.
Ongetwijfeld krijgen we binnenkort de kans om ons te herpakken, want er moeten nog wedstrijden tegen Woerden 2 en Kasteel Lekstroom 1 (de koplopers) worden ingehaald.